100 jaar vrouwenkiesrecht

1587 tot 1597

Alke Engels, Hemcke Aldricks en de ‘heksen’ van Westerwolde

Tussen 1587 en 1597 werden er op de Geezelberg in Wedde maar liefst 20 ‘heksen’ verbrand. Na een monsterlijke waterproef en een proces vol bloederige martelingen bekenden deze ‘heksen’ dat zij een pact met de duivel hadden gesloten. Bij één zo’n proces wordt de 80-jarige weduwe Alke Engels beschuldigd van het vergiftigen van een appel. Ook de jongere Hemcke Aldricks wordt hierbij betrokken. De heksenvervolgingen maakten de drost van Westerwolde een rijk man.

<p>De Burcht van Wedde, waar de drost woonde en de &#39;heksen&#39; werden gemarteld. Foto Sanne Meijer</p>

De Burcht van Wedde, waar de drost woonde en de 'heksen' werden gemarteld. Foto Sanne Meijer

Tussen ca. 1450 en 1750 raasden de heksenvervolgingen door Europa. Het aantal slachtoffers wordt geschat op zo’n 30.000 tot 60.000, waarvan ongeveer 80% vrouwen. Het merendeel van de vrouwen die werden beschuldigd van hekserij was relatief oud, arm en alleenstaand. Volgens de (veelal kerkelijke) autoriteiten hadden zij een ‘pact met de duivel’ gesloten. De meeste ‘heksen’ werden gemarteld tot ze hun schuld bekenden. Daarbij werden zij gedwongen om namen van andere ‘heksen’ te noemen. Zo ontstonden er massaprocessen, soms ook tegen kinderen en mannen. Als de ‘heksen’ de martelingen al overleefden, dan werden zij gewurgd of op de brandstapel gegooid.

Heksenvervolgingen in Westerwolde

De heksenvervolgingen ontstonden in het zuiden van Europa, maar verspreidden zich in rap tempo door heel Europa. Ten tijde van de heksenvervolgingen maakte het gebied Westerwolde geen deel uit van het gewest Stad en Lande (wat nu Groningen heet). Westerwolde was een ‘Generaliteitsland’: dit betekende dat het onder het directe gezag van de Staten-Generaal viel. De machtigste persoon in Westerwolde was de drost. Deze huisde op de Wedderborg (ook wel Burcht Wedde genoemd). onder zijn toeziend oog, begonnen in mei 1587 de gruwelijke heksenvervolgingen van Westerwolde.

Er werden in mei 1587 drie vrouwen werden beschuldigd van hekserij. Zij werden onderworpen aan de ‘waterproef’: de vrouwen werden met handen en voeten vastgebonden en in het water gegooid. Omdat zij bleven drijven, werden ze schuldig bevonden. Vervolgens werden de vrouwen twee dagen lang gemarteld door de beul van Farmsum. Uiteindelijk werden zij op 13 mei openbaar verbrand op de Geeselberg bij Wedde. De eerste vervolging werd al snel gevolgd door een tweede, waar vier mensen het leven lieten. Tussen 11 en 27 september 1589 werden twaalf personen vermoord, waaronder nu ook twee mannen.

Het proces van Alke & Hemcke

Daarna leek de rust weder te keren naar Westerwolde. Toch was het acht jaar na de laatste verbrandingen opnieuw mis. In 1596 werd het kind van de pastoor van Blijham ziek na het eten van een appel. De appel zou zijn vergiftigd en dat kon alleen maar hekserij zijn. De 80-jarige weduwe Alke Engels werd beschuldigd de appel te hebben gegeven. Zij paste perfect in het plaatje van heks: oud, alleen, arm. Ze werd samen met haar zus en nog een andere vrouw gearresteerd en gemarteld tijdens het verhoor in de kerkers van de Wedderborg.

Tijdens dit proces wees Alke Engels naar de veel jongere en welgesteldere Hemcke Aldericks. Volgens Alke had Hemcke haar de appel gegeven deed ook zij aan hekserij. Alke Engels werd verbrand. Intussen werd Hemcke Aldericks opgepakt voor verhoor. Ook zij deed na de martelingen haar bekentenis en vertelde dat zij samen met andere vrouwen danste in het holst van de nacht, en dat zij zich inliet met de duivel. Toch werd Hemcke Aldericks niet verbrand. Haar man kon de enorm hoge geldboete van 600 daalders betalen.

Na haar vrijlating trok Hemcke Aldericks haar bekentenis in. Haar man diende een officiële aanklacht in tegen de drost bij de Hoofdmannenkamer van het gewest Stad en Lande. Die kamer verwees de partijen echter naar de Staten-Generaal. In 1601 kwam de uiteindelijke uitspraak: Hemcke en haar man verloren de rechtszaak en moesten uiteindelijk voor het gehele proces betalen.

De drost van Westerwolde

Waarom vonden er nou zoveel heksenvervolgingen plaats in Westerwolde? Dat heeft wellicht meer te maken met koelbloedige hebzucht dan met massahysterie. Door de politieke situatie was de drost een machtig man in Westerwolde: hij sprak recht en was baas over de financiën. Tijdens de heksenvervolgingen hield hij alles precies bij. Daardoor weten we dat aanwezige notabelen en geestelijken allemaal een onkostenvergoeding ontvingen en dat de beul goed werd betaald voor zijn werk. De drost ging zelfs zover dat hij noteerde wat de richters en de beul aten en dronken. De nabestaanden van de veroordeelde ‘heksen’ moesten voor al deze kosten opdraaien en boetes betalen.

Overigens moesten alle dorpsbewoners één turf per terechtgestelde ‘heks’ afstaan. Bovenal gokte de drost er natuurlijk op dat de familie van enkele veroordeelden de hoge boete kon betalen, zoals bij Hemcke Aldricks gebeurde. Op die manier maakten de heksenvervolgingen de drost een rijk man.