Groninger coasters in de Tweede Wereldoorlog

Binnen één maand na 10 mei 1940 was een groot aantal Groninger kustvaartuigen de nazi’s twee keer te snel af. Eerst ontsnapten zij uit eigen land, daarna hielpen zij duizenden soldaten om te vluchten uit Duinkerken.

Groninger coasters in de Tweede Wereldoorlog
Soldaten varen over het Kanaal, met een flinke golfslag. - Foto: Private Floyd Watkins via Wikimedia Commons

10 tot 14 mei 1940. Veel Nederlandse schepen vluchtten voor de binnenvallende Duitse legers uit naar Engeland. Onder hen waren tientallen Groninger kustvaarders. Een aantal van hen was afgeladen met vluchtelingen. Dat gold bijvoorbeeld voor de Friso, de Java, de Wega en de Fiducia. Zij voeren op 14 mei met honderden joden aan boord de haven van IJmuiden uit. Vlak na hun vertrek werd de haven versperd door een schip tot zinken te brengen. Eenmaal op zee namen Duitse vliegtuigen de schepen onder vuur. Maar zij hadden geluk en bereikten veilig Engeland. Daarbij waren ze dwars door de mijnenvelden gevaren.

Kunststukje

Andere schepen ontkwamen via de Ooster- en Westerschelde. Onder hen was de Zeus. Ze lag op 10 mei nog in de haven van Antwerpen, maar toen die stad werd gebombardeerd koerste ze naar Vlissingen. Eerst werd ze ingezet voor vervoer van post tussen Zeeland en Hoek van Holland, daarna kwam de opdracht naar Middelburg te gaan. 165 infanteristen kwamen daar aan boord om naar Zierikzee te gaan. Drie keer werd de Zeus door vliegtuigen aangevallen maar de soldaten kwamen veilig op hun bestemming. Vervolgens slaagde de kapitein erin om samen met zijn zoon en twee matrozen op 18 mei Engeland te bereiken. Een kunststukje want om het schip te varen waren eigenlijk minstens zes mannen nodig.

Groningse kustvaarders gevorderd

Op 20 mei bereikten Duitse troepen het kanaal van Dover. Vanaf dat moment hield het Britse oorlogskabinet rekening met een snelle evacuatie van haar leger uit Frankrijk. Daartoe bracht zij een groot aantal vaartuigen bijeen. Op 22 mei werden ook 40 Groninger kustvaarders gevorderd, die door de Royal Navy bemand werden. Bijna al deze coasters waren afkomstig van een Groningse werf. De paar waarvoor dit niet gold hadden wel een Groningse eigenaar.

In de nacht van 27 op 28 mei voer een vloot van de meest uiteenlopende scheepstypen naar het ingesloten leger. Daarvan bewezen de kustvaarders goede diensten. Zo bracht de Zeus 601 militairen over. De Friso evacueerde er 1002 en de Hondsrug 1455. De Horst hielp 1150 geallieerde troepen uit het bedreigde gebied te ontsnappen. Daarna werd zij door een Duits vliegtuig tot zinken gebracht. Samen evacueerden de veertig kustvaarders ruim 22.000 manschappen, voornamelijk Britten en Fransen. Dat is een behoorlijk deel van de in totaal bijna 340.000 overgezette soldaten.

Coaster Anda. In het begin van de Tweede Wereldoorlog werd het schip, toen nog genaamd 'Jo', twee jaar ingezet voor de Engelse kustverdediging.
Coaster Anda. In het begin van de Tweede Wereldoorlog werd het schip, toen nog genaamd 'Jo', twee jaar ingezet voor de Engelse kustverdediging.

Bij andere evacuaties uit bedreigd Frankrijk verleenden de coasters eveneens goede diensten. Daarnaast deden de schepen dienst als ´ballonschip´ of bij oefeningen. Ook werden ze gebruikt als ´tender´ en bij de landing in Normandië enkele jaren later. Maar vooral werden zij ingezet voor dat wat hun eigenlijke taak was: goederenvervoer, met name in de wateren van het Verenigd Koninkrijk.

Inbeslagname

Van de kustvaarders die in mei 1940 niet waren gevlucht nam de bezetter een deel in beslag. Deze schepen vervulden vaak een taak die vergelijkbaar was met de wel ontkomen coasters. Zo werden ze ingezet als hulp-luchtafweerschip of voor de vrachtvaart in door de nazi´s beheerste wateren. Dat lot trof bijvoorbeeld de Horst, die na bij Duinkerken te zijn gezonken door de Duitsers weer werd gelicht.

De niet-gevorderde schepen voeren hoofdzakelijk vanuit Delfzijl op Finland en Zweden. Via het neutrale Zweden ontsnapten verschillende Engelandvaarders uit het bezette gebied.