Pioniersgeest

De Fivel, niet meer dan een naam

We kennen allemaal de namen Fivelingo, Fiveldijk, Fivelcollege, Fiveldijk ,voetbalvereniging Fivel, en nog veel meer, maar waar wie of wat is die Fivel eigenlijk?

De Fivel, niet meer dan een naam

De Groote Tjariet, een zijarm van de verdwenen Fivel, met aan de horizon de Eemshaven. - Foto: Wikimedia Commons

Daarvoor moeten we terugkijken in de historie van het gebied dat nu Fivelingo heet. Oorspronkelijk betekent Fivel vermoedelijk 'de reusachtige' of 'de verschrikkelijke'. De Fivel was ooit een rivier die ontsprong in de hoogveenmoerassen rond Slochteren, Hoogezand en Kolham. Door zeespiegelrijzing en –daling en de getijdenbewegingen ontstond een driehoekige delta waarvan de oevers door opslibbing steeds hoger werden.

Vijf tot zes eeuwen voor de jaartelling trokken boeren vanuit de arme Drentse gronden met hun vee naar de Groningse kwelders, die door de opgeslibde klei heel vruchtbaar waren. Eerst waren zij hier alleen ’s zomers en trokken ze zich in de wintertijd weer terug, later bleven zij het hele jaar rond. Zij vestigden zich op de hogere oevers langs de Fiveldelta. Om zichzelf en hun vee te beschermen tegen hoge zeewaterstanden verhoogden zij hun woonplaatsen met mest en plaggen tot wierden. Deze huiswierden groeiden aaneen tot de wierdendorpen zoals wij ze nu kennen. We kunnen nu, door de wierdenrijen te volgen, de voormalige bedding nog goed op de kaart terugvinden en zien hoe breed de ('reusachtige') Fiveldelta was. De linkeroever is te zien door de wierdenreeks Stedum- Westerwijtwerd, Middelstum, Toornwerd, Kantens, Rottum, Helwerd, Usquert te volgen, de rechteroever wordt gemarkeerd door onder andere Loppersum, Eenum, Leermens, Godlinze, Losdorp en Spijk. Daartussen lag een rivierenstelsel in modderig en venig gebied waarin het water, onder invloed van eb en vloed zijn weg naar zee zocht.

Dijken

De loop van de Fivel en haar zijarmen in het mondingsgebied is nog terug te vinden in de maren die nog door het landschap kronkelen, zoals het Helwerdermaar, het Startenhuister Maar, de Oude Maar en de Oude Tjariet die nog lange tijd als hoofdwatergang fungeerde.
Langzaam maar zeker slibde de monding dicht en kwam er meer land beschikbaar, dat de bewoners vanaf ongeveer de elfde eeuw tegen zomervloeden beschermden door de aanleg van (nog lage) dijken. Dat beviel kennelijk goed, want in de loop der jaren werden de dijkjes verlegd, steeds verder opgehoogd en met elkaar verbonden.

In de loop der eeuwen zijn op de hogere delen meer wierden opgeworpen, vaak al voordat het gebied omdijkt werd, die later tot dorpen uitgroeiden.
Nu vinden we het de gewoonste zaak van de wereld dat al deze dorpen er zijn en lijkt van daaruit de zee ver weg. Maar eens heerste hier de Fivel, die nog steeds in vele benamingen wordt herdacht.

Loop van de oude Fivel, H.P. Steenhuis, 1834. - Kaart: www.beeldbankgroningen.nl (817-1099)
Loop van de oude Fivel, H.P. Steenhuis, 1834. - Kaart: www.beeldbankgroningen.nl (817-1099)