Pioniersgeest

1873 tot 2020

Groot Bronswijk: van barmhartigheid naar professionele zorg

Op het terrein van Groot Bronswijk in Wagenborgen wordt in 2019 weer druk gebouwd. Wat was Groot Bronswijk eigenlijk? Het tweede deel van een tweeluik over de beroemde instelling.

Groot Bronswijk: van barmhartigheid naar professionele zorg

Groot Bronswijk in 1946, nog voor de grote uitbreidingen van de jaren 1950 en 1960. – Foto: KLM Fototechnische dienst, collectie Groninger Archieven

Groot Bronswijk begon in 1873 als een plaats waar ‘armen van geest’ door de Vereniging Tot Christelijke Liefdadigheid (TCL) werden opgevangen in het Huis van barmhartigheid: de boerderij van Wolter, Jan en Trijntje Brons. De periode tot 1940 is beschreven in een ander artikel.

''Onze jongens' zeggen we altijd. Dat zijn dan de mannelijke verpleegden der Stichtingen TCL te Wagenborgen. Ge hebt ze misschien wel eens gezien de stakkers: achterlijk, zwakzinnig, krankzinnig, idioot… En dan niet te vergeten de vele oude kereltjes, die vanwege hun ouderdomskwalen ook een tehuis in de Stichtingen TCL hebben gevonden, invaliden, verlamden, doven, stommen, toevallijders... 'Patiënten' wordt er officieel gezegd 'Stakkers' zegt de buitenwereld meewarig. 'Onze jongens' zeggen wij personeel. Onze jongens noemen wij ze, ongeacht of ze nu veertien of tachtig jaar oud zijn.’

Een verpleger in 1939.

Oorlogsjaren

In 1940 brak voor TCL een nieuwe periode aan met geneesheer-directeur K.J. Schaafsma en de Tweede Wereldoorlog. De tijd van barmhartigheid, waarin vrijwel iedereen werd opgevangen ongeacht zijn of haar probleem, was voorbij. Professionelere zorg deed zijn intrede. Bij Schaafsma stond vooral arbeidstherapie hoog in het vaandel.

De oorlogsjaren deden zich gelden. Door voedsel-, medicijnen- en brandstoftekorten waren patiënten en personeel mager en snel ziek. Een van de bestuursleden werd opgepakt en gefusilleerd, de wasbaas bleek een NSB'er die ook burgemeester van Termunten werd, maar niet ontslagen mocht worden. Desondanks werden regelmatig in het nauw gedreven burgers opgevangen. Schaafsma was behalve directeur ook verzetsman. Bij een grote, drie dagen durende, razzia in september ’44 werden er maar twee onderduikers gevonden.
De deportatie van vier joodse patiënten kon niet voorkomen worden, maar een degelijk ingezwachteld joods kind en anderen ontsprongen de dans. In het laatste oorlogsjaar werd het vol in de huizen; 200 evacués van Dennenoord Zuidlaren kregen onderdak. Na hun vertrek werden er Canadezen en leden van de Binnenlandse Strijdkrachten ingekwartierd, er werden NSB vrouwen tewerkgesteld en zieke NSB'ers opgenomen.

Na-oorlogse jaren

TCL klimt langzaam uit het dal. Er wordt een tweede geneesheer voor de ruim 700 bewoners aangetrokken en de arbeidstherapie wordt weer opgepakt: 500 patiënten werken onder andere op de boerderij, in de bakkerij, de schoenlapperij, wasserij, de groentekwekerij, doen reparatie- en huishoudelijk werk. Ze kunnen handenarbeid- of gymnastiekles krijgen, er worden verenigingen opgericht en voor ontspanning gezorgd zoals uitvoeringen, optochten en feestelijkheden.

De jaren vijftig staan in het teken van nieuwbouw. Vooral Eben Haëzer wordt vernieuwd en uitgebreid. Toch wordt achteraf geconcludeerd dat er in de deze periode te weinig vooruitgekeken werd.

In 1959 volgt de volgende stap. Schaafsma geeft aan te vertrekken, er wordt een derde geneesheer aangesteld en in december neemt neuroloog in opleiding Verhoog het stokje over. Begin 1960 wordt besloten het personeel een degelijke opleiding te geven. In april wordt een jonge huisarts met belangstelling voor psychiatrie aangetrokken. De professionalisering krijgt vorm.

Groot Bronswijk

Halverwege 1960 krijgt de inrichting eindelijk het begeerde predikaat ‘Zwakzinnigenzorg’, wat een nieuw tijdperk inluidt. Daarom, en als eerbetoon aan de oprichters van vereniging TCL, krijgt het complex de naam Groot Bronswijk. In de volgende tien jaren worden veel veranderingen doorgevoerd (allereerst met het vervangen van stromatrassen), wordt meer specialistische en therapeutische hulp geboden, het aantal personeelsleden verdubbelt en er worden er tientallen verpleeg- en woonunits bijgebouwd. In 1970 is Groot Bronswijk een groot dorp geworden met uitbreidingsplannen naar Delfzijl en Hoogezand-Sappemeer.

De brand

Op 24 oktober 1970 wordt iedereen opgeschrikt doordat een van de patiënten (een zwakzinnig meisje) niet naar bed wil en in de serre van ‘Salem’ brand sticht. Het vuur grijpt razendsnel om zich heen en zet het gebouw in lichterlaaie. Het aanwezige personeel kon veel patiënten redden, maar ondanks de grote brandweermacht en goede organisatie wordt het gebouw volledig verwoest en vinden 17 patiënten de dood. Deze ramp staat nog steeds in het geheugen van velen gegrift en heeft geleid tot andere inzichten in huisvesting van patiënten en verpleging.

<p>Een gewonde wordt in veiligheid gebracht bij de brand in het paviljoen Salem, 24-25 oktober 1970. - Foto: persfotobureau D. van der Veen, collectie Groninger Archieven</p>

Een gewonde wordt in veiligheid gebracht bij de brand in het paviljoen Salem, 24-25 oktober 1970. - Foto: persfotobureau D. van der Veen, collectie Groninger Archieven

Groot Bronswijk slaat zijn vleugels uit. In Delfzijl wordt op het terrein van de voormalige borg Vliethoven een verpleeghuis voor demente bejaarden gebouwd en ook op het terrein zelf blijven vernieuwingen en verbeteringen aan de orde van de dag. Inmiddels is het in 1972 erkend als centrum voor psychiatrische dagbehandeling. Na het honderdjarig bestaan vertrekt directeur Verhoog, maar de ontwikkelingen gaan door: in Hoogezand-Sappemeer wordt Nieuw Woelwijck geopend.

Het einde

Tijden veranderen en daarmee de inzichten. De patiëntenaantallen lopen terug, samenwerking met andere zorginstellingen komt op een hoger peil en uiteindelijk wordt in 1992 besloten Groot Bronswijk op te laten gaan in een groter samenwerkingsverband. 320 van de 400 patiënten worden verhuisd, de overige vloeien later af. De laatste zal pas in 2006 weg zijn, waarna alle panden, op de directeurswoning na, gesloopt worden.

Een nieuw begin

Wat nu met dit immense terrein van 38 hectare? Woonzorg Nederland neemt het in 2002 over en denkt er eerst 80 en later 50 seniorenwoningen te bouwen, maar in 2009 verrijst het demontabele dorp Envilla voor zo’n 1400 bouwvakkers die in de Eemshaven werken. Dat verdwijnt weer in 2012. Op inloopavonden mogen inwoners van Wagenborg meedenken. Het resultaat is dat eind 2019 de bouw van een kindcentrum in volle gang is en er een zonnepark gerealiseerd wordt. Bovendien komen er een nieuw (‘gasloos’) medisch centrum, 10 tot 12 generatiebestendige woningen en wordt het directeurspand verbouwd tot appartementen voor 24-uurszorg.

Van boerderij tot directeurswoning tot appartementen, van barmhartigheid tot gespecialiseerde zorg, van ‘armen van geest’ tot hen die de helderheid van geest verloren hebben. Er is veel veranderd, maar Groot Bronswijk leeft voort.