Pioniersgeest

1815 tot 1939

Een eeuwelinge over haar jeugd in Finsterwolde

Zij is nog goed bij de tijd. Voor de onderwijzeres in ruste is de einder in zicht, maar zij is nog lang niet op. Maria Nijlunsing-Muller, 103 jaar reeds, is scherp van geest en blikt terug op haar jaren in Finsterwolde. Met het album op tafel bladert zij door een deel van haar leven en kleurt zo een tijd in die lichtjaren verwijderd lijkt.

Een eeuwelinge over haar jeugd in Finsterwolde

Maria Nijlunsing-Muller thuis in haar eigen woning in Hattem. Haar herinneringen liggen in albums voor haar. De oud-onderwijzeres uit Finsterwolde is met haar 103 jaar nog scherp van geest. – Foto: Cees Stolk

Als ze in 2014 honderd jaar wordt verlangt ze een zoen: 'want ik had nooit gedacht zo oud te worden. Ik was als kind vaak ziek.' Ze krijgt die zoen ook, van de burgemeester, de dokter, de dominee en… de visboer. Maria Hermanna Muller (getr. Nijlunsing) ziet er niet oud uit. Ze oogt niet broos of verschraald. Kranig beweegt ze zich door haar huis in Hattem. Zonder rollator, zonder stok. Ze woont nog zelfstandig en doet alleen een beroep op Buurtzorg voor het aantrekken van de steunkousen.

Haar geboortedatum is een bijzondere. Haar geboortedatum is een bijzondere. Een maand na haar geboorte op 28 mei 1914 schiet de Bosnische nationalist Gavrilo Princip de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand dood. Nog een maand later breekt de Eerste Wereldoorlog uit die 35 miljoen levens zal eisen.

Op jaar vijftiende verjaardag wordt op 28 mei 1929 tijdens de langdurige landarbeidersstaking Eltje Siemens doodgeschoten, in de buurt van haar huis.

Winkel

Haar wieg staat in Bellingwolde. Als zij twee jaar is, kopen haar ouders het huis van een overleden familielid in Finsterwolde en verbouwen het pand tot een levensmiddelenzaak, nu kapsalon Henny aan de Hoofdweg 121. Vader gaat aan de slag als timmerman en moeder bestiert de Victoria kruidenierswinkel.

Maria groeit op in een dorp vol armoede. Als haar vijf jaar oudere zusje Harmanna Maria (Mannie) eens een niet betaalde rekening bij een arme vrouw brengt, zegt die tegen haar: 'Dou hom doar moar in.' En ze houdt Mannie een kolentang voor en stopt die met rekening en al in het vuur.

Een voorval uit die tijd staat haar nog helder voor de geest. 'Op de lanen achteruit woonden de arme gezinnen. De huizen waren bewoond door vier gezinnen. Twee voor en twee achter, de schuren aan elkaar. De vader van mijn vriendinnetje Truitje Molenkamp was werkloos. Dan moest hij naar het gemeentehuis om erwten of bonen te halen. Een volle zak op een kruiwagen. De zakken werden thuis op tafel geleegd en uitgezocht. Het hele gezin hielp mee, ik ook. We moesten de slechte bonen eruit halen en dan bracht haar vader die weer naar het gemeentehuis, de slechte apart natuurlijk.'

'Wat veel indruk op mij maakte was een arm gezin waar twee kinderen van drie en vier jaar gelijktijdig ziek waren. Ze lagen samen in de bedstee in de kamer. Ze overleden een dag na elkaar. Met moeke ging ik op condoleancebezoek. De kistjes stonden in de kamer op de grond.'

Regenbak

Waterleiding is er niet in die jaren: elk huis heeft een regenbak. Is die leeg, dan daalt haar vader met een ladder af en maakt de boel beneden schoon. 'Hadden we een tekort aan water, dan kwam de waterwagen langs. Die haalde water bij de Nortonpomp bij Ganzedijk. Voor twee cent kreeg je een emmer water.'

De winkel is geen vetpot. Vader Muller doet er van alles bij: koster in de kerk, drager bij begrafenissen en vertegenwoordiger van Turkenburg zaden. Rond hun huis scharrelt allerlei levende have: varkens, kippen, poezen en de hond Tiras. 'Pa had een lange, dichte wagen waar Tiras voor gespannen werd. In die wagen werden de boodschappen rondgebracht, vooral naar Ganzedijk. Moeke fokte de biggen op. We hadden hokken vol varkens. De haantjes werden geslacht. Daarna werden de veren geplukt en later gebruikt als hoofdkussen. Ik heb er nog een paar bewaard.'

Tot haar 14e doorloopt zij de lagere school. Daarna gaat zij op aandringen van moeder naar de ULO in Winschoten, waar zij meteen in klas 2 mag aanschuiven. 'Duits en Frans had ik al gehad. Ik moest 's morgens eerder naar school om extra lessen Engels te volgen. Maar dat ging nogal vlot. Want talen lagen me wel.'

Eindexamen

Na drie jaar doet zij eindexamen; schriftelijk in Winschoten en mondeling in Groningen. Haar moeder vindt haar nog te jong om helemaal de reis naar de Grote Stad te ondernemen en stuurt haar oudere zusje mee. Ze slaagt en dan besluit moeder na overleg met de directeur dat zij vervolgonderwijs zal volgen op de kweekschool (nu PABO).

In 1935 haalt ze haar diploma, maar komt (nog) niet in aanmerking voor een baan als onderwijzeres. 'Jaren dertig, crisisjaren, ouderen hebben bij sollicitaties voorrang. Het was een slechte tijd. Er werd weinig verdiend. In 1929 was er een grote landarbeidersstaking. Stakers tegen de overheid. De marechaussee er op af. Precies op mijn verjaardag viel er een dodelijk schot. Dat zal ik niet gauw vergeten.'

Na enkele invalbeurten in onder andere Ganzedijk en Ekamp krijgt ze een vaste baan in februari 1938 in Finsterwolde, waar ze de halve tweede en de hele derde klas bestiert, in totaal 54 kinderen. 'Ik ben eens door een NSB-boer op het matje geroepen. Hij vond dat zijn kinderen niet genoeg aandacht kregen en begon mij te dreigen. Hij is na de Duitse overgave de grens over gevlucht.'

Op haar 30e gaat ze het huis uit en verbreedt haar horizon. Als schooljuf vindt zij een betrekking in Tynaarlo en later in Vries (Dr). In die plaats leert ze Harm Jan Nijlunsing kennen en met hem trouwt zij op 29 oktober 1948 in… Finsterwolde, tijdens de herfstvakantie, op een vrijdag, een gratis dag voor een huwelijk toen. 'Het bruidsboeket moest met de melkwagen uit Winschoten komen. Harm Jan ging met de fotograaf in de auto naar Beerta waar de melkwagen langsreed. Ze kwamen net op tijd terug met boeket en corsages. Harm Jan en ik gingen in de auto, de rest moest lopen. Het was een sobere trouwerij.'

Zondags reist het stel met bus en trein naar Hattem, waar haar man een baan heeft. De volgende dag gaat Harm Jan weer naar school. En zij? 'Ik mocht niet meer. Ik was immers getrouwd.' Ze kijkt er een tikje sip bij.

<p>Maria Nijlunsing-Muller thuis in haar eigen woning in Hattem. Haar herinneringen liggen in albums voor haar. De oud-onderwijzeres uit Finsterwolde is met haar 103 jaar nog scherp van geest. &ndash; Foto: Cees Stolk</p>

Maria Nijlunsing-Muller thuis in haar eigen woning in Hattem. Haar herinneringen liggen in albums voor haar. De oud-onderwijzeres uit Finsterwolde is met haar 103 jaar nog scherp van geest. – Foto: Cees Stolk