Groninger IJkpunt 34: Deportatie van de Joden

De provincie Groningen kent tijdens de Tweede Wereldoorlog een relatief hoog aantal weggevoerde en vermoorde Joden. Tot op de dag van vandaag is de verwerking van deze zwarte bladzij uit het verleden een moeizaam proces.

Groninger IJkpunt 34: Deportatie van de Joden
Kaart van het woningregister van de Folkingestraat 27a met de namen van weggevoerde Joden, detail, RHC Groninger Archieven (1607-941)

Tot in de oorlog kent de provincie Groningen verscheidene Joodse gemeenschappen. Zo is Winschoten na Amsterdam de stad die het hoogste percentage Joodse inwoners heeft. Maar ook in de stad Groningen wonen veel Joden. Heel wat kostwinners zijn werkzaam als slager, (vee)handelaar of werken in de confectie-industrie.

Met de Duitse bezetting, in mei 1940, begint de Jodenvervolging. De deportaties naar Westerbork, dat dient als ‘doorgangskamp’ naar andere vernietigingskampen, komen in 1942 op gang. Na een grote razzia in oktober van dat jaar kent de Stad nog maar weinig Joodse inwoners. In december 1943 verlaten de laatste paar Joodse inwoners de Stad.

In Groningen en Winschoten valt met het verdwijnen van de Joodse gemeenschap een gat in het sociale, culturele en economische leven.