Pioniersgeest

1919 tot 1948

De stoomtram als voortrekker

OG is een begrip in Oostelijk Groningen. De stoomtram, in de volksmond Ol Grait genoemd, zorgt begin 20e eeuw voor ontsluiting van het platteland. De tram als voortrekker van de regio. De lijn Winschoten-Ter Apel komt in 1915 gereed; die naar Delfzijl vier jaar later. Op zaterdag 5 juli 1919 is de feestelijke opening.

De stoomtram als voortrekker

Opening van de lijn Winschoten-Delfzijl op 5 juli 1919. De stoomtram is feestelijk versierd. – Foto: Tonnis Post

De stoomtram is voor de gelegenheid vrolijk uitgedost. Vlaggen met speerpunten voorop de neus van de locomotief. Dennengroen aan de zij- en voorkant. Voor de ramen van de rijtuigen hangen gordijntjes tegen het zonlicht. Naast de tram poseren op het perron van Winschoten de hoge heren. Hoeden op, het boord stijf gespannen om de nek. De enige dame in het gezelschap, waarschijnlijk de vrouw van directeur Theo Verlaan, die links op de ’bok’ staat, heeft de wandelstok bij de hand. Machinist Geert Adams (links vooraan) is de enige met pet en stokersjas. Hij kijkt ernstig in de camera, beseffend dat de openingsrit vlekkeloos moet verlopen. Immers, op zaterdag 5 juli 1919, rijdt de Stoomtramwegmaatschappij Oostelijk Groningen (OG) voor het eerst tussen Winschoten en Delfzijl. Vier jaar eerder is de lijn naar Ter Apel gereed gekomen.

Onderweg, halverwege de rit naar het Noorden, in de buurtschap Lutje Loug bij Oostwold zingen de kinderen van het schooltje de tram spontaan toe. Meester componeert en schrijft een vier coupletten tellend feestlied. In de Winschoter Courant van dinsdag 8 juli staat een kort verslagje van de rit en wordt het feestlied integraal afgedrukt: 'Wij vernemen dat de directie besloten heeft de schoolkinderen te Oostwolderpolder op nader te bepalen dag kosteloos een reisje naar Delfzijl of naar Winschoten aan te bieden.'

De initiatiefnemer van de stoomtram, dr. Dirk Bos, maakt de uitbreiding van het tramwegennet niet mee. Hij overlijdt in 1916 op 53-jarige leeftijd. Het Kamerlid uit Winschoten ontvouwt al in 1905 zijn plan voor een netwerk van trams in Oostelijk Groningen. Driehonderd kilometer rails, van noord naar zuid, van west naar oost. De tram zal het gebied ontsluiten, zo is zijn overtuiging en de economie een impuls geven. Door concurrentie van de autobus blijft het bij 83 km tramrails. Geen spinnenweb van trams; slechts twee lijnen, met een aftakking naar Bellingwolde, blijven over van de droom van dr. D. Bos.

<p>De stoomtram passeert een belangrijke halte, Hotel De Witte Zwaan in Oostwold, nu een lege plek in het dorp. &ndash; Foto: Archief Peter Akkerman</p>

De stoomtram passeert een belangrijke halte, Hotel De Witte Zwaan in Oostwold, nu een lege plek in het dorp. – Foto: Archief Peter Akkerman

Brochure

De directie van OG doet er echter alles aan om de tram te promoten en reclame te maken voor een bezoek aan Oost-Groningen. In een met zwart-witfoto’s verluchte brochure wordt de aanleg van de tramlijn uitvoerig uit de doeken gedaan. Niet alleen van belang voor passagiers maar ook voor het vervoer van landbouwproducten en vee. En niet te vergeten voor gezelschappen of speciale tramritten zoals die naar het dierenpark Emmen of naar het zeebad in Delfzijl. De tram naar Emmen vervoert voor de oorlog zo’n 3000 personen; het zeebad is iets minder populair en begroet jaarlijks 1000 liefhebbers.

De brochure uit 1939 schetst in het kort de geschiedenis van de Stoomtramweg Maatschappij Oostelijk-Groningen. Naast dit historisch overzicht krijgt de reiziger een uitgebreide reisgids mee ’Kris-Kras door Oostelijk-Groningen’.

In hier en daar wat gezwollen proza wordt de toerist lekker gemaakt deze streek van Nederland niet links te laten liggen. Over Westerwolde wordt gezegd: 'Het is een land van schilderachtige riviertjes, van prachtige vergezichten, van mooie hoekjes en aardige dorpen, verscholen in hoog opgaand geboomte.'

'Wijsgeerige rust'

Over het Oldambt zingt de scribent zelfs een toontje hoger: 'Dit is het land van den Groninger boer, van het heerlijk weldadig vette kleiland. De zon laat vonkjes schieten uit de blauw geglazuurde pannen van de groote boerenhoeven. Het leven van dit land is een leven van vreugde en een leven van liefde, een leven van geven, van schenken uit groote overvloed. Maar ook ernstig, zwaar somber kan dit land zijn. De stille tuinen rondom de groote boerenhoeven zijn stil vol wijsgeerige rust.'

Maar ondanks die lyrische woorden verliest de tram als vervoermiddel de slag. De autobus wint zichtbaar terrein. De directie van OG probeert het tij nog te keren en zet naast de tram eigen autobussen in. De doodsteek komt echter als de provincie en de Nederlandse Spoorwegen de GADO een concessie verlenen om het streekvervoer in de driehoek Groningen-Delfzijl-Ter Apel op poten te zetten.

Nog even leeft OG op ten tijde van de oorlog als de Duitsers de autobussen vorderen, maar in 1948 is het exit OG. De laatste rit is het zandvervoer voor de aanleg van de snelweg tussen Scheemda en Heiligerlee. Daarna verdwijnt OG uit het straatbeeld. De locs gaan naar Egypte; de rijtuigen krijgen een andere bestemming, variërend van bedevaartswagon tot woning, van varkensstal tot directiekantoor.

Een roemloos einde van een roemruchte tramlijn.

Met dank aan:
Peter Akkerman en Geert de Weger
Stoomtramwegmaatschappij Oostelijk Groningen 1915-1948