100 jaar vrouwenkiesrecht

1914 tot 1981

Tine Clevering-Meijer: een gepassioneerd heemkundige

Ze vond zichzelf een ‘gewone boerin’. Tine (Trienje Fokeltje) Clevering-Meijer (1914-1981) bleef altijd erg nuchter en was niet te beroerd om, naast haar bestuurlijke functies, ook het simpele werk zelf gedaan te krijgen. Clevering-Meijer was voorvechtster van regionale geschiedenis, kunst en cultuur: ‘’Ik hoop van harte dat ik een steentje bij heb kunnen dragen aan dat de Groninger zijn eigen cultuur meer is gaan waarderen’’, verklaarde ze later.

Ze werd op vijfentwintig september 1914 geboren te Kommerzijl en was de oudste van drie kinderen. Ze ging naar de Meisjes HBS, maar een studie kunstgeschiedenis of biologie kon ze op haar buik schrijven. Haar ouders, Herman Klaas Meijer en Diewerke Albertha Schuiringa, wilden dat ze naar de huishoudschool ging en in die tijd duldden ouders geen tegenspraak.

Meijer kreeg een baan bij de in 1932 opgerichte Volkshogeschool in Bakkeveen. Hier leerde ze ook Rubertus Jacob Clevering kennen, met wie ze in 1939 trouwde. Hun huwelijk bleef tot spijt van Clevering-Meijer kinderloos: ‘’Het is een grote teleurstelling in mijn leven geweest dat ik geen kinderen heb gekregen.’’ Ze was in de laatste jaren van haar leven ernstig ziek en overleed in september 1981.

Vergaderboerin

Ze woonden vanaf 1939 halverwege Eenrum en Pieterburen op de, door de moeder van Rubertus geërfde, monumentale boerderij Huninga. In 1961 werden ze officieel eigenaar van de boerderij. In tussentijd hadden ze er ook al een boerderij in Pieterburen bijgekocht. Tine Clevering-Meijer en haar man stonden bekend als ‘vergaderboeren’. Ze behoorden tot de machtigste, rijkste en best opgeleide gedeelte van de bevolking in Pieterburen en namen zitting in verschillende plaatselijke en provinciale besturen.

Verhildersum

Vanuit de plaatselijke Oranjevereniging kwam Tine Clevering-Meijer terecht in het provinciale comité voor het jubileumgeschenk aan koningin Wilhelmina: een collectie nationale klederdrachten. Hiervoor bracht ze historische kostuums uit Groningen bijeen. Het werden er echter zoveel dat men een gedeelte schonk aan het Ommelander Museum voor Landbouw en Ambacht in Leens.

Clevering-Meijer werd vervolgens de drijvende kracht van dit museum en de borg Verhildersum die in 1953 door de gemeente Leens was gekocht. Ze organiseerde hier regelmatig exposities met behulp van een aantal vrijwilligers. Ze omringde zich met de juiste mensen, haalde bruiklenen op in haar eigen Volkswagen Kever, schreef teksten en gaf rondleidingen, maar ging ook op de knieën om het onkruid tussen de klinkers weg te halen.

Heemkundecommissie

Vergaderboerin Tine Clevering-Meijer werd in 1962 voorzitster van de provinciale Heemkundecommissie. Een commissie dat de belangen van taalactivisten en andere beschermers van regionaal, cultureel erfgoed in kaart bracht. Ze richtte zich vooral op het beheer en restaureren van Groninger borgen. Zo liet ze bijvoorbeeld een tuin aanleggen bij Verhildersum waarin later beelden van de Groninger kunstenaar Eddy Roos zijn geplaatst.

Zilveren Anjer

In 1975 ontving Tine Clevering-Meijer uit handen van Prins Bernhard de Zilveren Anjer. Bescheiden als ze was, stelde ze de voorwaarde dat bij de uitreiking ook degene geëerd zouden worden die haar terzijde hadden gestaan. In 1977 werd ze bestuurder van de overkoepelende organisatie Stichting Groninger Borgen en daarnaast was ze lange tijd bestuurslid van de Groninger afdeling van het Prins Bernhardfonds.

Tine Clevering-Meijer

Clevering-Meijer werd later beschreven als: ‘de vrouw die met hoofd en hart en handen het landgoed Verhildersum een brede plaats gaf in de Ommelanden’. Ze overleed na een ernstig ziekbed in september 1981. In 1993 werd haar naam gekoppeld aan de prijs die de provincie Groningen uitreikt als aanmoediging voor regionale amateurkunstenaars, de Tine Clevering-Meijerprijs.

<p>Illustratie: &quot;Trientje&quot; door Nienke Siegers</p>

Illustratie: "Trientje" door Nienke Siegers