Wad & Water

1845 tot 2007

'Waar de golven beukten ruist het koren'

Het Oldambt is veroverd land. Gewonnen op de zee. Polders rond de Dollard hebben namen van vooraanstaanden. Een bestuurder, een dijkgraaf, een bankier, een minister en soms zelfs een vorst(in) zoals in het Duitse Rheiderland. Een tocht over de bodem van de Dollard in drie etappes. Op zoek naar de naamdragers.

'Waar de golven beukten ruist het koren'

Het landbouwcomplex Johannes Kerkhoven nabij Woldendorp. Het complex telt vier woningen, schuren, een smederij, garages en een drinkplaats voor paarden. Boven is een stijlvolle vergaderkamer ingericht met portretten aan de wand van bestuurders van weleer. – Foto: Cees Stolk

De dame fietst de Dollardroute, van Delfzijl naar Ditzum en knijpt plots bij een bocht naar links in de remmen. Ze houdt halt.
Haar oog valt op iets groots, een langgerekt gebouw met 26 ramen. Huh? Ze kijkt verbaasd.
Meneer, is dit een klooster? vraagt ze aan iemand op het erf
Nee, mevrouw, een landbouwbedrijf.
Maar waarom staat er een torentje op het dak?
De architect hield van kerken, mevrouw.
En die klok dan?
Die luidde voor de schaft.
Nog altijd?
Nee, mevrouw alleen bij Oud en Nieuw. En de arbeiders van toen zijn allang met pensioen.

Ze blijft nog een wijle staan en bewondert de degelijke bouw. Menig passant die, komend uit Termunten, deze polder doorkruist, denkt aan iets religieus. Een eigentijds klooster. Maar hier leven geen monniken, ook nooit geleefd trouwens. Het complex van gebouwen, schuren en woningen is een landbouwbedrijf van 1250 hectare groot, waarvan ruim 500 hectare akkerland, 48 hectare dijk, 6 hectare erf, 11 hectare kwelder en 749 hectare slikken en water.

Naar Johannes Kerkhoven (1783-1859) is het nieuwe land vernoemd, een Amsterdamse bankier en effectenhandelaar, door zijn vrouw Anna Jacoba van der Hucht liefkozend 'Kerkje' genoemd. Schrijfster Hella Haasse omschrijft hem in haar historische roman Heren van de thee als een 'rijzige gestalte met een opvallend krachtige kop'.

De familie bezit een buiten in Hunderen bij het Gelderse Twello. Hoewel rentenierend is hij volgens Haasse 'een en al beweging, meestal onderweg om de polder die hij in het noordoosten van Groningen bezat te inspecteren.' Hoe komt een heer van stand aan een stuk onontgonnen land in de uiterste punt van Groningen?

Theeplanters

Land winnen uit zee is 'in' in de 19e eeuw. De Dollard is nog altijd niet getemd en wie wil ondernemen, slaat zijn slag aan de kust van Groningen. Als de Staat der Nederlanden in 1845 tweeduizend hectare buitendijks slikkenland bij Termunten te koop aanbiedt, is Kerkhoven één van de inschrijvers. Maar hij kent weinig geluk bij zijn pionierswerk. Het Amsterdamse bankierskantoor Buys en Zoon, dat de inpoldering financiert, gaat failliet en een jaar voor het werk aanvangt, overlijdt Kerkhoven in 1859. Zijn erfgenamen, de zonen Rudolph Albertus en Eduard Julius, zetten zijn werk met kracht voort, maar hebben meer oog voor overzeese gebiedsdelen en maken meer fortuin als theeplanters in Nederlands-Indië.

Bij de inpoldering gaan de Kerkhovens niet over één nacht ijs. Zij nemen een man van naam in de arm: aannemer/dijkgraaf Klaas Breebaart, die de polder Waard en Groet in 1847 in de Kop van Noord-Holland heeft drooggelegd. Hij zal een eeuw later geëerd worden met een naar hem genoemd natuurgebied (1979), nu in bezit van Het Groninger Landschap.

Bij zijn werk aan de Groninger kust merkt Breebaart al spoedig dat de Dollard moeilijk te temmen is. Stormen teisteren de dijkaanleg. In 1876 is het eindelijk zover. Een oud kofschip wordt in het te dichten laatste gat tot zinken gebracht, maar later slaat het noodlot alsnog toe. Eerst spoelt de dijk op die plek over een lengte van 70 meter weg; twee jaar daarna zakt de dijk in omdat onderaannemers gesjoemeld hebben met grond. Vernuftig hebben zij in het dijkgat een grote kelder gebouwd, kunstig afgedekt met klei.

De rampspoed is nog niet ten einde. In 1883 slaat de dijk opnieuw over een lengte van 100 meter weg. Pas 39(!) jaar na de inpoldering (1876) kan de 'Maatschappij tot exploitatie van den Johannes Kerkhovenpolder' in de boeken noteren: 'De schuld is verdwenen.'

Wederopbouw

De naamdrager van de polder wordt geëerd met letters boven de voordeur. Het gebouw dateert uit 1948, opgetrokken in de sobere maar solide Delftse School stijl. Herbouwd en in 2007 tot rijksmonument verklaard. Van het vorige landbouwcomplex resteren slechts puinhopen. Want als in april 1945 de geallieerden naderen, steken de Duitsers uit wraak de vooroorlogse gebouwen in brand, slopen de werktuigen en vernielen de oogst. Met man en macht neemt Nederland daarna de wederopbouw ter hand. Het complex wordt herbouwd en de Oostwolmer architect ir. Nanno Jakob Kruizinga beitelt in de muur veelbetekenende woorden:

'Waar de golven beukten ruist het koren
Waar de oorlog woedde rijpt het zaad'

Mien Ruys legt de tuin aan, een gerenommeerde tuinarchitecte. Zij is dan vooral bekend om haar voorliefde voor rijkbloeiende borders van vaste planten en het gebruik van spoorbielzen wat haar de bijnaam 'Bielzen Mien' oplevert.

De dame op de fiets werpt nog een blik op het geheel maar moet verder. De volgende polder wacht, de CC polder (1924). Het dijkgat door en dan ineens een verblindende ruimte, 1500 hectare ofwel 3000 voetbalvelden.
Ze kijkt haar ogen uit.
Eén zee van graan.

(Wordt vervolgd)

Lees hier het tweede deel over Oldambtster poldernamen: over de CC-polder en de Kroonpolder.
Het derde deel gaat over de Ostfriese Heinitzpolder, de Charlottenpolder en de Christian Eberhardspolder.

<p>Dijkcoupure bij de Johannes Kerkhovenpolder.</p>

Dijkcoupure bij de Johannes Kerkhovenpolder.

Varen over de Dollard
Vanaf 1 juli 2020 vaart het schip De Dollard in de zomerperiode driemaal per week, op wonesdag, vrijdag en zaterdag tussen Delfzijl-Emden-Ditzum. Voor afvaartijden zie website: www.dollard-route.de of informeer bij de VVV in Delfzijl: 0596-632277.