Grensland

1815

'Heden is overleden …'- de leedaanzegger

Slecht nieuws is van alle tijden. Het enige wat verandert is de manier waarop het wordt verspreid. Worden tegenwoordig rouwkaarten en de smartphone ingezet om bliksemsnel bekend te maken dat er iemand is overleden, tot in de jaren zestig ging daarvoor vaak de plechtig in het zwart gestoken leedaanzegger op pad.

'Heden is overleden …' was de vaste openingstekst van de leedaanzegger. Aansluitend noemde hij de naam van de gestorven dorps- of streekgenoot. In Groningen werd daar soms nog de troostende zinsnede 'hai lag der hail schier bie' aan toegevoegd als de overledene 'er mooi bij lag'.

In Noordwijk en Lucaswolde in het Westerkwartier waren het vrijwilligers die met een zwarte hoge hoed op huis aan huis de inwoners op de hoogte brachten van de dood van een streekgenoot. Tevens vertelden ze op welke dag hij of zij zou worden begraven. De doodbidders – zoals leedaanzeggers ook wel worden genoemd – waren veelal schoolmeesters of boeren. Ze hadden één ding gemeen: een stevige stem.

Eeuwenoude traditie

Het beroep van leedaanzegger heeft eeuwen bestaan. In kleine gemeenschappen bracht hij de mensen vaak huis aan huis op de hoogte van het overlijden van een streek- of dorpsgenoot.

Het kwam echter ook voor dat de nabestaanden bepaalden wie de doodbidder moest inviteren voor de begrafenis. De namen van de genodigden werden dan op lange stroken papier geschreven. Opleesrollen werden ze genoemd. Soms werd ook een begrafenisbriefje overhandigd, een voorloper van de rouwkaart.

Een sterk gestel kon de leedaanzegger van pas komen. Het was op veel plaatsen de gewoonte hem iets aan te bieden. Van een kop koffie met een boterham tot een borrel. Met name die borrels konden er flink inhakken. Maar het was natuurlijk een doodzonde bij de laatste adressen het droeve nieuws met onvaste stem te verkondigen.

In sommige delen van het land kwam de leedaanzegger de drempel echter niet over, omdat de mensen bang waren dat dit onheil bracht.

Vrijwilligerswerk?

In de provincie Groningen was leedaanzeggen lang niet overal vrijwilligerswerk. Volgens de overlevering kreeg Hidde Tempel, die in Warffum langs de huizen ging in een zwart pak en daarbij een steek met kwastjes droeg, vaak een halve stuiver van degenen bij wie hij aanbelde of aanklopte.

Schoenmaker en parttime barbier Hindrik Vondeling uit Zuidhorn, die vanaf 1925 twintig jaar leedaanzegger en voorganger van de plaatselijke begrafenisvereniging was, werkte waarschijnlijk ook niet pro deo. Hij kreeg in die periode te maken met een kleine 400 sterfgevallen. Hoewel hij als voorganger en leedaanzegger een uiterst serieuze taak had, stond Vondeling er om bekend dat hij wel van grapje hield. Hij kon het soms niet laten klompen die buiten bij de pompstraat stonden vol water te plenzen.

Lees meer over leedaanzegger Vondeling op de website van Groninganus

Wandelpad als eerbetoon

Om de leedaanzeggers uit vroeger dagen te eren is in Noordwijk (gemeente Marum) een ongeveer 12 kilometer lang wandelpad naar deze brengers van droeve tijdingen genoemd. Sinds 2009 lopen jaarlijks naar schatting 300 tot 400 wandelaars uit alle windstreken het Leedaanzeggerspad, dat voert door Noordwijk en Lucaswolde.

De kosteloze routebeschrijving, die te vinden is in het baarhuisje (lijkenhuisje) bij de fraai gerestaureerde 13de eeuwse kerk, voert de kuieraars terug naar de 19de eeuw. Dankzij de brochuretekst kunnen ze dit deel van het Westerkwartier zien door de ogen van de leedaanzegger. Inclusief onder erbarmelijke omstandigheden levende bewoners van een plaggenhut bij Kornhorn en rogge-, boekweit- en aardappelvelden bij de talrijke boerderijen.

Bronnen

Perton, H. "Mijn overgrootvader de leedaanzegger". Groninganus, 22-10-2015.