Pioniersgeest

1906

Moord in Overschild

Plattelandsarchitect Oeds de Leeuw Wieland (1839-1919) was een veelzijdig man, die boerderijen, burgerhuizen, winkels, villa's, café's, pastorieën, scholen en een zuivelfabriek ontwierp. In zijn voormalige woonplaats Loppersum is in de zomermaanden van 2018 een expositie rondom zijn werk te zien. Eén van de door hem ontworpen boerderijen was in 1906 het decor voor een dubbele moord.

Moord in Overschild

De boerderij aan de Graauwedijk in Overschild, in 1889 ontworpen door architect Oeds de Leeuw Wieland. Hier speelde zich in 1906 een dubbele moord af. – Foto: T. Noordenbos

In het Nieuwsblad van het Noorden stonden begin vorige eeuw twee familieberichten waarachter een groot drama schuilging. 'Onder droeve omstandigheden ontsliep heden onze echtgenoot en vader Wicher Jacob Huisman, in den ouderdom van 68 jaar. Wittewierum, 25 Aug. 1906.' Een ruime week later volgde: 'Onder de bekende droevige omstandigheden ontsliep heden ook onze lieve moeder. Grietje Alkema, wed. W. J. Huisman, in den ouderdom van 64 jaren. Wittewierum, 3 Sept. 1906.'

De dienstmeid

Het boterde niet tussen boer en boerin Huisman uit Graauwedijk, bij Overschild, en hun 19-jarige dienstmeid Jantje. Dat liep uit op een drama waarvan in de kranten verslag werd gedaan tot in het zuiden van Nederland en zelfs in de overzeese gebieden. Wat er is voorgevallen, weten we niet precies, maar het was kennelijk zo erg dat zij besloot zich van haar werkgevers te ontdoen. Het meisje, 'een niet onknappe boerendeern,' ging zorgvuldig te werk om tot haar doel te komen. Zij verving een doosje rattenkruid (arsenicum) door een doosje met meel, zodat het niet opviel dat ze het had weggenomen en op 15 augustus 1906 deed zij er wat van in de boter waarmee zij het eten bereidde. Boer Huisman werd wel ziek maar daar stoorde Jantje zich niet aan: dat was de bedoeling. De volgende dag deed zij nogmaals gif in het eten, ditmaal in de gortepap die voor Huisman en zijn vrouw waren bestemd. Maar toen liep de zaak uit de hand.

Visite

De boer en boerin waren niet krenterig en lieten zowel familieleden die langs kwamen, als het personeel ervan mee-eten. Dat deed Jantje de das om. Iedereen werd ziek en ging naar de dokter in Ten Boer. Deze constateerde, behalve bij de Huismannen en hun drie familieleden, ook bij de vaste knecht, de twee arbeiders en één van hun vrouwen identieke ziekteverschijnselen, die wezen op vergiftiging. Bij nader onderzoek bleek dat zij allemaal dezelfde pap hadden gehad en dat alleen Jantje, die niet ziek was, er niet van had gegeten. De dokter waarschuwde de burgemeester, die direct in actie kwam. 'Onmiddellijk zijn toen de rechter van instructie, de officier van justitie en de griffier naar Graauwedijk vertrokken tot het instellen van een gerechtelijk onderzoek naar de toedracht van het geval en den toestand van den personen, waarvan er enkele nog ziek te bed lagen.' Diezelfde avond nog werd Jantje na een kort verhoor door de veldwachter meegenomen en in voorlopige bewaring gesteld in de kazerne van de marechaussee te Appingedam.

Gasten en personeel herstelden, maar Huisman en zijn vrouw overleden beiden aan de gevolgen van de vergiftiging.

Bekentenis

Het meisje bleef hardnekkig ontkennen iets met het gebeuren te maken te hebben. Maar, 'na de halsstarrigste ontkentenissen, is het de justitie alhier dan toch gelukt haar tot een volledige bekentenis te brengen van hare gruweldaad.' Die bekentenis kwam niet zomaar tot stand: zij had de cipier om drie velletjes postpapier gevraagd. Later zag deze dat er nog maar één velletje over was. De beide andere waren tot snippers verscheurd. Bij elkaar gevoegd bleken zij een haar op schrift gebrachte bekentenis te bevatten.

Voor de rechtbank verklaarde Jantje, 'zeer vrijmoedig optredend', dat ze haar werkgevers alleen maar ziek had willen maken, 'omdat juffrouw Huisman altijd zoo op haar pruttelde'. De Rechtbank te Groningen veroordeelde de jonge vrouw op 24 december 1906 tot 15 jaar gevangenisstraf, er was levenslang geëist. 'De ambtenaar kon geen enkel lichtpunt voor haar ontdekken.'

Erfenis

De boerderij werd in oktober te koop gezet, maar waarschijnlijk had niemand zin om in een 'moordhuis' te gaan wonen, want bij de boedelscheiding op 23 januari 1907 werd de boerderij toebedeeld aan zoon Gepko Kornelis Huisman. Hij woonde er tot hij in 1917 burgemeester van de gemeente Ten Boer werd.

<p>De plaats van de moord. - Foto&nbsp;Janna Bathoorn, Stichting Berlagehuis Usquert</p>

De plaats van de moord. - Foto Janna Bathoorn, Stichting Berlagehuis Usquert