Het jeneverkind
Het Jeneverkind ligt in een doos in één van de depots van de Groninger Archieven. Samen met ontelbare andere papieren mensen. Ooit hebben ze geleefd, gelachen en gehuild. Dit is de treurige historie van één van hen: Filippus Hoppe, geboren te Groningen in 1738, overleden in 1741.
Het is zaterdag 30 september 1741. In een pand aan de zuidzijde van het Zuiderdiep in Groningen is het bedrijfje van stoker Jan Hunteler gevestigd. Zijn 21 jarige dienstmeid Maria Obschers is aan het werk. Dan komt het 12 jarige koemelkersmeisje Aaltijn Weite om drank te halen voor haar ouders. Maria pompt een emmer vol jenever en zet die aan de overzijde van het mandelige gangetje. Ze is daarmee in overtreding. Volgens kluftsententie is het verboden enig goed over de geut (goot), die midden door de gang loopt, te zetten. Daarna gaat ze het huis weer in.
Dreumes
Er gaat een andere huisdeur open, er komt een dreumes de gang ingelopen. Het is het kind van soldaat Christiaan Hoppe. Aaltijn ziet dat het ventje naar de emmer loopt en zijn handjes erin wil steken. Ze roept hem nog toe dat niet te doen. Dan gaat alles waarschijnlijk heel snel. Het kind valt in de pas gestookte, nog hete jenever. Het vervolg laat zich makkelijk raden. Het kind begint te gillen en de moeder snelt toe. Ze weet het kind te redden.
Getuigen
Dat het kind wordt gered, kunnen we in de getuigenverklaringen lezen . Deze worden op maandag 3 oktober afgenomen van Jan Hunteler, Maria Obschers en Aaltijn Weite. Ze moeten aan de autoriteiten vertellen hoe het ongeluk heeft kunnen gebeuren. Jan was niet in de stad. Van het verbod om drank over de geut in de gang te zetten was hij op de hoogte. Of hij het zijn meid heeft verteld kan hij zich niet herinneren. Maria weet van geen verordening en ze heeft het ongeval ook niet zien gebeuren. Kroongetuige is dus Aaltijn. Die weet de ware toedracht.
De afloop van het drama horen ze alle drie later: het kindje is de volgende dag overleden. Als doodsoorzaak staat er op een begeleidend papiertje bij de verklaringen: "Een kindt verbrandt in een emmer met dranck."

Boete
De doodsoorzaak is dus vrijwel zeker. Het kind is bezweken aan de brandwonden die het opliep na de val in de hete drank. Het gerecht oordeelt dat stoker Jan Hunteler nalatig is geweest door overtreding van de kluftsententie. Ook had hij de meid op de hoogte moeten brengen van het verbod. Jan moet de overlijdenskosten betalen en draait bovendien op voor de kosten van het onderzoek: in totaal een bedrag van 24 gulden en 5 stuivers.
Het Jeneverkind, slachtoffer van slordigheid, overleed op drie jarige leeftijd op 1 oktober 1741 en werd een dag later begraven. Het kon dus geen bekende Groninger worden. Mogelijk brengt dit verhaaltje hier verandering in en weet de lezer wie het Jeneverkind is. En zo wordt hij toch een beetje bekend : Het Jeneverkind van Groningen.