Grensland

1939 tot 1945

Operation Larkswood: ook Belgen bevrijdden Groningen

Niet veel mensen weten, dat ook Belgische militairen een rol hebben gespeeld bij de bevrijding van het oosten van Groningen in april 1945. Tot nu toe werd algemeen verondersteld dat de regio alleen door Poolse pantsertroepen werd bevrijd. Maar de Poolse tanks werden voorafgegaan door Belgische stoottroepen. Voordat de lokale bevolking goed en wel besefte dat ze waren bevrijd, trokken de Belgen alweer verder naar het volgende dorp. De Polen, die vlak daarna ten tonele verschenen, werden vervolgens onthaald als helden en bevrijders. De Belgen bleven anoniem.

Operation Larkswood: ook Belgen bevrijdden Groningen

Belgische SAS-militairen met hun speciaal uitgeruste jeeps in de winter. - Foto: Battlefield Tours

Het Eskadron Parachutisten SAS werd opgericht naar voorbeeld van de Engelse Special Air Service en was het troetelkind van kolonel Eddy Blondeel, een Belgisch reserveofficier bij de Artillerie. Zijn bijnaam was Captain Blunt, die hij te danken had aan zijn schuilnaam, gebruikt tijdens één van zijn opdrachten en die toen op zijn paspoort vermeld stond. Vanaf juli 1944 werden de Belgische SAS-parachutisten ingezet tijdens de strijd in Europa, nadat ze in Engeland waren opgeleid. De eenheid voerde in het bezette Frankrijk, België en Nederland veertien SAS-operaties uit.

De Rijn over

Nadat de laatste Duitse verdediging aan de Siegfriedlinie was opgeruimd, stonden de geallieerden begin maart 1945 op verschillende plaatsen aan de linker Rijnoever. Op 7 maart slaagden Amerikaanse tanks erin bij de Duitse stad Remagen de enige intact gebleven brug over de Rijn te veroveren en als eerste geallieerde legereenheid deze rivier over te steken.

Begin april 1945 stonden alle vier de Amerikaanse legers op de rechter Rijnoever. Het 3de en 7de Leger maakten zich klaar voor de opmars naar Centraal en Zuid-Duitsland, het Amerikaanse 1ste en 9de Leger zouden weldra de Duitse strijdkrachten in het Ruhrgebied in de tang nemen. Na de doorbraak bij Wesel begonnen het Canadese 1ste Leger en het Britse 2de Leger via Achterhoek en Twente aan hun opmars naar Noord-Nederland. Een gedeelte van de Brits-Canadese troepen zat echter nog altijd vast in het met rivieren en kanalen doorsneden Zuid-Nederland. Nagenoeg de hele maand april bleven Duitse eenheden op verschillende plaatsen weerstand bieden.

Voorbereidingen

Op 16 januari 1945 was Blondeels SAS-eskadron teruggetrokken uit de Belgische Ardennen om de twee weken daaropvolgend bewakingsopdrachten uit te voeren in en rond Antwerpen. Er werd immers gevreesd dat de Duitsers zouden proberen met luchtlandingstroepen de haven te veroveren. Begin februari werd het alarm afgeblazen en de eenheid werd naar Tervuren gezonden voor reorganisatie. Een nieuwe lichting para’s was intussen opgeleid, zodat hun aantal effectief verdubbelde tot ruim 350 man. Het Belgische SAS-‘regiment’ telde behalve gevechtseenheden onder meer een medisch team, een genie-eenheid en een dienst herstellingen. Tijdens de eerste maanden van 1945 werd er bovendien weer intensief getraind. Zo leerden de Belgen de knepen van counter intelligence of contraspionage: het opsporen en arresteren van spionnen en het verhinderen van vijandelijke infiltraties die bedoeld zijn om inlichtingen te vergaren.

Operatie Larkswood

Begin april 1945 was het Belgian 5th SAS Regiment klaar voor Operatie Larkswood, het beveiligen van de uiterste linkerflank van de 21ste Legergroep; de Britse en Canadese divisies die oprukten naar Noord-Nederland om er de Duitse troepen de pas af te snijden. Gelijktijdig met de Belgen werden twee Franse SAS-regimenten ingezet, onder meer in de buurt van Assen.

De Fransen moesten een aantal vitale bruggen en vliegvelden veroveren en de Duitse troepenbewegingen verstoren. Het optreden van de 700 Franse para’s tijdens Operatie Amherst, de laatste luchtlandingsoperatie voor de capitulatie van het Derde Rijk, maakte de Duitsers bloednerveus. Zoals in het verleden al zo vaak was gebeurd, koelden de Duitsers hun woede op de burgerbevolking, daarbij geholpen door Nederlandse collaborateurs. Ook enkele gevangengenomen Fransen werden gefusilleerd, net als de Belgische SAS-sergeant Raymond Holvoet. Hij was al in oktober 1944 in handen van de vijand gevallen, zou herhaaldelijk gefolterd zijn geweest door de Gestapo en werd uiteindelijk op 10 april 1945 terechtgesteld in Zwolle.

Fransen

Hoewel ze veel talrijker waren dan de Belgen, wisten de Fransen slechts enkele van hun doelen te veroveren. Dat had, behalve met de alertheid van de tegenstander, te maken met de beperkte mobiliteit. Als gevolg van de dichte bewolking waren er geen voertuigen gedropt en de Franse para’s moesten zich te voet verplaatsen, anders dus dan het regiment van majoor Blondeel. Dat beschikte voor de operatie in Nederland over honderd voertuigen, waarvan de helft bestond uit met mitrailleurs uitgeruste jeeps. Op 7 april 1945 trok het Belgian 5th SAS Regiment de Nederlandse grensstad Coevorden binnen. Van daaruit werden de daaropvolgende dagen in verschillende richtingen sterke patrouilles uitgezonden. Tijdens een van die acties raakte soldaat Alfred Becquet gewond aan de hand. Becquet had voor de oorlog een eerste prijs aan het Koninklijk Conservatorium behaald, maar hij zou zijn toekomstplannen als pianist voor altijd moeten opbergen.

Niet in de krant

In hun snelle jeeps drongen de Belgen door tot ver achter de Duitse linies, waar ze onder meer gewonde Franse para’s evacueerden. In de omgeving van Coevorden veroverden ze een brug over de Hoogeveense Vaart en ze bevrijdden er een aantal dorpjes. Toch leeft ook in die dorpen het idee dat de Canadezen de bevrijding brachten, wat vooral te wijten is aan de Hoogeveensche Courant. Deze verscheen voor het eerst weer op 16 april en bracht verslag uit van de oorlogshandelingen. De redactie beschreef alles zoals ze dat vanuit het kantoortje aan de Hoofdstraat in Hoogeveen had beleefd en kon zich niet baseren op andere bronnen. Rectificeren bleek een moeilijke zaak in tijden waarin schaarste nog heer en meester was en feiten en geruchten niet altijd gemakkelijk te onderscheiden waren. Zo werd de bevrijdingsdatum vastgelegd op 11 april en kregen de Canadezen de eer, terwijl de Belgen er al een dag eerder waren geweest. De informatie uit deze eerste krant werd nog enkele malen herdrukt in de jaren erna. Velen bewaarden deze zo waardevolle artikelen en zo werd de bevrijding gemythologiseerd. Toen die eerste Hoogeveensche Courant verscheen, waren de Belgen alweer vertrokken.

Veele

Het SAS-regiment vertrok in noordelijke richting om de opmars van de 1ste Poolse Pantserdivisie te ondersteunen. Daarbij werd verschillende malen zwaar gevochten, bijvoorbeeld in Veele, waar de Duitsers de brug over het Mussel-Aa-kanaal opgeblazen hadden. Pas na een urenlange strijd werden de verdedigers, een eenheid van de Kriegsmarine, op de vlucht gedreven en slaagden de para’s erin zwemmend het kanaal over te steken. De Duitsers hadden zware verliezen geleden, maar ook de Belgen hadden enkele doden te betreuren. Onder hen sergeant Philippe Rolin, naar wie na de oorlog de nieuwe brug in Veele zou worden genoemd.

Winschoten

Na Veele ging het verder richting Winschoten. Opnieuw ondervonden de para’s dat de Duitsers nog altijd gevaarlijke tegenstanders waren. Bij Blijham, ten zuiden van Winschoten, werden de Belgen op 15 april onder vuur genomen door allerlei geschut, opgesteld langs het Pekelderdiep. Dankzij de steun van de Poolse artillerie en een aantal RAF-Typhoons, die een opslagplaats vernietigden van waaruit de Duitsers hun tegenstanders beschoten, slaagden de Belgen er uiteindelijk in door te breken en Winschoten in te nemen.

Beerta

In het nabijgelegen Beerta bevond zich nog een laatste weerstandsnest, maar ook dat werd vakkundig opgeruimd. Bij deze laatste actie van het Belgische SAS-regiment in Nederland werd onderluitenant Denis Devignez dodelijk getroffen door een mortiergranaat, exact op dezelfde dag waarop hij tot luitenant werd bevorderd en enkele dagen voor zijn huwelijksdatum. De tragiek van de oorlog...

Tussen de 2e Poolse tankdivisie en de Belgische SAS werd in die dagen een wedstrijd gehouden om als eerste met flesjes zeewater terug te komen naar Winschoten. De Belgische SAS won deze uitdaging.