Boschhuis Ter Apel: Van bakhuis tot logement
De geschiedenis van het karakteristieke Boschhuis in Ter Apel gaat ver terug. Door de eeuwen heen kende het pand vele eigenaren en is verschillende keren van de ondergang gered.

Het Boschhuis in Ter Apel, aan het einde van de statige Boslaan. Aan de rechterkant het zijspoor van de tram, speciaal aangelegd. - Foto: Collectie Groninger Archieven
In de middeleeuwen is het huidige Boschhuis een bijgebouw van het naastgelegen klooster en doet dienst als brouw- en bakhuis. In 1561, na de reformatie, worden klooster, bijgebouwen en landerijen eigendom van Jan van Ligne, ook wel bekend als de Hertog van Arenberg. Het beroep van krijgsman in dienst van Alva is echter risicovol. Op 23 mei 1568 sneuvelt edelman Jan tijdens de Slag bij Heiligerlee. Wanneer in 1616 zijn zoon Karel ook sterft, verkoopt diens weduwe de heerlijkheid Westerwolde in 1617 aan Willem ten Hove, koopman te Amsterdam, die op zijn beurt alles in 1619 weer doorverkoopt aan de Stad Groningen.
Logement
De Stad laat het bakhuis verbouwen tot Commandeurswoning met logement. Bijgestaan door een aantal soldaten houdt de commandeur de grens in de gaten en probeert tevens ‘de stroopende partien unde Bedelars 't loopen te beletten’. In het gebouw is de Commandeurskamer altijd vrij voor de wethouder van Stadsbezittingen, die regelmatig de bossen, kanalen en landbouwgronden komt inspecteren.
Al in 1881 beschrijft het Nieuws van de Dag de reis vanaf station Zuidbroek per paardentram en diligence naar de Pruisische grens, naar het ‘logement in den boschaanleg van sparren en eikenboomen’, de lange reis meer dan waard! In 1890 verkrijgt het voormalige bakhuis zijn horecabestemming en als de zuidelijke vleugel in 1896 wordt toegevoegd, ook zijn huidige uiterlijk en de naam Boschhuis.

Advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden uit 1901.
Eigen tramhalte
De statige Boslaan wordt in 1903 aangeplant en als de EDS (Eerste Drentsche Stoomtramweg Maatschappij) voor de lijn Erm - Ter Apel over Gronings grondgebied wil, bedingt de Stad een zijspoor naar het Boschhuis. Luxe ten top.
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) wordt in rap tempo de grote zaal gebouwd, zodat de ruimte tijdelijk onderdak kan bieden aan soldaten. Uitbater in die tijd is Willem Boer, die zijn hotelkamers, gelegen in ‘het lomrijkste gedeelte van het schoone Wandelbosch’ aanbiedt voor f2,50 per nacht. Voor dienstboden en kinderen hanteert hij gelukkig lagere tarieven.
De commandeurs
Hoge onderhoudskosten en een verbouwing van het Boschhuis in 1957 drukken zwaar op de Stadsbegroting. Daar komt het opkopen en de sloop van het nabij gelegen hotel De Poort - om de bijzondere sfeer rond klooster en Boschhuis veilig te stellen - nog eens bovenop. In de jaren zeventig neemt de wethouder van Stadsbezittingen contact op met gemeente Vlagtwedde, maar de bestuurders voelen niets voor overname van het Boschhuis. Wel neemt de gemeente het initiatief tot de oprichting van de BV Commandeurshuis. Een viermanschap, Dirk Wolf (notaris), Jan Sterenberg (architect), Ernst Dost (huisarts) en Willem Hekman (verhuizer), neemt de exploitatie van het hotel over voor het symbolische bedrag van 1 gulden, mét al het achterstallig onderhoud. Het hotel is inmiddels door de Stad overgedragen aan de overheid en bij Staatsbosbeheer ondergebracht. De commandeurs, zoals de heren zich noemen, houden het hotel met veel inzet in leven, maar halverwege de jaren tachtig is de toekomst voor het hotel uitzichtloos en laat de BV Commandeurshuis zichzelf failliet gaan. De shovel staat dan al bijna ronkend voor de deur.
Redding
Begin 1986 zijn Joop en Ineke Porrenga uitbaters van Veenlust in Veendam en hun contract zal per 1 december aflopen. Ze worden getipt over het lot van hotel Boschhuis. Terwijl Joop het contract in Veendam netjes uitdient, gaat Ineke al in het voorjaar de uitdaging aan. Er wordt een pachtcontract gesloten met Staatsbosbeheer, de inventaris wordt overgenomen, het pand grondig schoongemaakt en een deel van het ontslagen personeel kan via het nieuwe MF uitzendbureau weer aan de slag. Zeven maanden runt Ineke het hotel samen met haar moeder, tot Joop de deur van Veenlust definitief achter zich dicht kan trekken. In 1988 wordt het Boschhuis eigendom van de Porrenga’s.
Behouden voor Ter Apel
Met respect voor de geschiedenis en de verwachtingen die horen bij de prachtige gevel in eclectische stijl, wordt het interieur passend in oude grandeur hersteld. De kamers boven krijgen een upgrade zodat ze voldoen aan de eisen van deze tijd. Een paar prachtige kroonluchters uit Veenlust krijgen een plek in de in 1998 verbouwde grote zaal. In de gelagkamer hangt het wapen van Groningen in glas-in-lood en in de eetzaal herinnert de strakke wenteltrap nog aan de invloed van architect Jan Sterenberg, zichtbaar en bewust bewaard overblijfsel uit de tijd van het viermanschap.
Even lijkt een brand in 2011 letterlijk roet in het eten te gooien. Een paar hotelkamers, de keuken en het woongedeelte worden verwoest. Maar binnen 8 maanden is het hotel weer open. En precies dertig jaar nadat zijn ouders het Boschhuis van de ondergang redden, treedt Marcel Porrenga in 2016 in hun voetsporen als nieuwste uitbater van het historische Boschhuis.
Met dank aan Ineke Porrenga, www.hotelboschhuis.nl
Meer lezen over het Boschhuis?
In het boek Ter Apeler bossen van Jakob Been wordt ook aandacht geschonken aan de historie van het Boschhuis.
ISBN 9789460210150 (november 2014)