Pioniersgeest

1900 tot 1963

Een schooltje in de Oostwolderpolder

Lutje Loug, het streekje ten noorden van Oostwold, viert 29 juni feest. De Oostwolderpolder ter linkerzijde bestaat 250 jaar, die rechts 200 jaar, de Finsterwolderpolder. En daartussen bloeide een buurtschap op. Met een heus schooltje. Zanger Hink Uil was één van de laatste leerlingen.

Een schooltje in de Oostwolderpolder

Hink Uil als zesjarige naast meester Streuper in de schoolbank voor een schoolplaat van Ned-Indië. - Foto: archief Hink Uil

Een aanduiding ontbreekt. Slechts een strakke polderweg. Aan één kant bewoning, aan de andere kant de wijde blik. Boerderijen heten hier niet heerd maar hoeve. Soms hoor je te midden van geknor een zachte g. Boeren van elders zijn gekomen en geven het landschap een ander aanzien.

Aan het eind van die 2,5 kilometer rechte streep, bij v/h de tol en het Zielhoes, bij Oude Zijl, stond ooit het schooltje. Een eenmansschooltje op het laatst in de jaren vijftig van de vorige eeuw, in 1860 gesticht voor de polderkinderen uit Nieuwolda en Oostwold. Rond de twintigste eeuw krioelt het daar van het jonge grut. Tussen de vijftig en zestig leerlingen telt de dan tweeklassige school. Meester woont inpandig. Ouders uit de wijde omgeving stellen een soort rooster op wie de kinderen wanneer naar school brengt.

In het album Mijn dorp, opgetekend door Eva Broekema-Vos, bestuurslid van de Plattelandsvrouwen Nieuwolda e.o. wordt gesproken van drie paar ouders die bij toerbeurt zorgen dat de kinderen met ’voertuig en paarden’ worden gebracht. Een vierde ouder, een smid, hoeft niet te rijden. Hij moet, blijkens de aantekeningen van mevrouw Broekema zorgen 'dat het gerij in orde' blijft.

Na de oorlog daalt het kindertal in rap tempo en telt de school nog elf leerlingen. Eén van hen is Hendrik (Hink) Uil (1943), afkomstig van een boerderijtje in de Reiderwolderpolder. Meester Hendericus Streuper (geb. 1895) is de enige onderwijzer. Hendrik herinnert zich meester als een natuurliefhebber pur sang. Hij tuiniert niet alleen, hij vist ook, zowel binnen- als buitendijks en hij neemt de klas vaak mee naar buiten, de polder in en leert zo de leerlingen de namen van bloemen en planten. 'Hij bracht ons liefde voor de natuur bij.'

Provisorisch graf

Gravend in zijn herinnering schiet Hendrik nog iets te binnen dat een diepe indruk achterlaat. Op het land van boer Nap ontdekt het jochie Uil enige ongelijkheid in het veld, iets dat lijkt op heuveltjes. Nieuwsgierig als hij is, vraagt hij meester wat dat te betekenen heeft en die vertelt hem dat dit graven zijn van omgekomen geallieerde militairen.

In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog, als de geallieerden vanuit het zuiden oprukken om Delfzijl en omstreken te bevrijden, slaan de Duitsers nog genadeloos toe. Vanuit Batterie Süd in de CC-polder en vanaf Fiemel nemen zij Canadezen en Polen flink onder vuur. In het open polderland ten noorden van Oostwold zijn de geallieerde militairen een gemakkelijk doelwit. Op 24 april 1945 sneuvelen 20 Canadezen. Provisorisch worden zij op 4 mei in Lutje Loug begraven, in de buurt van het schooltje.

Als Hink Uil later mannen bezig ziet bij die heuveltjes, vraagt hij meester Streuper opnieuw wat dit te betekenen heeft. Voor een officiële herbegrafenis op een oorlogsbegraafplaats bij de Holterberg in Overijssel, luidt zijn antwoord.

Feestlied

Vaag heugt Hink Uil de stoomtram Ol Grait. Het tracé loopt parallel aan de polderweg. Een restant van de lijn, een betonnen spoorbrug, is nog altijd zichtbaar in het landschap. Het schooltje van Hink staat ook nog overeind, zij het als woonhuis, Polderweg 5.

In 1960, als het schooltje een eeuw bestaat is het feest voor het handjevol kinderen. Iets bescheidener van opzet dan in 1919, zo blijkt uit een krantenbericht van toen. Op zaterdag 5 juli van dat jaar rijdt voor het eerst de stoomtram tussen Winschoten en Delfzijl en passeert Lutje Loug. De buurtschap vlagt uitbundig en 60 leerlingen zingen uit volle borst een vier coupletten tellend feestlied, door de meester zelf gecomponeerd waarvan de laatste strofe als volgt luidt:

Zoo stijgt nu onze vreugd ten top,
En hijschen wij de vlaggen op,
En doen den jubel da’vren langs de baan!
Daar komt zowaar de stoomtram aan,
Zij brengt veel heil en zegen aan,
’t Is feest in ’t polderlaand!

Rond 1950 is de stoomtram verleden tijd en daalt ook het leerlingenaantal tot slechts elf. In 1963 sluit meester Hendericus Streuper de deur. De laatste drie leerlingen gaan naar elders. Hij, kwekerszoon uit Leermens, verruilt Lutje Loug voor Zuidlaren, waar hij een huis koopt en in 1966 overlijdt.

Lutje Loug verstilt. Wat rest, is een sliert huizen aan een kaarsrechte polderweg. De horizon is eindeloos; het land rondom weids en grenzeloos.

 

Met dank aan Peter Akkerman en Hink Uil