Macht & Pracht

1500

De middeleeuwse preekstoel van Fransum

Eenzaam staat de kerk van Fransum nu op haar wierde in het landschap. Het omringende dorp is in de loop der jaren verdwenen. Bijzonder aan het kerkje is de bakstenen preekstoel.

De middeleeuwse preekstoel van Fransum

Het kerkje van Fransum. - Foto: Hardscarf via Wikimedia Commons.

De kerk van Fransum werd gesticht door de monniken van Aduard, maar na de Reformatie raakte de kerk in problemen. Vanaf 1601 werd samengewerkt met de kerk van Den Ham, en in 1909 fuseerden beide kerken. De diensten werden voortaan in Den Ham gehouden. Bij de laatste kerkdienst  kwam slechts één kerkganger naar de kerk. De predikant wilde aanvankelijk ook de laatste dienst maar aflassen, maar hiertegen protesteerde de bezoeker: het aantal zou niet uit moeten maken. De pastoor stemde hier mee in, maar wel op voorwaarde dat de kerkganger goed mee zou zingen. Na verluidt werd het een dienst met veel liederen.

Het kerkje in Fransum werd niet meer onderhouden en raakte overwoekerd door de natuur. De kerkbanken gingen in deze jaren verloren. Er is nog overwogen om de eeuwenoude kerk naar het openluchtmuseum in Arnhem te verplaatsen, maar dit is gelukkig nooit gebeurd. Alleen het klankbord van de preekstoel zou zijn overgenomen.

Een bijzondere preekstoel

De preekstoel is van baksteen en gebouwd rond 1500. Er zijn slechts acht middeleeuwse preekstoelen in Nederland bewaard gebleven, waarvan er drie in Groningen staan. De preekstoel van Fransum is het enige bakstenen exemplaar in Groningen en de oudste van de drie bakstenen preekstoelen in Nederland. Dit maakt de preekstoel van Fransum erg bijzonder.

Groningen kent nog twee bijzondere preekstoelen. De kerken van Woltersum en Vriescheloo hebben beiden een houten preekstoel uit de 16e eeuw. Bij de stoel van Woltersum werd pas in 1964 ontdekt om wat voor bijzondere stoel het ging. Bij een schilderbeurt bleek dat onder de verflaag beschilderde houten panelen zaten met een voorstelling van de kruisiging van Jezus.

De preek centraal

Aan het einde van de 14e en de loop van de 15e eeuw werd het in kerken steeds meer de gewoonte dat de preek werd opgedragen door een speciaal daarvoor aangestelde geestelijke, de predikant. Deze grotere waardering van de preek, die een steeds grotere plaats innam in de dienst, maakte dat in veel kerken in deze periode een preekstoel kwam. Voorheen werd er gepreekt van een lage lessenaar, een ambo,  waarvan de oorsprong te vinden is in de vroegchristelijke kerk. 

De preekstoel van Woltersum, met scenes van de kruisiging van Jezus.
De preekstoel van Woltersum, met scenes van de kruisiging van Jezus.

Voor de plaats van de preekstoel bestonden geen voorschriften. Meestal stonden de preekstoelen aan de zuidzijde van de kerk, enerzijds omdat aan die kant het zonlicht binnenviel, maar ook omdat het de epistelzijde is. Het epistel is een deel van de liturgie dat op bepaalde hoogtijdagen gelezen moet worden. Deze worden traditioneel aan de rechterzijde van de kerk voorgelezen. Maar ook komt het voor dat de kansel aan de noordzijde werd geplaatst. De preekstoel stond niet in het midden van het koor, zoals later in protestantse kerken vaak het geval was, maar voor de koorafscheiding. In de middeleeuwen was het koor meestal nog door een hek of wand van het schip afgescheiden. De naam van de kansel, is ook ontleend aan de naam van de koorafscheiding, de cancelli.

Na de reformatie kreeg de preekstoel een meer centrale plaats in de kerk. Meestal bleef de plaats hetzelfde, een enkele keer werd er voor gekozen de preekstoel aan het einde te plaatsen en de kerkbanken in de lengte. Maar meestal bleef de situatie uit zuinigheid gehandhaafd. Hierdoor heeft de preekstoel van Fransum alle jaren weten te overleven.