Wad & Water

1717

De Kerstvloed van 1717 en de resten van Wierhuizen

Nu is Wierhuizen een klein gehucht, maar oorspronkelijk was het een dorp van behoorlijke omvang. In de nacht van 24 op 25 december 1717 werd het Noorden van de Nederlanden tot Sleeswijk Holstein aan toe door een stormvloed overspoeld met water. Na een dagenlange zuidwesterstorm draaide de wind in de Kerstnacht met orkaankracht naar het noordwesten. De dijken langs de kust - waaronder de Oude Dijk ten noorden van Pieterburen - werden voor een groot deel weggevaagd. In het hele gebied kwamen 14.000 mensen om het leven.

De Kerstvloed van 1717 en de resten van Wierhuizen

De Kerstvloed van 1717 was de laatste grote overstroming in Noord-Nederland.

Het water reikte helemaal tot aan de stad Groningen en ook Zwolle, Amsterdam en Haarlem hadden last van het water. Toen de zee zich weer terugtrok was de schade haast niet te overzien; in de hele provincie kwamen zo’n 2100 mensen om en werden 1560 huizen verwoest. 
De dorpjes die bij de kust lagen werden soms in zijn geheel weggespoeld, zoals bij Wierhuizen het geval was. Het dorp werd zwaar getroffen door de ramp:

“Seventien huusen,
viertig minschen,
agt-enviertig hoornde-beesten,
ses-en-twintig Paarden,
één Verken
en drie-en-sestig schaapen”

werden verzwolgen door het water. De kerk raakte door de overstromingen onherstelbaar beschadigd.

Wonderbaarlijke redding

Een van de bewoners van Wierhuizen overleefde de ramp op wonderbaarlijke wijze. Terwijl zijn vrouw en vijf kinderen verdronken, wist ene Albert te ontkomen. Door een stuk hout vast te houden, is hij door de stroom helemaal naar Ulrum gedreven. Hier is hij door de kracht van een golf in een boom geraakt, vanwaar hij door een volgende golf over de gracht gesmeten werd en in een boom in de tuin terecht kwam. Vanaf hier kon hij naar het huis vluchten, waar hij aan de verdrinkingsdood kon ontkomen. Een erg beminnelijk mens schijnt deze Albert niet geweest te zijn: later zou hij gezegd hebben dat hij “nooit in zijn leven een gelukkiger dag te hebben gehad, dan de dag dat hij zoo in eens van al de zorgen van zijn gezin was ontslagen.” 

De dijk van Van Seeratt

Wierhuizen kwam de klap nooit weer te boven. De beschadigde kerk werd afgebroken en niet weer opgebouwd. De begraafplaats bleef echter in gebruik. De overlevenden bouwden hun leven weer op, maar verder van de dijk. Dat Groningen na 1717 niet weer door een vergelijkbare ramp getroffen werd, is grotendeels te danken aan de kundigheid van het nieuwe hoofd van waterstaat Thomas van Seeratt. Na het leiden van de reddingsoperatie, gaat de van oorsprong Zweedse Van Seeratt zich bezighouden met dijkherstel. Hij had al een jaar voor de ramp de gedeputeerden van de provincie laten weten weinig vertrouwen in de dijken te hebben. Met ‘eigen lijfsgevaar’ begeeft hij zich in het rampgebied om de toestand te inspecteren en in enkele jaren wist hij de bedijking grondig te verbeteren.

Film: De Kerstvloed (2015)

In 2015 ging de film De Kerstvloed in première: 

‘Laat mij de dijken verbeteren, anders wacht Groningen een grote ramp’, waarschuwt Thomas van Seeratt. De Provincie hoont zijn woorden weg. Een half jaar later snijdt de kleine Dirkje een kerstster aan een tak. Samen met haar familie verheugt ze zich op kerstavond. Die nacht breekt een stormvloed de dijken. Thomas van Seeratt krijgt gelijk: de Ommelanden en de Stad lijden grote verliezen. Dirkje drijft verloren rond. Aan van Seeratt de historische taak de ramp te bestrijden. De Kerstvloed laat het persoonlijke en politieke verhaal zien van een vergeten held. Sinds Thomas van Seeratt de dijken verbeterde, is Groningen nooit meer overstroomd.