Macht & Pracht

1930

Het raadhuis van Eenrum

Het raadhuis van Eenrum is een monumentaal pand dat in 1930 in werd gebouwd.

Het raadhuis van Eenrum

Het raadhuis in Eenrum, 1930. - Foto: collectie Groninger Archieven

Eenrum heeft al vanaf 1798 een eigen plaatselijk bestuur, maar op 31 mei 1808 wordt Eenrum pas officieel een gemeente, bestaande uit de dorpen Baflo, Den Andel, Rasquert, Saaksumhuizen, Westernieland, Pieterburen, Wierhuizen en Eenrum zelf. Bij de herindeling van 21 oktober 1811 worden de dorpen Baflo, Den Andel, Rasquert en Saaksumhuizen afgestaan aan de nieuwe gemeente Baflo.

Zoals in de meeste gemeenten vergadert het bestuur de eerste jaren van zijn bestaan in een horecagelegenheid. Zo maakt het gemeentebestuur van 1811 tot 1885 gebruik van een ruimte in het hotel ’t Gemeentehuis. Maar in 1881 wordt de Drankwet van kracht, die bepaalt dat het verboden is om te vergaderen op locaties waar ook alcohol wordt geschonken. De gemeente krijgt de beschikking over een eigen gemeentehuis, dat dienst doet tot 1930. In dat jaar laat zij een nieuw gemeentehuis bouwen waarvoor als architect J.Benninga uit Loppersum wordt aangetrokken.

Jan Benninga

Jan Benninga is afkomstig uit Meedhuizen. Na de ambachtsschool in Appingedam te hebben doorlopen, werkt hij bij een timmerman, terwijl hij in de avonduren een schriftelijke cursus elektrotechniek bij de PBNA te Arnhem volgt. Na te hebben gewerkt bij de N.V. Nederlandsche Aannemingsmaatschappij (later opgegaan in Ballast Nedam) wordt hij gemeentearchitect van Loppersum, Stedum, ’t Zandt en Nieuwolda. Voor deze gemeenten ontwerpt hij een nieuw gemeentehuis, evenals voor de gemeente Eenrum. Hij vormt met Tamme van Hoorn het architectenbureau Benninga en Van Hoorn en tegelijkertijd houdt hij als opzichter toezicht op de kwaliteit van de gemeentelijke wegen. Hij overlijdt in 1970 te Loppersum.

Raadhuis

Het nieuwe gemeentehuis wordt op 20 december 1930 op Raadhuisstraat nummer 17 in Eenrum geopend. Het is een robuust pand, opgetrokken uit rode baksteen. Het gebouw heeft kenmerken van het zakelijk expressionisme, de strakke Groningse variant van de Amsterdamse School. Kenmerkend voor deze stijl is het spel tussen de horizontale en verticale bouwdelen. Dit komt duidelijk naar voren in de horizontale lijnen van de voorgevel – nog benadrukt door de roeden in de ramen en de belijning onder en boven de ramen - die worden onderbroken door de monumentale verticaal gerichte entree die asymmetrisch uit de voorgevel naar voren komt.

Na de gemeentelijke herindeling van 1990 wordt ook dit gemeentehuis overbodig. Het gemeentebestuur van wat later gemeente De Marne zal heten verhuist naar een nieuw pand in Leens. De afdeling Financiën maakt nog twee jaar gebruik van het pand, waarna het in 1992 wordt verkocht aan particulieren.

Woonhuis en galerie

De opeenvolgende bewoners verbouwen het tot woonhuis, maar laten het zoveel mogelijk in originele staat. Sinds 2006 is het in gebruik als woonhuis en galerie, waarbij de galerie allengs meer ruimte is gaan innemen.
Dwalend door galerie Het Raadhuis is het pand ook van binnen te bekijken, de bordjes op de deuren stammen nog uit de laatste ‘financiële’ periode en de kunstwerken worden veilig bewaard in de grote kluis, die ook nog steeds aanwezig is.