Grensland
1650 tot 1975
‘De machtigste eik van gansch Westerwolde’
In de zomer van 2020 zijn we massaal op vakantie gegaan in eigen land. Ook vroeger gingen Groningers regelmatig op vakantie in eigen provincie of op ontdekkingstocht in eigen regio. Wat dacht je bijvoorbeeld van een ‘strooptocht’ door Westerwolde? In Ellersinghuizen trok bijvoorbeeld de Dikke Eik veel bekijks. De boom is veelvuldig terug te vinden op oude ansichtkaartjes.
Ellersinghuizen is een klein gehuchtje in Westerwolde. Het is bij de lokale bevolking bekend om de Dikke Eik die er ooit stond. De gebladerde beroemdheid zou vroeger een ‘heilige stoel’ geweest zijn en was een soort bedevaartsoord voor bomenliefhebbers. Zijn dood in 1975 maakte veel emoties los.
'Strooptocht'
In augustus 1900 maakte ene H.J. Smid uit Meeden een ‘strooptocht’ door Westerwolde. Samen met een vriend wandelde hij in twee dagen van Meeden naar Ter Apel en schreef uitgebreid over het Westerwoldse landschap. Hij publiceerde zijn bevindingen een jaar later in het tijdschrift Levende Natuur. Eén van de plekken die Smid bezocht, was het gehucht Ellersinghuizen.
'Onze tocht gold nu in de eerste plaats den beroemden eik bij Ellersinghuizen, een gehucht, een half uurtje ten z. van Vlachtwedde gelegen. Een eindje het dorp door, langs een zandpaadje tusschen hooge heggen, waar we den ganzenmarsch moesten gaan, nog een slag over de esch, en we konden den reus reeds van verre zien. Daar, op een graspleintje voor de boerderij van den heer Hesse, waar zijn kruin zich naar alle kanten vrij kon uitbreiden, staat de machtigste eik van gansch Westerwolde, waarschijnlijk van heel het Noorden onzes lands en om zijnen vorm misschien eenig in Nederland.'
Een kip voor de bisschop
Ellersinghuizen is één van de vele gehuchten in de gemeente Westerwolde. Waarschijnlijk is de naam van het gehucht afkomstig van een familie Ellersingh die er ooit woonde. Het ligt iets ten zuiden van het dorp Vlagtwedde, aan de Ruiten-Aa, de levensader van het gebied. Met ongeveer 100 inwoners is het gehucht niet erg groot, maar oud is het wel: Ellersinghuizen wordt rond 1500 voor het eerst genoemd.
Ellersinghuizen was toen een marke. Dat betekende dat het deel uitmaakte van een door een boerencollectief beheerd complex van gemeenschappelijke gronden. In Ellersinghuizen stond ‘Erve Altingh’, een grote boerderij. Wubbe Altinck, geboren omstreeks 1530, is de oudst bekende bewoner. Hij wordt in oude documenten genoemd als betaler van hoenderbelasting. In ruil voor ‘bescherming’ van de Bisschop van Münster moesten Westerwolders elk jaar op 29 september belasting betalen in de vorm van een kip. Eén kip in een huis waar rook op gaat, was de regel. En dus bracht ook Wubbe Altinck een kip naar het kippenbelastingkantoor in de buurt van Ter Apel.
De familie Altinck (later Altingh) bleef maar liefst acht generaties lang op de boerderij in Ellersinghuizen wonen – tot 1757. In dat jaar werd de Erve Altingh, middels een executoriale verkoop, voor 2500 Carolusguldens verkocht aan de familie Hesse. Ook deze familie bleef lang op de boerderij wonen. In 1916 brandde deze af. De weg waar de boerderij al die jaren aan had gestaan, stond inmiddels bekend als de Dikke Eikweg werd.
Dikke Eik
De Dikke Eikweg was vernoemd was naar de eikenboom die in de tuin van de Erve Altingh stond. De boom werd in de volksmond ook wel de ‘Hesse-Eik’ genoemd. Nadat deze boerderij was afgebrand, stond de eik eenzaam in het veld en was die van verre al duidelijk te zien. In 1941 kwam de boom in het bezit van de Stichting Het Groninger Landschap.
De boom stond inmiddels bekend als de Dikke Eik. Niet zonder reden: volgens de overlevering waren er vier volwassen mannen nodig om de stam te omvatten. De bronnen verschillen, maar de diameter wordt geschat op ongeveer 1.80 meter, en de kruinbreedte was wel 42 meter. Ondanks die imposante afmetingen was de eik niet erg hoog: ‘slechts’ 14 meter. De eik was dus drie keer zo breed als hoog.
Hillige Stoule
Zo’n bijzondere creatie wordt natuurlijk al snel het middelpunt van bijgeloof en volksverhalen. Zo gaat het verhaal gaat dat er héél vroeger recht werd gesproken bij deze boom. Dat is echter onwaarschijnlijk, want de boom werd op zijn vroegst pas in de zeventiende eeuw geplant. Wel stond de Dikke Eik aan een kerkpad dat naar de kerk van Vlagtwedde voerde en was de boom, wederom volgens de overlevering, een vaste stopplaats in heilige processies. De Dikke Eik was daarmee een ‘Hillege Stoule’, een heilige stoel.
Kap
Maar de Dikke Eik is niet meer. Al in de negentiende eeuw was de beroemdheid verzwakt en in 1948 besloot de stichting Het Groninger Landschap dat de boom eigenlijk niet meer levensvatbaar was. De Dikke Eik moest worden gekapt. Maar daar staken liefhebbers van de Dikke Eik een stokje voor. Hoewel in de jaren vijftig, zestig en zeventig keer op keer werd vastgesteld dat de eik feitelijk al afgestorven was, werd er gewacht tot de boom compleet dood was alvorens de kap werd hervat. Dat was uiteindelijk pas in 1975.
Het MOW in Bellingwolde heeft een stuk gedenkhout van de Dikke Eik in de collectie. Het object herinnert aan de kap van de boom.
Bronnen
Houting, E., K.R. de Poel en H. Vrijer. Westerwolde: Over het landschap en de dorpen. Leeuwarden: Noordboek, 2013.
Meijer, Klaas. "Zo was 't - Afl. 94: Rook uit de Schoorsteen". Onstwedde Info.
Smid, H.J. “Een strooptocht door Westerwolde”. Levende Natuur 5-6 (1901), 135-141.
Auteur onbekend. “Erve Altingh (Erve Altinck)". Ellersinghuizen.nl.