Wad & Water
1500 tot 1550
Stormvloeden, kolken en verschoven kerken: de Dollarddorpen van Westerwolde
Als je aan Westerwolde denkt, dan denk je misschien aan bossen, beekjes, houtwallen en esdorpen. Je denkt waarschijnlijk niet zo snel aan zee, dijken, kolken en polders. Toch kent Westerwolde een aantal plaatsen waarvan de geschiedenis onlosmakelijk verbonden is met het zoute water van de Eems en de Dollard.
De Dollard is pas in de late middeleeuwen ontstaan. Dit was het werk van de beruchte stormvloeden, waarbij zeewater diep landinwaarts werd gestuwd. Zo was er de Marcellusvloed van 1362 en de Cosmas- en Damianusvloed van 1509. Het gebied rond de huidige Duits-Nederlandse grens, dat bekendstond – of -staat – als het Reiderland, kwam tijdens deze vloedgolven steeds verder onder water te staan.
Het marktplaatsje Torum, waar ooit acht goudsmeden zouden hebben gewoond, het Premonstratenzer klooster van Palmar, Ooster- en Westerreide met hun indrukwekkende sluizencomplex en Reiderwolde met haar kapittelkerk: het genadeloze water slokte ze allemaal op. Niet voor niets verklaarde het Groninger stadsbestuur de naam ‘Dollard’ in 1544 als de ‘dolle aard van de zee’, ofwel ‘het gewoel en de heftigheid van de golven en de woedende stormen op die plek’.
Geleidelijke ontvolking
De Dollard bereikte zijn grootste oppervlakte rond het jaar 1520. Tegen die tijd waren er tientallen dorpen en gehuchten verdwenen, aan weerszijden van de hedendaagse grens. Precieze aantallen zijn heel moeilijk te noemen. Historisch socioloog Otto Knottnerus schat ongeveer tweeëntwintig kerkdorpen. Dat waren dorpen met een redelijke omvang, want er moest genoeg geld onder de bewoners opgehaald kunnen worden om de pastoor te betalen en de kerk te kunnen onderhouden.
Het idee van een verdronken land leent zich natuurlijk goed voor spannende verhalen. Maar in werkelijkheid waren het niet plotselinge stormvloeden die hele dorpen opslokten, maar kwam de zee langzamerhand steeds dichterbij. Daardoor werd er een geleidelijke ontvolking van het gebied ingezet. Het veengebied zakte en landerijen kwamen ook in het voorjaar onder water te staan. Bewoners trokken weg en herbouwden hun dorp op hogere gronden. Aan Nederlandse kant van het Reiderland schoven onder meer Scheemda en Midwolda een eindje op. Op die manier konden deze dorpen blijven bestaan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Torum of Reiderwolde.
Over zee naar Blijham
Ook Westerwolde ontkwam niet aan het opdringende water van de Dollard. Dat blijkt wel uit het Landrecht van de heerlijkheid Westerwolde (1677). Daarin zijn regels opgenomen over aangespoelde goederen en schepen. Volgens een kaart in het boek De Dollard of geschied-, aardrijks- en natuurkundige beschrijving van dezen boezem der Eems van Stratingh en Venema (1855) behoorden het vroegere zijldiep in Bellingwolde, de huidige weg in Blijham en de zogenaamde ‘Buitenweg’ in Vriescheloo tot het overstroomde gebied. Volgens de Prophecye van Jarfke, een sociaalkritisch pamflet uit 1597, was de zee tussen Winschoten en Blijham aanvankelijk 'soo diep datter Hulcken (koopvaardijschepen) en Carvelen (kleinere schepen) in varen konnen'.
Bellingwolde, Blijham en Vriescheloo schoven alle drie een eindje op. Na de inbraak van de Dollard werden Blijham en Bellingwolde, die samen de zuidelijke rand van het Reiderland vormden, als de heerlijkheid Bellingwolde en Blijham cum annexis bij Westerwolde gevoegd. De twee dorpen bleven eerst echter eigen rechtsregels, een eigen rechthuis en een eigen landrechter behouden. Na 1530 kwam de heerlijkheid in handen van hoge ambtenaren en hun families.
Ook de kerk verhuisde mee. Jan S.A. Huizing heeft de plaats teruggevonden van het oudste kerkhof van Bellingwolde, dat op circa 800 meter ten noordwesten van de huidige kerk ligt. Elzo Renken heeft in Blijham eveneens het kerkhof teruggevonden, iets ten noorden van de huidige kerk. Op beide plekken zal ook ooit een kerk hebben gestaan, maar die is met de huizen verplaatst naar de hogere zandruggen aan de rand van het hoogveen. In Vriescheloo heeft de bekende archeoloog A.E. van Giffen fundamenten van de kerk opgegraven, waarbij zelfs de precieze locatie van het altaar bepaald kon worden. Op het voormalige kerkhof vond de archeoloog botten en schedels.
Het meer van Genève
Middels drie grote bedijkingen in de zestiende eeuw werd het verloren land relatief snel teruggewonnen op de zee. Toch herinneren kolken, diepe gaten langs dijken ontstaan door rondkolkend water, ons nog aan de tijd van dijkdoorbraken en overstromingen. Op een kaart uit ca. 1590 zijn langs de lijn Winschoterzijl-Oudeschans-Boneschans vijftien kolken te vinden. De dijkdoorbraken van november 1686 zorgden ervoor dat het aantal kolken in het gebied alleen maar verder toenam. Wéér liet de Dollard van zich horen, en baande het zeewater zich een weg naar Westerwolde.
Een aantal kolken bestaat nog steeds. In 2014 lanceerde de lokale afdeling van het IVN het ‘Dollardkolkenproject’ om de Dollardkolken in het Oldambt en Westerwolde te inventariseren en onder de aandacht te brengen. Eén van die kolken ligt in Wedde. Deze kolk heeft twee curieuze bijnamen. De bijnaam ‘Jeudenkolke’ is afkomstig van een volksverhaal over een Joodse inwoner uit Wedde, die met zijn op hol geslagen paard en koets in de kolk terecht zou zijn gekomen. Daarnaast staat de kolk in de volksmond ook bekend als ‘Het meer van Genève’. De uitbater van de horecagelegenheid ‘Buenos Aires’ in Wedde liet ooit ansichtkaarten maken met daarop een foto van de kolk, vergezeld van de tekst: ‘Meer van Genève’. Het meer van Genève – ontstaan door de dolle aard van de Dollard. Wie had dat gedacht.
Met dank aan Otto S. Knottnerus, https://ottoknot.home.xs4all.nl/
Bronnen
Huizing, J.S.A. 'Verdronken Dollardland van Bellingwolde, Blijham en Vriescheloo'. Verdronken geschiedenis. verdronkengeschiedenis.nl/nl/verhalen/docs/30-Huizing-Verdronken%20Dollardland.pdf
Oud Bellingwedde. 'Kolken'. historie-bellingwedde.realsite.nl/algemeen/waterbeheer/kolken
Instituut Voor Natuureducatie. 'Dollardkolkenproject'. ivn.nl/afdeling/bellingwedde/dollardkolkenproject
Tilbusscher, J. 'Blijham – Een profeet in eigen land geëerd'. Nieuwsblad van het Noorden, 22-03-1941.