Wad & Water
1980 tot 2020
Duurswold: een speling van natuur en cultuur
Duurswold is een gebied in onze provincie dat grotendeels ligt in de gemeente Midden-Groningen. De regio wordt ook wel de Woldstreek genoemd. Het gebied is ontstaan uit prehistorische ruige natuur, die door de eerste en latere bewoners in cultuur is gebracht. Op dit moment mag nieuwe natuur er voor een deel zijn gang gaan.
Duurswold is een van de laagst gelegen gebieden in de provincie Groningen. Het landschap tussen pakweg Appingedam en Ten Boer, ten zuiden van het Eemskanaal, is in de oudheid gevormd door een boogvormige rug van keileem en dekzand. Toen Duurswold nog niet bewoond was, kenmerkte de streek zich door uitgestrekte veengebieden met moerasbos. Vanaf de tiende eeuw begonnen de eerste bewoners met beperkt ontginnen. Om de regio te kunnen bewonen, werd gekozen voor vestiging op de rug van dekzand. Na jaren van noeste arbeid waren kleine akkerpercelen ontstaan, omzoomd door houtwallen. Het centrale deel van Duurswold bleef aanvankelijk bestaan uit moerassig hooiland.
Namen
In 1406 werd de streek in de boeken voor het eerst bij name genoemd. Er is dan sprake van Duirtswold. Later hadden historici het over Duyrts-wolde, afgeleid van diar (dieren) die er in het wild voorkwamen. Mogelijk stond ook de ontginningsnederzetting Diurardasrip aan de bron van de huidige naam. Vanwege de vroegere zeven kerspelen (kerkdorpen) heette Duurswolde in de 19e eeuw Zevenwolden. Tegenwoordig worden de bewoners kortweg Woldjers genoemd, als tegenhanger van de Kleikers die op de voormalige wierden (Holwierde) woonden. De huidige grotere plaatsen in Duurswold zijn Schildwolde, Siddeburen, Harkstede en Slochteren. Het zijn voornamelijk lintdorpen. Scharmer, Kolham, Froombosch en Hellum zijn wat kleiner. Duurswold kent veel buurtschappen als De Paauwen, Foxham, Hoeksmeer, Denemarken en Schaaphok.
In cultuur
Nadat stukken ruige natuur en de eerste veengebieden in het vroegere Duurswold waren afgegraven, kon worden begonnen met de ontwikkeling van kleinschalige landbouw. Afgraving, ontginning en ontwikkeling werden in de 14e en 15e eeuw voornamelijk geleid door adellijke families. Deze onderhielden goede relaties met wereldlijke en kerkelijke instanties. De adel woonde in steenhuizen. De omgeving van Siddeburen onderhield nauwe banden met de abdij van Werden, die bekend stond als grootgrondbezitter. In Slochteren resideerden de families Hagginga en later Fraeylema. De familie Rengers had een machtspositie rond wat nu Scharmer heet en Ten Post. De gronden van de landheren werden verpacht aan de eerste reguliere boeren in het gebied, die voornamelijk granen probeerden te verbouwen en vee hielden. Belangrijk voor de zich gestadig uitbreidende landbouw was een goede afwatering van de laaggelegen en dus natte streek. Veel graafwerk en het werk van onder andere watermolens zorgden voor de afvoer naar bijvoorbeeld het Schildmeer. In cultuur gebrachte gronden drongen door de eeuwen heen natuur en veen steeds verder terug. Momenteel bestaat Duurswold bijna geheel uit grootschalige akkerbouw- en veebedrijven, waaronder flink wat melkveehouderijen. Door de landerijen snijden kanalen, vaarten en brede afwateringssloten. De natuur werd echter niet vergeten, al werd het vooral cultuur.
't Roegwold
Wat door mensenhanden is gemaakt, wordt cultuur genoemd. In Duurswold werd dat het nieuwe natuurgebied ’t Roegwold. Het was onder andere de Groninger gedeputeerde Jaap van Dijk die rond 1980 vertelde kansen te zien en derhalve pleitte voor de aanleg van nieuwe natuur in de provincie. De aanleg zou kunnen zorgen voor het verbreden van de plattelandseconomie en tot een impuls voor het toerisme. Onder de werknaam ‘Midden Groningen’ werden de eerste contouren van ’t Roegwold op papier zichtbaar. Het moest de natuuras worden tussen het Zuidlaardermeer en de Eems. Vervolgens werd het gebied opgenomen door het Rijk in het Natuurbeleidsplan en aangegeven als een van de gebieden waar de ecologische hoofdstructuur zou kunnen worden gerealiseerd.
Herinrichting
De herinrichting startte in 1998. De onderhandelingen met de betrokken agrariërs om percelen aan te kunnen kopen verliepen, behalve bij De Paauwen, vrij gemakkelijk omdat het veelal ging om niet al te beste grond. Vier jaar later werden de deelgebieden Tetjehorn en Westerpolder voltooid. Daarna volgden natuurgebied Ae’s Woudbloem en de deelgebieden Luddeweer-Overschild en Slochteren-Schildwolde. In 2014 kwam het Dannemeer erbij. Toen ’t Roegwold eenmaal klaar was, bleek dat maar liefst 1100 hectare cultuurgebied (landbouw) was omgezet in nieuwe natuur.
Recreatie
Zowel liefhebbers van fietsen, wandelen, paardrijden als van de natuur kunnen in ’t Roegwold uitstekend terecht. Door het hele gebied zijn wandel-, fiets- en ruiterpaden aangelegd. Vogelspotters kunnen er tevens hun hart ophalen. De natte gebieden en de aangelegde meertjes vormen ideale verblijf- en nestelplaatsen voor vele soorten (zwem)vogels. Bijzonder is een 750 meter lang vlonderpad, dat dwars door een van de moerassen loopt. Voor fietsers en wandelaars zijn rust- en uitkijkpunten ingericht. Verder zijn er borden met informatie over plaatselijke flora en fauna. Ook worden door Staatsbosbeheer regelmatig excursies georganiseerd. ’t Roegwold is het hele jaar door toegankelijk. Bezoekers kunnen het nieuwe natuurgebied in Duurswold het best verkennen vanuit de vertrekplaatsen Kolham (Uiterdijk), Schildwolde (Dannemeerweg) en Hellum (Heerenhuisweg).