Thuis in Groningen
Een verhaal, drie perspectieven
1: Jennie
De deur van de winkel bij Jans Pietereulie klemt. daarom moet je er zo hard je kunt met je heup tegenaan duwen, en dan springt ie open.
Binnen is het schemerig en het ruikt naar petroleum. Een heleboel jerrycannen gevuld met petroleum staan altijd in dezelfde hoek. Ze zijn groen, opa zegt dat Jans ze van 't militaire kamp heeft gekregen. Hij zegt ook dat je niet weet of ze wel goed zijn. Want wie geeft er nou iets weg wat nog goed is. Zou de petroleum uit gaatjes van de jerrycan druppen, of morst Jans het soms? Ook dat kan je niet weten. Omdat er niet veel licht is moet ik uitkijken dat ik niet tegen eentje aan schop, dan kunnen ze omvallen en wordt Jans misschien boos.

In de andere hoek, bij het raam, staat iets wat ik het allermooist vind. Hele grote klossen gekleurd touw wel zo lang als mijn arm . Al die kleuren, daar moet ik van zingen. Ik zal vertellen wat ik zie: die aan de buitenkant is groen en lijkt op de jas van neef Bavo, die militair is. Dan komt er eentje en dat is mijn lieveling: hij is geel. Maar een geel dat lijkt op een ui, dus, zachtgeel en het glimt een beetje sterachtig, die aai ik als ik er langs loop. Dan komt de rode klos, net bloed. En de blauwe, die lijkt op opa's aders. Die aan de andere kant is gewoon touwkleurig, dus niets bijzonders. Het touw wordt verkocht aan de opa van Bavo, die heeft een mattenfabriekje in het dorp. Maar wie koopt er nu dit touw? Ze staan schots en scheef en de draden zijn in de war. Zo schotsig als ze daar staan met elkaar, het lijkt wel of ze er op broeden om te gaan dansen, ja daar lijkt het op: elkaar bij de lurven pakken en dansen maar.
Ik vraag of ik de klossen weer netjes mag maken en dat mag. Bij elke kleur heb ik een ander wijsje. Het is geen gemakkelijk werkje en het duurt uren voordat ik de boel uit de knoop en netjes heb, daarom klinkt mijn zingen soms meer als brommen, maar het lukt.
Jans heeft in de tussentijd mijn kan met petroleum gevuld en ik vraag hem of opa later mag betalen, hij is een beetje platzak. Jans vindt het goed en ik ga terug naar opa. De kachel kan aan!
2: Naturel moet het zijn
Zuchtend steekt Jans Pietereulie zijn hand diep in de buus van zijn stuutsikoorn boksem*. Dat kan hij net zo goed laten, want dit heeft ie vandaag al vaker gedaan: een dubbeltje en twee losse centen is de oogst.. De meeste jerrycannen zijn inmiddels leeg, hoe komt ie aan nieuwe voorraad petroleum? Krediet krijgt ie niet meer. 'Eerst de rekeningen betalen', dat zei Ap en daar houdt ie zich aan. Hoe komt ie aan nieuwe voorraad, dit kan zo niet verder gaan. Waar is de oplossing? Het zweet breekt hem uit. Zou ie Bavo kunnen vragen hem stiekem wat petroleum te leveren, uit het kamp? Nee, dat zal ie niet willen doen. Toch proberen vanavond, als ie langskomt. Er staat nog een halve fles jenever op de kelderplank, Bavo is er gek op. Futloos pakt ie de bezem en veegt het stof van de ene naar de andere kant. Dan is er geduw tegen de deur en daar is Jennie. De blonde kleindochter van Koos Praal. Ze woont bij opa, haar ouders wonen elders.
'He, Jennie, hoe is het? Moet je niet naar school?' 'Nee Jans, t is toch herfstvakantie? 'Oh ja, nee, dat wist ik niet.' 'Heeft opa de pietereulie al weer op? Het liekt wel op ie t opdrinkt.' 'Doe niet zo raar, opa doet 's morgens een klein beetje op de houtjes en zo heeft ie de kachel in een zucht aan'.
En terwijl Jans zich bukt om de metalen trechter te pakken en de halve liter in haar kan te gieten, zit Jennie op haar knieën voor de klossen touw en ziet dat ze er heel rommelig bij staan: omgevallen, touw door de war. 'Jans, mag ik de klossen weer mooi maken, ze zijn zo slordig'. En Jans vindt het goed. Wel een uur is Jennie bezig, ingespannen, met een rood hoofd. Zoetjesaan krijgt ze vat op al dat rommelige touw en zacht begint ze te zingen, want van mooie kleuren moet je zingen. Ja, heel zacht want Jans mag het niet horen, straks lacht hij haar uit. Het lukt haar de klossen weer netjes opgerold te krijgen en ze verandert de opstelling: eerst de naturel klos, een beetje saai. Dan de blauwe, de kleur van opa's aders, de rode, van het bloed. De groene zet ze een beetje uit de rij naar achteren, deze is het lelijkst, groen als neef Bavo. Tot slot de lieveling: uiengeel. Vooraan, zodat de klanten goed kunnen zien hoe mooi hij is.
'Jans, welke kleur kopen ze het meest voor de mattenfabriek?' 'Naturel Jennie, alleen naturel. Dat vinden ze praktisch'. 'En alle kleuren dan, gebruiken ze die niet?' 'Nee, jammer genoeg niet. Ik heb zoveel kleuren ingekocht, in de hoop dat ze dat juist mooi zouden vinden. Ik vind ze wel heel mooi, maar ja.., ze willen niet, naturel moet het zijn.
* omwille van ons mooie dialect: in de zak van zijn ribfluwelen broek
3: Geachte Burgemeester
Gaarne wil ik u op de hoogte stellen van de toestand van het naast mij gelegen pand, te weten de winkel van Jans Pietereulie.
Om te beginnen meld ik u de aanblik der winkel: het geheel is vervuild, verf is er nauwelijks op het hout te vinden. Dakpannen ontbreken, in de ramen zijn barsten en de deur sluit niet goed! Derhalve staat deze dag en nacht op een kier!
Binnengekomen herhaalt zich die eerste aanblik. Het gehele interieur is gevangen in een jas van vet en stof! Zoals bijvoorbeeld de voorraad petroleum. Deze bevindt zich in grote staat van wanorde in jerrycans op de grond, door Jans Pietereulie gratis verkregen van het leger! Let wel: GRATIS, dat geeft bepaald geen garantie voor DICHTE vaten! Ook is het niet ondenkbaar dat een kind de vaten omstoot, met alle gevolgen van dien!
Ook beschikt het zaakje over een ruim assortiment touwklossen, ingekocht ten behoeve van de mattenfabriek, hier ter plaatse. Hier eveneens een chaos, te weten: onontwarbare klossen touw! Onverkoopbaar in deze toestand.
Tot slot de vitrine met gevaarlijke stoffen (!): deze is onafgesloten; het gevaar van diefstal of een milieuramp zijn bepaald niet denkbeeldig. Elke dag zou dit kunnen gebeuren.
Mijn vraag aan u luidt dan ook om dit levensgevaarlijke pand met onmiddellijke ingang te doen sluiten. Hierbij ben ik nog niet eens ingegaan op de waardevermindering van mijn eigen woning (keurig netjes overigens),
In groot vertrouwen dat u mijn wens zult honoreren,
teken ik,
Hoogachtend,
J.S.M. Zuur-van Stal
Bovenstaande tekst is ingezonden naar aanleiding van de schrijfwedstrijd 'Thuis in Groningen'. Onder het thema 'Thuis in Groningen' vind je meer verhalen van de schrijfwedstrijd.