Macht & Pracht

1871 tot 1945

De bijzondere bewoners van Klein Toornvliet

Tegenwoordig genieten de Hereweg en de Verlengde Hereweg de status van beschermd stadsgezicht. Daardoor kan tijdens een ritje door de straat nog steeds genoten worden van de aanblik van villa’s als Villa Gelria, Villa Hilghestede en Pax Seperata. De rijke bebouwing met buitenplaatsen en landhuizen gaf de stad Groningen honderd jaar geleden al een voorname entree. Wie de Stad bezocht kwam via de statige Verlengde Hereweg binnen en de destijds nieuwe woningen vonden grif aftrek. Eén van de geïnteresseerden in 1910 groeide later uit tot de bekendste historicus van ons land; Johan Huizinga (1872-1945).

De bijzondere bewoners van Klein Toornvliet

Klein Toornvliet met op het bordes historicus Johan Huizinga en in het gras zijn echtgenote en kinderen, ca. 1911-1914. – Foto: Collectie Groninger Archieven (1173-0099-0010)

Ooit werd de smalle uitloper van de Hondsrug door de eerste bewoners gekozen als vestigingsplaats, omdat de grond ideaal was voor de landbouw. De huizen werden op het hoogste punt geplaatst en tussen de huizen door ontstond een weg voor verkeer en vervoer van goederen. De rijweg werd in de loop der tijd de ‘Heereweg’ genoemd, verwijzend naar de enerverende functie van de weg waar het ‘heir’ of leger langs trok. Eind negentiende eeuw verloor het gebied grotendeels haar agrarische functie. Een groeiende elite, met name uit Groningen, was geïnteresseerd in riante woningen net buiten de Stad. Langs de Hereweg, en later de Verlengde Hereweg, verrezen statige villa’s.

Grootindustrieel Scholten

Eén van de eerste geïnteresseerden voor een villa aan de Hereweg was grootindustrieel Willem Albert Scholten. Hij liet in 1871 Villa Gelria bouwen, waarna veel anderen zijn voorbeeld volgden. Onder andere de architect P.M.A. Huurman tekende voor het ontwerp van enkele villa’s. In 1905 werd hij gevraagd door internist dr. B.S. Ranneft voor een villa aan de westkant van de Hondsrug met een diepe tuin en vijver. Het huis werd op de benedenverdieping voorzien van vier grote kamers, een serre, een ruime hal, een provisiekamer, een keuken, een bijkeuken en een kelder. Op de bovenverdieping waren eveneens vier kamers met balkons en loggia, twee kleine kamers, een dienstbodenkamer en zolders.

Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit

Ranneft doopte het huis Villa Helena, maar zou het na vijf jaar weer verkopen. Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Huizinga wilde graag met zijn vrouw en vier kinderen vanuit de binnenstad naar de Verlengde Hereweg verhuizen. Huizinga stond aan het begin van zijn carrière en was erg te spreken over Villa Helena en haar buitenomgeving. Zijn vrouw, jonkvrouw Mary Vincentia Schorer, was afkomstig uit Middelburg waar haar familie een buiten bezat, genaamd Toornvliet. Na hun intrek in het pand aan de Verlengde Hereweg doopte de familie Huizinga het pand dan ook Klein Toornvliet. Een jaar na hun intrek was hun geluk compleet met de geboorte van een vijfde telg, Hermanna Margaretha.

'Dit heerlijke huis'

Het geluk was echter van korte duur. In 1914 overleed Huizinga’s vrouw plotseling aan een hersentumor. Drie maanden later kreeg Huizinga de leerstoel Geschiedenis aan de Universiteit van Leiden aangeboden. Over het vertrek uit Groningen en Klein Toornvliet zei hij: ‘Ik laat dit heerlijke huis en deze buitenomgeving met de verrukkelijke vergezichten achter als vast en voor altijd verbonden aan den laatsten tijd van mijn geluk. Ik heb nu het gevoel, of ik er niet meer in thuis hoor, en haast heb om er verleden van te maken’. Er volgde een publieke verkoping van het ‘fraai gebouwde Klein Toornvliet’. De familie Beukema, strokartonfabriek-eigenaren, nam de villa over en zouden het uiteindelijk in 1968 weer verkopen aan de familie Mandema.

Zorgen over de toekomst

De familie Mandema bewoonde het pand op hun beurt ook circa veertig jaar lang. In 2010 mocht Arnold Pilon het pand verkopen namens zijn schoonfamilie. Sinds begin 2018 maakt hij zich ernstige zorgen over de toekomst van Klein Toornvliet. ‘Tot mijn verbazing ontdekte ik dat de gemeente toestemming heeft gegeven voor het bouwen van appartementen in de achtertuin. Nadat er honderd jaar onafgebroken drie Groninger geslachten met respect voor het cultureel erfgoed in Klein Toornvliet hebben gewoond, lijkt de historische waarde nu verloren te gaan. Samen met de omliggende tuin in Engelse landschapsstijl behoort het geheel tot een beschermd stadsgezicht van Groningen. Er is gelukkig verzet tegen de bouw gekomen, ook van de omwonenden van Klein Toornvliet.’

Voor informatie over Klein Toornvliet zijn de volgende bronnen geraadpleegd;
Anton van der Lem, Johan Huizinga Leven en werk in beelden & documenten (Amsterdam 1993). Het citaat van Huizinga over Klein Toornvliet is te vinden op pagina 132.
Pieter Bootsma, Vriendenbulletin -Verlengde Hereweg 183 (Groningen maart 2018).
Interview met Arnold Postma, schoonzoon van de heer en mevrouw Mandema.