1940 tot 1945
Liesel Aussen en de joodse gemeenschap in Winschoten
Winschoten herbergde voor de oorlog de tweede grootste joodse gemeenschap, na Amsterdam. Veel joden in Winschoten, 'Mokum van het noorden' leefden in armoede, maar er waren ook flink wat welgestelde joden. Er was een joodse begraafplaats en joodse kinderen konden naar de sjoel. Ook was er een rijk verenigingsleven: Winschoten had twee joodse toneelverenigingen, twee organisaties voor de jeugd, een afdeling van het Nut der Israëlieten en de Rederijkerskamer ‘Weldoen is ons streven’.
In 1942 werd het merendeel van de vijfhonderd Winschoter joden in nog geen twee en een halve maand tijd gedeporteerd. Slechts een klein deel dook onder. Van hen overleefden twintig de oorlog. Ook het kleine meisje Liesel Aussen (1936-1943) is één van de weggevoerde joden. Zij vluchtte met haar ouders in 1938 uit Leer. Na hun deportatie was Liesels vader nog een tijdje lid van de kamppolitie in Westerbork, maar uiteindelijk is het hele gezin vergast in Sobibor.

De joodse begraafplaats in Winschoten, ca. 1960-1970. - Foto: www.beeldbankgroningen.nl (818-17899)