Macht & Pracht

1636 tot 1712

Hoe de kerk van Harkstede aan een unieke werkkamer komt

De grote, opvallende kerk in het centrum van het dorp Harkstede heeft een niet te verbreken relatie met de van vroeger beroemde familie Piccardt. Henric Piccardt, destijds een bekende Groninger, leidde medio 17e eeuw een bewogen leven. Met zijn echtgenote Anna Rengers gaf hij in 1691 opdracht tot de bouw van het gebedshuis.

Hoe de kerk van Harkstede aan een unieke werkkamer komt

Portret van Piccardt door Johan Starrenburg, 1675. Het portret is in 2016 aangekocht door de Gerrit van Houtenstichting en hangt nu in de Fraeylemaborg. – Foto: 't Bokkeblad

Harkstede is volgens archeologen rond de 12e eeuw ontstaan. Destijds was sprake van een streekdorp gelegen op een zandrug in het Duurswold, een uitgestrekt moeras- en veengebied dat tussen 1000 en 1200 werd ontgonnen. Zoals zoveel dorpen in die tijd had ook Harkstede een borg. De oudste melding over Klein Martijn dateert van 1633. Van deze borg zijn alleen nog een paar gedenkstenen over, in de collectie van het Groninger Museum. Henric en Anna kochten Klein Martijn in 1680 van de toenmalige kapitein Johan Jacob Reinkingh. Henric liet het gebouw flink uitbreiden. Geruime tijd later kon, na een verkregen lening, ook het nabijgelegen Fraeylema worden gekocht.

Bewogen leven

Henric Piccardt die leefde van maart 1636 (Woltersum) tot mei 1712 (Harkstede) en was de zoon van een protestantse predikant. Al op 17-jarige leeftijd studeerde hij rechten en filosofie in Groningen. De rechtenstudie zette hij voort in Franeker waar hij tevens promoveerde. In het Franse Orléans studeerde hij cum laude af tot doctor in de rechten. Vervolgens bracht hij een tijd door in Parijs. In de nabijheid van de beroemde Pont Neuf ontpopte Piccardt zich tot straatmuzikant. Hij kon prachtig zingen en begeleidde daarbij zichzelf op de harp. Uitgedost als piraat met ooglapje maakte hij zich door zijn muzikale optredens geliefd bij vooraanstaande, invloedrijke dames die hem introduceerden aan het Franse hof. Hier vermaakte hij in de avonduren met zang, muziek en voordrachtskunst de veelal adellijke aanwezigen. Uiteindelijk bracht hij het tot kamerheer van Lodewijk de Veertiende. Dat bracht hem wat later in de problemen. Een affaire met een van de maîtresses van de Franse zonnekoning wekte de jaloezie van de vorst op, waarop Piccardt heimelijk verdween.

In de politiek

Na diverse omzwervingen keerde Henric Piccardt in 1672 terug naar Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en zocht hij Groningen weer op. Het Groninger stadsbestuur verdacht hem echter van het heulen met Frankrijk, dat inmiddels een vijand van de Nederlanden was geworden, en sloot Piccardt op. Pas na een jaar werd hij bij gebrek aan bewijs en door politieke druk van stadhouder Willem III vrijgelaten. Na zijn detentie klom Piccardt snel op in de provinciale politiek. Hij werd bestuurder van de Ommelanden en maakte zich in deze functie sterk voor een betere band tussen de stad Groningen en de Ommelanden. Verder trad hij toe tot de Raad van Toezicht van de Hoogeschool, de latere Rijksuniversiteit. Piccardt huwde in 1680 de twintig jaar jongere Anna Elisabeth Rengers en kocht in hetzelfde jaar de borg Klein Martijn en ruim tien jaar later Fraeylema.

De kerk

In 1691 lieten Henric en Anna de oude kerk in Harkstede afbreken. Een jaar later begon de bouw van het nieuwe bedehuis. In 1700 werd het gebouw geheel uit eigen middelen voltooid. Niet alleen ter ere van God, maar zeker ook ter ere van het echtpaar zelf. In de kerk werd een grafkamer gemetseld van 22 bij 7 meter. Boven de grafkamer werd een privévertrek getimmerd. Hierboven werd een bibliotheek ingericht. Boven de ingang kwam een zogeheten epitaaf met de twee wapens van de Piccardts. In de kerk verrees tevens een Schnitgerorgel.

Anna Rengers overleed in 1704. Henric blies in mei 1712 zijn laatste adem uit. Hij stierf als collator (bestuurder) van Harkstede en als redger van Groot- en Klein Harkstede. Op gezag van de Piccardts werden familieleden tot predikanten in de kerken van Harkstede benoemd.

Het gebouw

De kerk van Harkstede is het bekijken zeker waard. Het is de enige kerk in Nederland met een werkkamer voor de opdrachtgever. Opvallend is de kleurrijke gedenksteen boven de ingang. Op de plaquette zijn de familiewapens van de Piccardts en Rengers aangebracht, hoewel Piccardt zelf niet van adel was. Eronder staat een trotse Latijnse tekst, die vrij vertaald luidt: 'Tot eer van God en als plek voor godsdienstige toewijding hebben Henric Piccardt en Anna Rengers deze kerk met hun eigen geld gebouwd, wat waar is mag gezegd worden'. Een zandstenen reliëf met Bijbelse voorstellingen completeren het geheel. Het gebouw valt buiten elke stijlgroep maar heeft door de hoge spitsboogvensters een gotische uitstraling.

Het noordelijke transept (dwarsschip) wordt de Piccardtbeuk genoemd. Hier bevindt zich een herenbank van de familie. Erachter had Henric zijn werkkamer (met toilet) en daarboven zijn bibliotheek. Onder de Piccardtbeuk bevinden zich de graven van de familie. Het interieur heeft een fraai bewerkte preekstoel en prachtige koperen luchters. De toren, die aanvankelijk los stond, werd later in het geheel opgenomen als zuidelijk transept. In de toren bevindt zich ook nog een voormalig cachot waarin gevangenen werden opgesloten.

Belangstellenden die de kerk willen bezichtigen kunnen het best een dienst bijwonen en/of contact opnemen met het kerkbestuur.

Bronnen:

Wikipedia
Harm en Wim Plas, Religieus Erfgoed in Groningen