Wad & Water

1717

Groninger IJkpunt 21: De Kerst- of Midwintervloed

De Kerstvloed van 1717 maakt veel slachtoffers en richt grote schade aan, de ramp leidt uiteindelijk tot actief overheidsingrijpen in het beheer van de dijken.

Kaart van de vernielde en nieuw aan te leggen zeedijken door B. Heijne, 1718, RHC Groninger Archieven (818-1078)
Kaart van de vernielde en nieuw aan te leggen zeedijken door B. Heijne, 1718, RHC Groninger Archieven (818-1078)

Dijkdoorbraken en overstromingen teisteren het Groningerland regelmatig. De ergste vloed is die van rond de kerstdagen van 1717. Vrijwel de gehele zeedijk langs de waddenkust wordt weggeslagen; het water komt tot bij de stad Groningen. Ruim eenentwintighonderd mensen verdrinken, evenals circa vijfendertigduizend stuks vee en veertienhonderd huizen worden verwoest. 

Vanouds is aanleg, onderhoud en reparatie van de dijken een zaak van de dijkplichtigen, de aanpalende landgebruikers. Ieder let alleen op zijn eigen stukje, zonder oog te hebben voor het grote geheel. De provincie geeft slechts financiële ondersteuning. 

'De overstroming in Nederland', prent, 1877, RHC Groninger Archieven (1536-4558)
'De overstroming in Nederland', prent, 1877, RHC Groninger Archieven (1536-4558)

Na de Kerstvloed duurt het herstel lang omdat binnen het provinciaal bestuur onenigheid heerst over wie wat moet betalen. Pas in 1721 komt onder de stimulerende leiding van de provinciale ambtenaar Thomas van Seeratt een nieuwe zeedijk tot stand. Deze dijk is op advies van Van Seeratt hoger dan de oude en vooral aan de buitenzijde minder steil. 

Om de ellende nog erger te maken treedt vanaf 1731 de gevreesde paalworm op. Dit beestje vreet de houten palissaden op, die vervangen moeten worden door een veel duurdere hardstenen beschoeiing.