De Parkweg bevrijd

Wij wonen met ons gezin, 10 personen, op een bovenwoning aan de Parkweg (90a), tussen de Lingestraat en de Parkbrug. Al vanaf het middaguur op vrijdag 13 april horen we vanuit de richting Paterswolde het oorlogsgebulder dichterbij komen. Vooral bij de ouderen maakt zich een lichte nervositeit kenbaar. Temeer daar mijn jongste zuster nog niet thuis is gekomen uit school in de binnenstad.

De Parkweg bevrijd

De vlaggen hangen uit bij de bewoners van de Parkweg na de bevrijding in 1945. - Foto: Public Archives Canada, Groninger Archieven

Tegenover onze woning haast zich een Duitse militair op zijn fiets richting Stadspark, geweer op zijn rug. Een van de buren maakt in zijn richting het hatelijke gebaar van “opschieten kerel”. De soldaat kan dat kennelijk niet waarderen en maakt aanstalten van zijn fiets te komen. Gelukkig blijft het daarbij en inmiddels heeft de buur ook schielijk de benen genomen; je weet maar nooit. 

Rozenhoedjes in de kelder

Mijn moeder doet mij, 9 jaar oud, en mijn drie jongere broers in bad, in de bekende zinken teil. Er wordt nog wat gegeten en als het oorlogsgeweld al te luid wordt en dichterbij komt, verkassen we met de hele ploeg naar onze benedenburen, de familie Huismans, en installeren ons zo goed als kwaad het kan in de kelder. De familie van de benedenburen bestaat ook uit een stuk of acht personen dus het was een drukke boel daar beneden. Goed katholiek als beide gezinnen waren regen de rozenhoedjes zich de hele avond en nacht aaneen om de nodige bescherming af te roepen. Mijn beide jongste broertjes sliepen de slaap des vredes bovenop de opgeslagen voorraad aardappels. Inmiddels konden we goed horen dat het buiten flink te keer ging, voornamelijk geweer- en mitrailleurgeluid. Ook geschreeuw van voornamelijk Canadese militairen dringt tot ons door.

Om 7 uur, half 8 is de rust buiten teruggekeerd. Het is zelfs akelig stil. Op een gegeven moment wagen enkele durfallen zich voorzichtig op straat. Dan barst de euforie los! Er wordt gejuicht en geschreeuwd, mensen slaan elkaar op de schouders, rood-wit-blauwe vlaggen verschijnen als bij toverslag in het straatbeeld, een gehate NSB-vlag gaat in vlammen op, mannen die ondergedoken waren, waaronder mijn oudste broer Jac, laten hun gezicht weer zien, kortom…het is FEEST!! 

De bevrijders worden omhelsd en waar de borrels plotseling vandaan kwamen weet ik niet, maar de fles gaat goed rond. Rond een stretcher waarop een gesneuvelde Canadees ligt, in een van de tuintjes verderop, waren heel wat bloemen geplaatst. Uit de brandgang onder onze woning (zie foto) komen plotseling vier Duitse soldaten met de handen in de nek, met een quasi nonchalante Canadees die hun gevangen had genomen erachter. Ze werden snel afgevoerd. Je kon aan hun houding zien dat ze blij waren dat het afgelopen was.

In de loop van de ochtend trekken de Canadezen aan weerskanten langs de huizen richting Hereweg want er is nog een flinke klus te klaren. Ook worden er voor onze huizen de nodige Shermantanks en brencarriers geparkeerd. Die worden echter in no time ingenomen door de jeugd die er bovenop klom. Ook wordt er chocolade uitgedeeld. Bovenaan de stenen trap die naar onze woning leidt, hebben de Canadezen een minikeukentje ingericht. Er staat een gamel met maispap en natuurlijk heeft mijn moeder snel een pannetje bij de hand dat royaal wordt gevuld. Ik weet nu nog hoe dat smaakte: nectar! Ook grote plakken wittebrood, het is net cake. Met ons brood ernaast is het net black and white

Sigaretten

Een kennelijk niet rokende Canadees heeft zijn sigarettenrantsoen gekregen en deelt royaal uit. Ik weet er een tiental te bemachtigen en daar zijn mijn vader en oudste broer best blij mee. Maar.. zelf heb ik er ook eentje gerookt. Het smaakte wel niet, maar het stond wel stoer. Het merk weet ik zelfs nog: Sweet Caporal.

Slachtoffers

De oorlog heeft ons gezin en familie niet ongeschonden achtergelaten. Mijn broer Frits, afgestudeerd aan de zeevaartschool, wenste niet te gaan varen voor de Kriegsmarine en dook onder in de buurt van Steenwijk. Helaas is hij met anderen in oktober 1944 verraden en gefusilleerd. Mijn neef Koos (Tweede Willemstraat) was ondergedoken in Ureterp en sloot zich tijdens de bevrijdingsgevechten daar aan bij een knokploeg. Hij heeft het helaas niet overleefd. Ze liggen beide op de erebegraafplaats van het Katholieke kerkhof aan de Hereweg.