1940 tot 1945

De middelbare school in oorlogstijd

Naar school gaan in de oorlog werd langzaam maar zeker steeds minder normaal voor kinderen en jongeren. Van de HBS in Appingedam verdwenen er langzaam maar zeker leraren en leerlingen: Joodse kinderen die werden opgehaald, leerlingen die vanwege hun leeftijd (16 jaar) tewerkgesteld werden in Duitsland, en leraren en leerlingen die vanwege dreigingen of hun eigen illegale activiteiten besloten om in onderduik te gaan.

In de herfst van 1944 werd de school gesloten. De HBS was gevorderd en de lessen werden daarna gegeven in de Christelijke ULO. Toen die ook sloot, moesten de leerlingen naar de kantine van de strokartonfabriek, toen naar café Het Bolwerk en tenslotte kwamen ze terecht in de pastorie van de kerk van Solwerd. Voor lessen in de pastorie moesten de leerlingen zelf brandstof meenemen voor de kachel. Sommige kinderen namen bij toetsen turven mee die flink rookten; dan ging de leraar vanzelf weg.

De examens gingen niet door vanwege de bevrijding. Daarna volgde bij koninklijk besluit dat alle leerlingen hun diploma kregen op basis van de cijfers die ze wel hadden gehaald. 

De middelbare school in oorlogstijd