Bommen Berend en de Studenten Compagnie
Al jaar in jaar uit viert Groningen op 28 augustus Gronings Ontzet met een paardenkeuring, een kermis en vuurwerk tot slot. Maar wat is Gronings Ontzet eigenlijk?

Daarvoor moeten we teruggaan naar het jaar 1665. Nederland en Engeland zijn in oorlog. De bisschop van Munster, die aan Engelse zijde meevecht, valt Groningen aan. Op de stadswallen vechten de burgers terug. Ze krijgen versterking van studenten.
Lang duurt het beleg in 1665 niet. De bisschop blaast de aftocht en de studenten gaan weer aan de studie. In 1672 doet de bisschop van Munster weer een poging om Groningen in te nemen. En weer schiet de studentencompagnie de burgers te hulp. Van een inname is het niet gekomen. Na vier maanden geeft Bommen Berend het op en de studentencompagnie wordt ontbonden.
Loos alarm?
In 1665 voeren Nederland en Engeland oorlog. Karel II van Engeland overtuigt de bisschop van Munster mee te vechten tegen Nederland. Nadat de bisschop eerst Gelderland en Overijssel is binnengevallen, rukte hij op naar Groningen. De stad voelt zich bedreigd en roept haar burgers op om de wallen te bewaken. Vrijwel alle 120 studenten melden zich vrijwillig om de stad te verdedigen. Zij krijgen toestemming van Gedeputeerde Staten (de RUG was toen een Provinciale Academie) om een Academische Compagnie te vormen.
Op 16 oktober 1665, de eerste dag van het wachtlopen, krijgen de studenten van Gedeputeerde Staten een vaandel, een geweer en een gedragsreglement. Het komt echter niet tot een belegering. De studenten houden alleen maar de wacht onder het toeziend oog van enkele hoogleraren. De verveling slaat al gauw toe, wat een paar keer leidt tot schermutselingen. Na twee maanden wordt de compagnie ontbonden en de colleges worden hervat.
De belegering van Bommen Berend
In de zomer van 1672 staat het Munsters-Keulse leger van de bisschop van Munster voor de tweede keer voor de stadspoorten. Groningen wordt bestookt met bommen, granaten en gloeiende kogels. Daar dankt de bisschop zijn bijnaam Bommen Berend aan. Op veel plaatsen breekt brand uit. Het Groninger garnizoen lijkt met zijn 1200 meest ongeoefende burgers en soldaten niet veel kans te maken. Weer melden zich een aantal studenten om de stad te verdedigen. Gedeputeerde Staten stuurt hen naar generaal Rabenhaupt, die de besten eruit selecteert. Intussen moet de senaat zorgen dat het academiegebouw niet in brand vliegt. Er wordt een ton met water neergezet en twee studenten bewaken 's nachts de bibliotheek.
Na vier maanden trekt de vijand zich terug en wordt het wachtlopen opgeheven. De Vrijwillige Studenten Compagnie komt op 8 november in de Academiekerk bijeen voor een herdenkingsplechtigheid, waarbij de rector de studenten veel lof toezwaait en hen complimenteert met hun plichtsbesef en dapper gedrag. Hij gaat zelfs zo ver dat hij Groningen vergelijkt met Rome en de antieke wereld. Als herinnering reiken de curatoren een zilveren gedenkpenning uit aan de studenten.
