Groningen Stad

1815 tot 1939

De spotprenten van Albert Hahn: ‘Schrikbarend direct’

Albert Hahn (1877), een van Nederlands bekendste spotprenttekenaars, overleed op 3 augustus 1918 na een productief leven dat zijn schaduwkanten kende. Dankzij onder meer het werk van Hahn bereikte deze vorm van satire een hoogtepunt in Nederland. De prenten weerspiegelen een verdwenen tijdgeest en Hahns prenten doen dat nog steeds op een heel directe manier.

De spotprenten van Albert Hahn: ‘Schrikbarend direct’

Albert Hahn poseert als decoratieschilder, ca. 1894-1896. – Foto: Collectie Groninger Archieven

Albert Pieter Hahn werd op 17 maart 1877 geboren in Groningen als zoon van een glasschilder, lijstenmaker en decorateur van uithangborden. Het gezin, bestaande uit twee dochters en drie zoons, kon nauwelijks rondkomen van de inkomsten van vader. Daarnaast kampte Hahn al op jonge leeftijd met de gevolgen van tuberculose en moest hij vaak het bed houden. Zo kon hij de Lagere School niet afmaken en zei hij zelf over de armoede: ‘Want we hadden ’t dood-arm. (…) en ‘k heb altijd ’t idee dat mijn gezondheid (…) daaronder is geknauwd.’

Maatschappelijke kwesties

Tijdens zijn tienerjaren moet hij zelfs twee jaar in een rekverband in het ziekenhuis liggen. Hij gebruikte zijn tijd om te tekenen, te observeren en te luisteren naar de debatten over de maatschappelijke kwesties die speelden in de Veenkoloniën. Ondanks zijn ziekte rondde hij in 1896 de Academie Minerva met succes af en vertrok hij naar Amsterdam voor een opleiding aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid. Tijdens die studie raakte Hahn steeds meer betrokken bij het socialisme en hij sloot zich in 1900 aan bij de Sociaal Democratische Arbeiderspartij.

'Gansch het raderwerk...'

Na het behalen van zijn akte ging Hahn aan de slag als leraar aan de Ambachtsschool en probeerde hij daarnaast zoveel mogelijk bij te klussen. In 1902 werd bij het sociaal-democratische dagblad Het Volk besloten tot het uitgeven van een Zondagsblad. Voor een wekelijkse politieke prent werd een tekenaar gezocht. De ingestuurde tekening van Hahn werd verkozen tot de beste en op 6 juli 1902 verscheen Hahns eerste prent. Het nieuwe blad kreeg een impuls toen Hahn in 1903 verschillende prenten tekende over de spoorwegstaking. De prenten Gansch het raderwerk staat stil, Onder de dwangwetten en de Worgprent, waarop Abraham Kuyper een geketende arbeider wurgt, waren fel, actueel en zeer vernieuwend. Zo kreeg Hahn een vaste plaats bij het Zondagsblad en deed hij het werk van zijn concurrenten verbleken. Zelf zei hij over de politieke prenten; ‘Zo’n spotprent is zo schrikbarend direct; daar hoef je geen woord bij te zeggen of te denken.’.

'Kuyperkop'

Naast politiek gerelateerd werk, kreeg Hahn ook veel opdrachten voor bijvoorbeeld kalenders, affiches voor tentoonstellingen en toneelverenigingen en in de commerciële sector voor Verkade en Philips. Maar dagblad Het Volk en het Zondagsblad, dat in 1907 De Notenkraker werd gedoopt, bleef zijn grootste werkgever. Tijdens zijn arbeidsproductieve jaren tekende Hahn zo’n 3600 prenten voor het blad. De grootste bekendheid kreeg hij met zijn prenten waarop de antirevolutionaire voorman Abraham Kuyper afgebeeld stond. Hahn zei hierover: ‘Zo’n Kuyperkop heb je door den tijd eigenlijk zelf eigenlijk helemaal verzonnen, en me dunkt die heeft niets meer van ’t origineel. (…) Zo’n kop heb je natuurlijk nodig, zo’n hoofd van Jut, waar je alles mee doen kunt. Dat is Kuyper voor mij.’

Naast de politiek van Kuyper maakten ook de prenten van Hahn over de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog grote indruk. Ze waren een felle aanklacht tegen het militarisme en geweld en gaven Hahn brede erkenning van zijn werk. Het einde van de Eerste Wereldoorlog mocht hij niet meer meemaken: hij stierf enkele maanden eerder in zijn woonplaats Watergraafsmeer.