Macht & Pracht
De essen van Westerwolde
Ze zijn hier en daar nog duidelijk te herkennen: de verhogingen in het landschap, in een ver verleden door de natuur opgeworpen, maar door mensenhanden op de huidige hoogte gebracht.

Ter Wupping, een van de oorspronkelijke gehuchten in het essenlandschap langs de Ruiten Aa. - Foto: Marketing Groningen
Na het ontstaan van het Bourtanger Moeras, ongeveer 5000 jaar voor Chr., was de streek bijna onbewoond. Pas rond 600 na Chr. vestigden zich weer pioniers op de zandrug die wigvormig in het veen lag. De bewoners van toen schikten zich naar de omstandigheden en veranderden weinig aan hun leefomgeving.
In de middeleeuwen nam de bevolking toe en ontwikkelden zich buurtschappen die gezamenlijk de hoger gelegen akkercomplexen, de essen, gingen beheren. Zo ontstonden de esdorpen Sellingen, Vlagtwedde, Onstwedde en Wedde. Een losse verzameling van boerderijen met rond de hoeves ruimte voor tuinbouw.
Essen, meden en woeste gronden
De lager gelegen graslanden langs de kleine riviertjes Ruiten Aa en Mussel Aa waren ’s zomers in gebruik als weide- en hooiland voor het vee. De schapen scharrelden hun kostje bij elkaar op de niet voor akkerbouw geschikte woeste heide- en veengronden. De bewoners haalden hier ook hun turf en er werden plaggen gestoken, die samen met de dierlijke mest direct op de essen werden gebracht.
Later kwam de potstal in zwang. Plaggen en strooisel dienden als onderlaag voor de potstallen, waarin het vee ´s winters verbleef. De dieren trapten hun mest in de bodemlaag, die door het regelmatig opbrengen van schoon materiaal steeds dikker werd. Als na de winter het vee weer naar de graslanden, de meden, werd gedreven, werd de vruchtbare potstalmest op de es gebracht en verspreid. Eeuwenlang was er een stevige balans tussen de hoeveelheid landbouwgrond in verhouding met de hoeveelheid gras- en hooiland en de veestapel die daarmee gevoed kon worden én de mest die dat weer opbracht. Het één kon niet zonder het ander.
Essenzweemdorpen
Naarmate het drukker werd in de esdorpen trokken sommige bewoners naar de kleinere dekzandkoppen in het landschap om daar de grond in cultuur te gaan brengen. Nieuwe essen ontstonden en daarbij ook nieuwe nederzettingen, zoals Sterenborg, Ter Wupping, Smeerling, Veele en verder zuidwaarts Ellersinghuizen, Weende, Wollinghuizen, Jipsinghuizen, Ter Borg en Laude.
Alle eigengeërfde boeren kregen steeds een aandeel in de vers in cultuur gebrachte grond, waardoor de grond van elke boer over een groot aantal locaties verdeeld lag. Toch waren er binnen de es geen erfafscheidingen, geen hekken, geen sloten. Rond de es vaak wel een wal of dicht struikgewas om vee en wild bij de gewassen weg te houden.

De kavelstructuur van de Wester Esch in 1832. - Bron: hisgis.nl

De luchtfoto van de Westeresch uit 1933 toont nog dezelfde kavelstructuur als een kadastrale kaart uit 1832. Nu worden deze historische kavelstructuren zo veel mogelijk hersteld. – Foto via 'ESsentie Westerwolde'
Vervening en ruilverkaveling
Echt grote veranderingen kwamen er pas na het graven van het Stadskanaal, waarmee in 1765 werd begonnen. Grootschalige turfwinning veranderde het omliggende landschap voorgoed. De vrijgekomen grond werd in gebruik genomen voor landbouw en nieuwe dorpen ontstonden. De uitvinding van kunstmest maakte dat ook woeste gronden vruchtbaar gemaakt konden worden. In de 19e en begin 20e eeuw werden Ruiten Aa, Mussel Aa en Veelerdiep gekanaliseerd en het Ruiten Aa- en Mussel Aa-kanaal gegraven om de waterhuishouding te kunnen controleren.
De laatste grote veranderingen aan het oude landschap werden veroorzaakt door de ruilverkaveling, door overheid en landbouworganisaties. Dit bracht welvaart, maar veegde veel geschiedenis uit het landschap en veranderde de biotoop voor flora en fauna dusdanig dat veel soorten uit de natuur van Westerwolde verdwenen.
Westeresch
Maar nieuwe inzichten hebben gemaakt dat de riviertjes hun oude loop weer terug hebben. Ook bij Veele op de Westeresch is een mooi project gaande. De Westeresch heeft bestemming ‘natuur’, en maakt in zijn geheel onderdeel uit van Natuurnetwerk Nederland. Ook hier zorgde de ruilverkaveling, bestrijdingsmiddelen en het verdwijnen van houtwallen voor verarming van het landschap en een afname van plant-, dier-, en vogelsoorten. Op oude kaarten en luchtfoto’s is te zien hoe het aantal kavels op de es van 140 in 1832, daalde naar 8 in 2017. Gezocht wordt naar een manier van beheer door middel van natuur-inclusieve akkerbouw, werkbaar voor de boer met moderne machines, maar waarmee de oude biodiversiteit hersteld kan worden. De akker is inmiddels aan de hand van oude kaarten teruggebracht naar 40 kavels. Nu maar hopen dat soorten als patrijs, paapje, veldleeuwerik en grauwe gors snel doorhebben wat hier gaande is!
Gezamenlijk project
Het project ESsentie wordt uitgevoerd op en rondom de Westeresch bij Veele. De akkers zijn eigendom en onder beheer van Staatsbosbeheer en in pacht uitgeven aan boeren uit de streek. Naast de pachters wordt in dit project samengewerkt met de Provincie Groningen, de Werkgroep Grauwe Kiekendief en een particuliere initiatiefnemer, een omwonende van de Westeresch.
Er zal onderzoek worden verricht, onder andere door de Rijksuniversiteit Groningen. Het project kan een voorbeeld gaan worden voor andere, nog bestaande essen in Westerwolde.