Macht & Pracht

1648 tot 1815

Een ‘wonderdokter’ in Aduard

Oplichters zijn van alle tijden. Tegenwoordig wordt er nu en dan gewaarschuwd voor mensen die met babbeltrucs geld lospraten, maar vroeger waren die er ook. Dat blijkt onder meer uit de archieven van ‘Gerechten van het Westerkwartier’, zoals dat van Aduard. Daar werd in 1716 een rijke boerin bedrogen door een dakloze vrouw.

Een ‘wonderdokter’ in Aduard

Een zieke vrouw wordt in bed geholpen. – Prent: Noach van der Meer, ca 1777, collectie Rijksmuseum

In 1716 werd Aduard bezocht door een rondzwervende vrouw die geboortig was van Nijmegen. Deze Isabella Cornelissen gaf zich uit als een genezeres. Zij verkocht daartoe medicijnen, maar zei ook ‘voorgevingen van toekomende saken (…) konnen seggen’: ze beweerde helderziende te zijn.

'Wonderdokter'

Degene die door haar werd beetgenomen, was de weduwe Popke Sioerts, een rijke boerin die blijkbaar met haar gezondheid tobde. Isabella maakte haar wijs dat zij gekweld werd door een geest. Dat leidde ertoe dat haar gezondheid achteruit ging, maar ook dat medicijnen niet goed werkten. Zij had daar een oplossing voor: ze kon de weduwe binnen drie etmalen verlossen van de geest wanneer zij haar, ‘wonderdokter’, 200 gulden, drie mannen- en twee vrouwenhemden en drie beddenlakens ‘van de beste soort’ beschikbaar zou stellen.

Uiteindelijk zou de weduwe alles kunnen behouden, maar in ruil voor die tegenprestatie zou Isabella haar drie Hebreeuwse woorden leren. Wanneer ze die zou uitspreken, zou de geest ‘in vuir (vuur) en vlam’ haar verlaten. Isabella wilde ook zelf wel met de geest spreken, maar dan moest de weduwe haar het geld en de goederen geven en drie etmalen zwijgen. Daarna zou zij alles weer terug krijgen en bovendien van de geest verlost zijn.

Trucs

Voortaan zou de weduwe Popke Sioerts door tussenkomst van Isabella van ‘alle ongemakken’ verlost zijn en bovendien de erfgename zijn van een bedrag van maar liefst meer dan 200 gulden aan goud en zilver. Meer had de geest niet mee willen delen. Wel dat die het geld bij de weduwe op bed zou brengen en in de ‘melkenkamer’ (ruimte waar de melk werd gekarnd tot boter). Dat zou het teken zijn dat alles wat de geest zei, en wat Isabella overbracht, waar was.

Vervolgens was Isabella met de weduwe naar de ‘melkenkamer’ gegaan en had daar een truc toegepast. In een donker gedeelte had zij een estrik (vloertegel) uit de vloer gehaald en de weduwe wijsgemaakt dat het geld daar omhoog zou komen. Het geld dat tevoorschijn kwam, was verpakt in ‘grauw’ (grijs) papier en moest eerst ‘reijn’ worden. Na verloop van drie etmalen zou al het geld bij de weduwe op het bed worden gebracht.

Geld weg

Met deze ‘menighvuldige bedriegerien’ en ‘Goddelose gepracticeerde schijnredenen’ wist Isabella de weduwe Popke Sioerds zover te krijgen dat zij nog eens 150 gulden en de goederen uit haar ‘kaste en kiste’ haalde en uiteindelijk alles aan de bedriegster gaf. Het geld was meteen verdwenen; Isabella had gezegd dat de geest het geld had weggenomen, maar dat na drie dagen alles zou worden teruggebracht.

Zij had echter opnieuw een truc toegepast: het geld had ze meteen in haar schort verborgen en haar arm erover gedaan om de weduwe te laten denken dat het geld verdwenen was. Om dat nog geloofwaardiger te doen lijken had Isabella zelfs haar zakken geleegd om nadrukkelijk te laten zien dat zij het geld niet had. Ze wilde er zo snel mogelijk mee weg komen.

Vonnis

Op een of andere wijze is het Isabella niet gelukt om er blijvend met het geld vandoor te gaan. Ze werd opgepakt, maar omdat alleen het vonnis van deze zaak bewaard is gebleven, is niet bekend hoe dat gegaan is. In het voorjaar van 1716 zat ze in ieder geval gevangen in Aduard en liep er een rechtszaak tegen haar.

Op 26 mei van dat jaar werd het vonnis tegen haar uitgesproken in het ‘regthuis’, het van circa 1600 daterende rechthuis aan de Hoofdstraat in Aduard, dat er nog steeds is. De 'redger' die uitspraak deed, was Evert Joost Lewe, heer van Aduard.

De veroordeling bestond er uit dat ze publiekelijk zou worden gegeseld. Dat zal zijn gebeurd op het ‘kaakheem’ te Aduard. Vervolgens werd ze verbannen. Ze zou in het ‘Provinciale Tuchthuijs’ in de stad Groningen worden opgesloten om daar ‘met haer handenarbeijd haer kost te verdienen’.

Epiloog

In 1914 maakte archivaris B. Lonsain er een op waarheid gebaseerd historisch verhaal van voor de Groninger Volksamanak, waarin hij sprak van een ‘spiritistisch medium’. Lonsain schreef in zijn artikel dat Isabella levenslang in het tuchthuis zou hebben gezeten, maar dat was niet het geval. Ze was daar inderdaad opgesloten op basis van het vonnis. De tuchthuisarchieven vermelden echter dat zij op grond van een verzoek van het ‘gerighte van Aduart’ van 18 april 1720 is ‘gerelaxeert’ (vrijgelaten). Dat was op voorwaarde dat zij zich ‘buijten de provincie zal hebben te begeven om daer noijt wederom in te koomen bij poena (boete) van zwaarder straffe’.

En zo zal het ook zijn geschied. Van Isabella Cornelissen is – voorzover bekend – in Groningen sindsdien niets meer vernomen. Zo is de periode na haar vertrek, evenals die voor haar komst naar Aduard, verloren gegaan in de nevelen van de geschiedenis.

<p>Het rechthuis van Aduard is vandaag de dag een galerie en vergaderruimte. Hier werd in 1716 Isabella de wonderdokter berecht. &ndash; Foto: Rechthuis Aduard</p>

Het rechthuis van Aduard is vandaag de dag een galerie en vergaderruimte. Hier werd in 1716 Isabella de wonderdokter berecht. – Foto: Rechthuis Aduard

 

Bronnen en literatuur

Groninger Archieven: Toeg. 735, Gerechten in het Westerkwartier, 1600-1811, inv.nr. 178,  Register criminele zaken 1716-1720, 1733, 1745; idem, Toeg. 2007, Cipier van het Tuchthuis, inv. nr. 7, register gedetineerden 1670-1718.
B. Lonsain, ‘Een spiritistisch medium in de 18e eeuw’, Groninger Volksalmanak 1914, 210-217.