950 tot 1000

Walfridus van Bedum

Op 6 en 7 september 2019 werd de jaarlijkse Walfridusvoettocht in Bedum georganiseerd. De website Bedumer.nl meldt: ‘Deze voettocht is een ode aan de man die van grote betekenis is geweest voor Bedum en Noord-Groningen’. Wie was Walfridus en waarom was hij zo belangrijk?

Walfridus van Bedum

De Walfriduskerk in Bedum, met een toren die schever is dan die van Pisa, gezien van over het Boterdiep. – Foto: Wikimedia Commons

Walfridus was een boer die in de jaren 950 tot 1000 leefde, in de periode waarin de kerstening van de Ommelanden op gang kwam en de heidense Noormannen het gebied teisterden. Volgens overlevering woonde hij in Bedum.

Walfridus was al bekeerd, hij was een vrome man en omdat er in zijn dorp geen kerk was, maakte hij dagelijks, samen met zijn even godsdienstige zoon Radfridus, een voettocht naar het grote dorp Groningen om te bidden in de Sint Maartenskerk, die later uitgroeide tot de Martinikerk.

Ontginner

Behalve vroom was Walfridus ook een boer en een man met een voortuitziende blik. Om de landerijen en de veenwouden rond Bedum te ontginnen legde hij de Wolddijk van Noorderhoogebrug tot Woltersum aan, om het naar dit laaggelegen gebied toestromende water tegen te houden.. Door een betere waterhuishouding kon het binnendijkse gebied (Innersdijk) van een zompig onbegaanbaar gebied veranderen in landbouwgrond. Dat was het begin van de opmars van Bedum en men vond het een wonder wat hij daar voor elkaar wist te brengen. De Wolddijk is een van de oudste dijken van Nederland.

Voor zijn dagelijkse voettocht naar Groningen moest hij, ter hoogte van waar nu Noorderhoogebrug ligt, een doorwaadbare plaats in de rivier de Hunze oversteken. Dat bemoeilijkte deze tocht behoorlijk, daarom bouwde hij daar een brug om zijn kerkgang te vergemakkelijken. De spoorbrug over het Van Starkenborghkanaal, de Walfridusbrug, is deze brug vernoemd.

Noormannen

Waar en wanneer zij precies de Noormannen tegenkwamen, die net Groningen geplunderd en in brand gestoken hadden, is niet bekend, maar de ontmoeting liep niet goed af voor vader en zoon. Walfridus werd vermoedelijk onthoofd en het lichaam van de doodgemartelde Radfridus werd later in een rietkraag bij Bedum teruggevonden. Beiden werden begraven op de plek waar zij gewoond hadden en voor hen, die als martelaar gezien werden, werd ter plaatse een kapel opgericht. De kapel van Radfridus stond even buiten het dorp, op de plek aan de Kapelstraat waar nu bloemisterij Balkema is gevestigd. Het was eerst een houten kapel die in de dertiende eeuw is vervangen door een eenvoudige bakstenen kerk met twee torentjes. De kerk raakte echter in verval en werd rond 1664 afgebroken.

Bedevaart

De kapel voor Walfridus stond midden in het dorp. De kapellen werden drukbezocht en diverse levensbeschrijvingen die de ronde deden verhalen van de vele wonderen die er plaatsvonden. Blinden werden ziend en kreupelen konden weer lopen. Doordat de mondelinge overleveringen pas later door verschillende mensen op schrift werden gesteld, spreken de levensbeschrijvingen elkaar tegen als het gaat om welk wonder bij welke kapel geschiedde. De meeste belangstelling ging echter uit naar de kapel van Walfridus. Deze werd een bedevaartsoord en om de groeiende toestroom van pelgrims onder te kunnen brengen werd de houten kapel al in de elfde eeuw vervangen door een tufstenen kerk. De pelgrims bleven komen en de kerk moest steeds groter worden. In de zestiende eeuw was hij bijna net zo groot als de Martinikerk. Door slechte fundering, die er ook voor zorgde dat de toren al snel na de bouw scheef zakte – schever dan de toren van Pisa! – moest echter een deel in het begin van de zeventiende eeuw alweer worden afgebroken en omstreeks 1860 zijn de instortende gewelven van de midden- en zuidbeuk verwijderd.

Sint Walfridus

Walfridus werd vanwege zijn martelaarsstatus, goede werken, wonderen en belang voor de religie door de bisschop van Munster heilig verklaard, maar de Paus heeft hem deze status nooit verleend. Vermoedelijk kwamen de bedevaartgangers ook hoofdzakelijk uit de nabije omgeving, hoewel twee vondsten kunnen duiden op pelgrims uit verdere oorden: in Kollumerland (Friesland) werd een veertiende-eeuws zegelstempel van een frater Johannes de Bedum gevonden met de beeltenis van Walfridus erop en in de Oosterschelde vond men een vijftiende-eeuws pelgrimsinsigne van Walfridus.

Tijdens de opkomende reformatie, waar Luther in 1517 het startsein voor gaf, liep de belangstelling voor bedevaarten terug en de pelgrims bleven weg. Maar Sint Walfridus leeft in Bedum nog voort in de naam van de kerk, gebouwen en straten en sinds 1998 als standbeeld op de kruising van de Kapelstraat en de Walfriduslaan.

En hij staat tijdens de Walfridusvoettocht weer helemaal in het middelpunt van de belangstelling.

 

Er zijn mensen die Bedum als woonplaats van Walfridus ter discussie stellen (zoals Ben Westerink in Noorderbreedte) en aannemelijk maken dat hij in Adorp of Sauwerd gewoond zou kunnen hebben. In de diverse levensbeschrijvingen wordt Bedum niet met name genoemd als woonplaats, wel als bedevaartsoord. Toch wordt er in het algemeen van uitgegaan dat hij in Bedum woonde.

 

Bronnen:
www.bedumer.nl
www.meertens.knaw.nl
www.nazatendevries.nl
Ben Westerink, 'In de voetsporen van de heilige Walfridus van Bedum', Noorderbreedte 1997
www.walfridusvoettocht.nl