Groningen Stad

1889

Johan Adriaan Feith (1858-1913): Bonte Archivaris

Het beroep van archivaris zal in menig oor niet als een spannende aangelegenheid klinken, maar daar dacht Johan Adriaan Feith heel anders over. Ondanks zijn rijke afkomst en zijn doctoraat in de rechtsgeleerdheid voelde Feith zich aangetrokken tot het archiefwezen. De gevolgen daarvan zijn vandaag nog wereldwijd terug te vinden, want Feith schreef aan de hand van zijn bevindingen een handboek. Dat handboek is tot op de dag vandaag de bijbel voor archivarissen.

Johan Adriaan Feith (1858-1913): Bonte Archivaris

Het Feithhuis, waar J.A. Feith woonde. Foto: Sanne Meijer

Johan Adriaan Feith kwam in 1858 ter wereld aan de Oosterstraat in Groningen, als telg uit een rijke en vooraanstaande Groningse familie. Zijn overgrootvader was de beroemde dichter Rhijnvis Feith en zijn vader was werkzaam als rijksarchivaris. De jonge Feith raakte al op jonge leeftijd verknocht aan oude mythen en verhalen, ongetwijfeld beïnvloed door het werk van zijn vader.

Vindicat

Feith heeft zijn schoolcarrière aan het Praedinius Gymnasium doorlopen en is aansluitend rechten gaan studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen. In Feith’s studententijd werd de nadruk in eerste instantie niet op zijn studie gelegd, maar op zijn lidmaatschap bij Vindicat. Zo organiseerde hij onder meer een lustrum maskerade in 1879  en schreef over de geschiedenis van zijn studentenvereniging. Zijn inzet voor Vindicat hebben hem dan ook een erelidmaatschap opgeleverd.

Rijksarchivaris

Uiteindelijk moest de studie ook met succes worden afgerond. In 1885 behaalde Feith een doctorstitel in de rechtsgeleerdheid en een grote toekomst als jurist lag voor hem in het verschiet. Hij koos echter voor het beroep van archivaris. In het archief kon hij onder het bewind van zijn eigen vader zijn werk doen en op die manier ook veel leren. Na zeven jaar werd hij door een daarvoor benoemde commissie kundig genoeg bevonden om zijn vader als rijksarchivaris op te volgen.

Handboek voor moderne archivarissen

In die periode werden archieven in Nederland en daarbuiten ingedeeld aan de hand van chronologie. Feith ontdekte echter dat die werkwijze voor allerlei onoplosbare problemen zorgde. Daarom bedacht hij een geheel nieuwe manier van archiveren. Die nieuwe manier verwerkte hij in een boek dat onder archivarissen nog steeds a bible for modern archivists wordt genoemd.

<p>J.A. Feith. Bron:&nbsp;Foto A.S. Weinberg, Groninger Archieven (1785_19532)</p>

J.A. Feith. Bron: Foto A.S. Weinberg, Groninger Archieven (1785_19532)

Groninger geschiedenis

Feith’s voornaamste roeping was echter het populariseren van de Groninger geschiedenis. Daarom zorgde hij in 1889 voor een doorstart van de volksalmanak. Die verscheen vervolgens ieder jaar in de eerste week van december en bleek een populair cadeau voor de feestdagen. Feith schreef ieder jaar een eigen bijdrage. 

Naast de almanak stond Feith ook aan de wieg van een museum van oudheden in Groningen (voorloper van het huidige Groninger Museum). Feith was van mening dat mensen bij het zien van geschiedenis door diezelfde geschiedenis geboeid zouden raken. Het museum moest vanzelfsprekend wel gevuld worden met mooie en bij voorkeur oude voorwerpen. Daarom probeerde Feith de afdeling archeologie van de universiteit te ondersteunen. Met succes: resultaat van zijn inzet waren de vondsten van de bekende archeoloog Albert van Giffen, die nog steeds wordt gezien als één van de grondleggers van de archeologie in Nederland. Feith streed ook in de Groningse gemeenteraad en in de Provinciale Staten voor het belang van de geschiedenis.

Feithhuis

Vanaf 1908 verslechterde zijn gezondheid, waardoor hij steeds minder van zijn taken uit kon voeren. Uiteindelijk bracht hij veel tijd door in zijn prachtige huis aan het Martinikerkhof. Toen hij in 1913 zijn werk in het archief weer oppakte, overleed hij in zijn werkkamer aan een hartaanval. Het huis waarin hij vanaf 1890 heeft gewoond staat nog steeds bekend als het Feithhuis. Ook is hij in 1905 in de adelstand verheven en is in Groningen de J.A. Feithstraat naar hem vernoemd.