Wad & Water

1950

De verdwenen dorpen bij Delfzijl

De kerk van Heveskes staat verloren in het landschap. Vlak voor het hek loopt een spoorlijn en in de verte doemen de schoorstenen van het industriegebied rond Delfzijlop. In de oprukkende industrie en moderniseringsgolf van de jaren 50 moest veel wijken voor de haven, waarvan men toen dacht dat het heel erg zou gaan groeien. De zoutvoorraden bij Winschoten en de aardgasvondst bij Slochteren beloofden voor de haven Delfzijl een gouden toekomst. Men voorspelde dat Delfzijl zou uitgroeien tot een ‘Eemsmondmetropool’ die over vijftig jaar zo’n 100.000 mensen zou tellen. 

De verdwenen dorpen bij Delfzijl

De begraafplaats van Weiwerd.

De voorspelde groei bleef echter steken. Een aantal dorpjes is in de deze moderniseringsgolf opgeslokt, of zelfs bij voorbaat al gesloopt. De kerk van Heveskes heeft zich in al dit geweld wonder boven wonder staande weten te houden. Het dorpje heeft de tand des tijd niet meer overleefd. De kerk is nu de stille getuige van voorgaande eeuwen, waarvan de oudste resten uit de 13de eeuw stammen. Bij de sloop van de huizen werden er interessante archeologische ontdekkingen gedaan. Bij archeologisch onderzoek dor prof. Van Giffen werd er geheel onverwacht een hunebed gevonden. Dit hunebed, het noordelijkste van Nederland, werd naar het Aquariom in Delfzijl overgebracht. Ook stond in Heveskes ooit een klooster, dat in 1585 tijdens de tachtigjarige oorlog werd verwoest. 

De kerk bleef eenzaam staan in het landschap en raakte steeds verder in verval. Het havenschap wilde er geen cent voor uittrekken om de kerk te behouden. Er werd gepraat over verplaatsen, maar dit zou bijna twee miljoen gaan kosten. Gefluisterd werd dat het havenschap net zo lang wachtte tot het gebouw vanzelf in elkaar zou zakken. Gelukkig is het bijzondere gebouw dankzij de steun van de Stichting voor het Behoud van de kerk van Heveskes en de Stichting Oude Groninger Kerken behouden gebleven.

Het spook van Heveskes

In Heveskes bleven slechts enkele boerderijen en een schuur staan. Dit maakte het letterlijk tot een spookdorp: In 1976 werden er diverse spookverschijningen waargenomen in een leegstaande boerderij. Dit trok vele nieuwsgierigen die zelfs voor verkeerschaos zorgden in het normaal zo rustige gebied. ‘Het was dan ook nog nooit zo druk geweest in Heveskes’, volgens een bewoner. De politie was zo druk met de zaak dat ze aan hun normale werk niet meer toekwamen. Bij inspectie van de boerderij werd in de woonkamer een stuk jute gevonden, dat met enige fantasie voor een mansfiguur aangezien zou kunnen worden. 
 

Die nacht werden er opnieuw vreemde verschijningen waargenomen. Toen de politie de volgende dag de woning inspecteerde lag het stuk jute in de kelder. Een radioploeg liet de hele nacht een bandrecorder draaien in de boerderij, waarop duidelijk de klank ‘waarom’ te horen zou zijn. De hele zaak bleek uiteindelijk een grap van de krant De Eemsbode. Onder toezicht van zo’n honderd toeschouwers werd het spook door een Schotse spookverdrijver verdreven, waarna de grap bekend werd gemaakt.

Voor de vooruitgang gesloopt

Naast Heveskes, moesten ook de dorpjes Oterdum en Weiwerd wijken voor de havenindustrie. In deze dorpen stonden ook oude kerken, maar deze werden gesloopt. Hier herinneren alleen de kerkhoven aan wat er ooit was. 
Weiwerd was een van de grootste dorpen in de Oosthoek. Het is gebouwd op een oude wierde, die al sinds het begin van de jaartelling werd bewoond. Weiwerd is door de tegenvallende groei slechts gedeeltelijk gesloopt. De dorpelingen kregen aanvankelijk de toezegging dat hun dorp gespaard zou worden. De aanwas van nieuwe gezinnen bleef echter uit, omdat die niet onder de rook van de industrie wilden wonen. Er wonen nog altijd mensen in dit bijzonder gebied tussen stad en platteland. Het witgepleisterd kerkje uit 1877, die de middeleeuwse voorganger verving, is echter verdwenen. Het dorp kende een eigen station met een spoorwegverbinding naar Delfzijl. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het zwaar beschadigd, de kerk werd nog in 1947 gerestaureerd. 

Langzaamaan verdwenen de voorzieningen uit het dorp. Toen het chemische concern zich naast het dorp mocht vestigen, begon men na te denken over de sloop van het dorp. De huizenprijzen waren heel erg gedaald en men vreesde voor de volksgezondheid. De kerk werd in 1984 afgebroken. Het orgel en de klok kregen een plek in de kerk van Farmsum, de preekstoel verdween naar Kropswolde. Momenteel zijn er plannen gemaakt om de wierde en resterende gebouwen weer te herstellen. 

De grafstenen van Oterdum, verplaatst naar de dijk.
De grafstenen van Oterdum, verplaatst naar de dijk.

De kerk bij de dijk

Met de sloop van Oterdum ging men veel voortvarender te werk. Hier werd het gehele dorp gesloopt, inclusief de negentiende-eeuwse kerk uit 1830. De robuuste witte zaalkerk stond pal naast de dijk. Vanuit de toren kon je uitkijken over zee. Alleen de oude grafstenen zijn bewaard gebleven, maar wel verplaatst naar een nieuwe plek op de dijk. Het interieur werd grotendeels overgeplaatst naar andere kerken. Zo ging de preekstoel naar de hervormde kerk van Winschoten en werd het orgel naar Heinenoord verplaatst. Oterdum was in de middeleeuwen een plaatsje van behoorlijk aanzien. Het had zijn eigen drost en fungeerde als militaire uitvalsbasis. 

In het plaatsje stonden veel monumentale boerderijen. Ondanks verzet van de boeren gaat de sloop door. Arme landarbeiders worden uitgekocht. De verwachtingen zijn echter nooit ingelost. Het terrein ligt nog steeds braak, wachtend op de industrie die waarschijnlijk niet komen zal.