1940 tot 1945

Wagenborgen: de deportatie van joodse zwakzinnigen

In 1873 wordt in Wagenborgen een boerderij opengesteld voor de 'armen van geest'. De Vereniging tot Christelijke Liefdadigheid, kortweg TCL genoemd, groeit in de decennia erna uit tot een opvang voor verstandelijk gehandicapten, psychiatrische patiënten en andere uitgestotenen die niet (meer) kunnen functioneren in de maatschappij.
In de Tweede Wereldoorlog lijkt TCL een veilige haven voor alle bewoners en medewerkers en een prima dekmantel voor onderduikpraktijken en verzetswerk. Opmerkelijk, want volgens de ideologie van de Duitse bezetter zouden de zwakzinnige bewoners van De Stichting 'er toch niet mogen zijn'.

Op 9 maart 1943 worden vier patiënten van joodse komaf opgehaald. Ze krijgen opdracht hun zondagse kleren aan te trekken met daarover een warme winterjas. Samen met hun verzorgers pakken ze een koffertje in. Niet lang daarna stappen ze op de bus naar Westerbork. Van daaruit gaan ze door naar Sobibor, waar ze op 13 maart, samen met nog 1105 andere Joden, direct na aankomst worden vergast en verbrand.
Naar de reden van het bevel tot uitlevering van uitsluitend de vier Joodse bewoners kan alleen maar gegist worden. Het vermoeden bestaat dat de vier zijn geofferd, in ruil voor het ongemoeid laten van de andere bewoners.

Wagenborgen: de deportatie van joodse zwakzinnigen

Wasserij TCL Wagenborgen. Tweede van links: Sientje Stoppelman. - Foto: Archief Commissie Herdenking Joods-monument Groot-Bronswijk