Groninger Boegbeeld 12: Carel Rabenhaupt
Verdediger van Stad en Ommelanden in 1672

De beroepsmilitair Carl Rabenhaupt (1602-1675), baron van Sucha, op Crombach en tot Winsheim, is geboren in Bohemen. Net als veel van zijn standgenoten zoekt hij zijn heil in dienst van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Hij geniet zijn militaire opleiding in de legers van de prinsen Maurits en Frederik Hendrik en is betrokken bij de versterking van Leerort, Bourtange en Nieuweschans. Na de vrede van Münster in 1648 treedt hij in Hessische dienst en komt dan al tegen de Münstersen te vechten.
Met de bisschop van Münster voor de deur valt in 1672 het oog van de Staten van Stad en Lande op de op dat moment al 70-jarige ijzervreter. Na enig onderhandelen is de landgravin van Hessen-Kassel bereid, uiteraard tegen een financiële vergoeding, hem voor deze gelegenheid af te staan. Zo arriveert Rabenhaupt in juni 1672 in Stad en Lande als opperbevelhebber. Hij organiseert de verdediging tegen de Münsters/Keulse aanval zodanig dat het de vijand niet lukt de Stad in te nemen. Onder zijn leiding wordt ook de rest van het door de Münstersen bezette gebied heroverd.
Rabenhaupt krijgt als dank het drostambt van Drenthe en het gouverneurschap van Coevorden.