Pioniersgeest

1921

Hotel Baulig, froh und traurig

Op de hoek van de Herestraat en de Kleine Pelsterstraat te Groningen staat nu Wooncomplex Baulig-Indië. De naam is ontleend aan de horeca die hier van 1921 tot 1978 gevestigd was.

Voordat in 1921 in het pand Herestraat 73 Café-Restaurant Baulig kwam, zat er vanaf 1904 de apotheek van H.G. Winter. Daarvóór zat er ook een apotheek, van H.J. Sicman. En enkele eeuwen eerder stond hier het geboortehuis van Wessel Gansfort (1419-1489), een van de eerste Nederlandse humanisten. Herestraat 73 werd in 1921 gekocht door de Duitser Alfred Eduard Baulig, voorheen eigenaar van café Bavaria aan de Guldenstraat. Kennelijk was het zuidelijke deel van de Herestraat een gunstige plek voor de Groninger horeca, want behalve Baulig stonden er ook andere gerenommeerde horeca-gelegenheden, zoals grand hotel Frigge, café-restaurant De Faun en naast Baulig tearoom-restaurant-hotel Indië.

Het succes van Baulig

Na het overlijden van A.E. Baulig in 1927, werd de zaak in 1928 gekocht door C.H. van Rossum, die voorheen de dagelijkse leiding had aan de overkant, bij Frigge. Een aantal jaren later werd Baulig overgenomen door zijn zoon Gerrit Cornelis van Rossum die in 1939 besloot om boven het café-restaurant een hotel te bouwen. Het interieur van het hotel werd verzorgd door meubelfabriek J.A. Huizinga B.V te Groningen, het exterieur nam architect E. van Linge voor zijn rekening. Regelmatige verbouwingen zorgden ervoor dat Baulig steeds vernieuwde, zoals met het sluiten van bar ’t Luifeltje in 1959 en openen van bar-restaurant La Trouvaille in 1960, waarvan de inrichting, volgens het Nieuwsblad van het Noorden, een unicum was in de Nederlandse horeca. Dat dit aansloeg, blijkt uit berichtgeving van het Nieuwsblad van het Noorden een jaar later.

De Tweede Wereldoorlog

In de nacht van 22 en 23 november 1943 werd Baulig kort na sluitingstijd getroffen door brand. Hierbij raakten vier Duitse logees, een dienstmeid en een brandweerman bedwelmd door de rook. Het persbericht over deze brand bereikte kranten in het hele land, waarmee de bekendheid van Baulig nog maar eens onderstreept werd. Men zou in eerste instantie denken dat de brand door oorlogshandelingen is ontstaan, maar het was niets meer dan kortsluiting. Nog meer treurigheid overkwam de onderneming door de deportatie van directeur Gerrit van Rossum in de zomer van 1944. Hij werd wegens “ondergrondse werkzaamheden op het gebied der distributiebescheiden en levensmiddelenvoorziening” opgepakt door de Duitsers en afgevoerd naar concentratiekamp Sachsenhausen, waar hij roodvonk kreeg en op 1 oktober 1944 overleed.

Wederopbouw

Na de brand van 1943 werd besloten het hotel te herbouwen en in augustus 1948 was het nieuwe pand, ontworpen door architect Van Linge, gereed voor opening, waarna er weer goede jaren aanbraken. Het aantal kamers was uitgebreid naar 29, waarvan 18 met badkamer. Het was een chique hotel, zo getuigen de prijzige tarieven. Aan het einde van het jaar werd er altijd iets speciaals verzorgd, behalve in 1959, wegens verbouwingswerkzaamheden. In 1965 werd Baulig opnieuw getroffen door een brand, maar dan bij de buren. De twee achttiende-eeuwse panden van tearoom-restaurant Indië brandden volledig uit, waarbij hotel Baulig waterschade en lichte brandschade opliep.

Duits publiek?

`Bist du traurig, geh' zu Baulig. Bist dus froh, tuh' ebenso.’ Een beetje een merkwaardige, maar ook mooie, slogan, die hotel-restaurant Baulig in de jaren 1950 op o.a. ansichtkaarten zette. Mikte het hotel op een Duits publiek? Het archief van Baulig geeft hier helaas geen concrete aanwijzingen over. Wel is er een menukaart overgeleverd, waar op de achterkant uitsluitend Duitse bieren staan vermeld en binnenin weer de welbekende slogan. Tijdens de brand van 1943 werden vier Duitse vrouwen gered en in mei 1940 verbleven er ook Duitse luitenants en soldaten. De oprichter en eigenaar van Hotel Baulig, Alfred Eduard Baulig, was Duitser van geboorte (Eberfeld, 17 juni 1879). Hij vestigde zich op 15 september 1908 vanuit Rotterdam in Groningen. Op 6 mei 1926 verwierf hij de Nederlandse nationaliteit, maar hij zou overlijden op een Duits eiland, Norderney, op 28 juli 1927. Het zou kunnen dat de Duitse naam van het hotel van meet af aan al Duitsers trok, en dat hierop is voortgeborduurd met de latere slogan en het Duitse bierenaanbod.

Menukaart van Restaurant Baulig, binnenzijde (jaren 50). - Collectie RHC Groninger Archieven (1774-106)
Folder van Hotel Restaurant Baulig, bar 't Luifeltje. (jaren 60) - Collectie RHC Groninger Archieven (1416-42)

Een 'traurig' einde en herbestemming

In de jaren '70 echter, raakte het bedrijf in financiële moeilijkheden, begin 1973 werd het faillissement uitgesproken, waardoor alle nog lopende reserveringen kwamen te vervallen. Het pand raakte in verval en werd in 1978 gekraakt, wat uiteindelijk leidde tot de Woongroep Baulig-Indië, nadat het complex onder handen was genomen door architect Henk Daling van de Koöperatieve Architekten Werkplaats.

Kijken we naar wat er nog over is van Baulig’s erfgoed, dan is dat vrij veel. Behalve het pand – de buitenkant althans, binnenin heb ik niet gekeken - leert een zoektocht op Google me dat er zich onder verzamelaars nog ansichtkaarten, suikerzakjes en bagagelabels bevinden. Bij het RHC Groninger Archieven berust het archief van deze onderneming, wat qua omvang ongeveer een meter beslaat. Helaas is er tijdens de bevrijding op 16 april 1945 veel archief verloren gegaan. Misschien mede hierdoor is er voornamelijk financieel archief van Baulig bewaard gebleven. Vooral de stukken betreffende de liquidatie en het faillissement zijn sterk vertegenwoordigd. Daarnaast is er wat documentatie bewaard, en ook divers beeldmateriaal zoals foto’s en ansichtkaarten. Filmmateriaal ontbreekt vooralsnog.

Horeca-archieven

Dat zo’n omvangrijk horeca-archief bewaard is gebleven in Groningen, is vrij uniek te noemen, hoewel er bij de Groninger Archieven wel veel losse documentatie van diverse horeca-gelegenheden berust, zoals rekening- en briefhoofden. Een korte zoektocht op www.wigedok.eu laat zien dat er maar vijf archieven van horeca-bedrijven bekend zijn uit Groningen, waaronder dat van Baulig, tegenover maar liefst 50 uit Ostfriesland. Een grote lacune in het aanbod van bedrijfsarchieven dus, die de moeite waard is om opgevuld te worden. Als er horeca-ondernemers zijn die hun archief en documentatie willen veiligstellen voor het nageslacht en een plek willen geven in de geschiedenis, dan kunnen ze hiervoor terecht bij het RHC Groninger Archieven.

Dit verhaal is geschreven in het kader van het project WiGeDok, de poort tot de sociaal-economische geschiedenis van Groningen en Ostfriesland. WiGeDok biedt via zijn website een overzicht per bedrijfstak van archieven van bedrijven en aanverwante (vak)organisaties.