100 jaar vrouwenkiesrecht

1927 tot 2009

Frederike ten Harmsen van der Beek: een groots dichteres

Als dochter van bekende illustratoren en een opleiding aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten was de toekomst van Frederike Martine ten Harmsen van der Beek (1927-2009) al grotendeels ingevuld. Het liep echter anders: ze kraakte een landhuis genaamd Jagtlust in Blaricum en kwam platzak in Garnwerd terecht. Ten Harmsen van der Beek werd één van de meest gevierde dichters van Nederland.

<p>Frederike ten Harmsen van der Beek. Foto Resources Huygens KNAW</p>

Frederike ten Harmsen van der Beek. Foto Resources Huygens KNAW

Ten Harmsen van der Beek werd geboren in 1927 geboren in Blaricum. Haar ouders hadden maar weinig aandacht voor haar. Vader Eelco ten Harmsen van der Beek, schepper van ‘Flipje uit Tiel’, was altijd aan het werk. Moeder Johanna Langeler hield zich vooral bezig met broer Heintje. Ze werd dan ook opgevoed door grootmoeder Geertrui Langeler. Ten Harmsen van der Beek trouwde tweemaal in haar leven, maar eindigde alleen. Ze overleed in 2009 in een verzorgingstehuis in Groningen en werd in besloten kring in de stad gecremeerd.

Dagboek

Ten Harmsen van der Beek begon haar schoolcarrière in Hilversum aan het Nieuwe Lyceum en ging vervolgens naar de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijs en de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Ze rondde geen enkele opleiding af. Tijdens de Tweede Wereldoorlog begon Ten Harmsen van der Beek met het bijhouden van een dagboek. Ze is dan zestien en in dit dagboek schreef ze haar eerst gedichten.

Grenoble

Na de dood van haar moeder in 1948 probeerde Ten Harmsen van der Beek een baantje te krijgen in het Franse Grenoble, waar ze haar kunstopleiding op dat moment voort wilde zetten. Ze vond een baan als schoonmaakster in een meisjespensionaat. Het duurde even voordat ze haar draai vond, maar rond 1950 ontmoette ze de directeur van de Académie des Beaux Arts. Hij was lovend over haar werk en ze werd meteen toegelaten.

Op de academie werd Ten Harmsen van der Beek verliefd op geologiestudent Eric de Mareschal, kreeg een baby van hem en moest daarom van haar vader met hem trouwen. Dit huwelijk werd voltrokken in 1951 en ontbonden in 1955.

Kunstenaarskolonie

In 1956 leerde Frederike Ten Harmsen van der Beek op het boekenbal dichter en schrijver Remco Campert kennen. Hij was op dat moment redacteur van het literaire tijdschrift Tirade en daarin werd voor het eerst werk van Ten Harmsen van der Beek gepubliceerd. Ze trouwden en ze gingen samenwonen in het, door haar gekraakte, landhuis Jagtlust. Rond 1960 vormde zich hierin een kunstenaarskolonie en de losbandige bijeenkomsten die zich in Jagtlust voltrokken werden Campert teveel. Hij vertrok naar Amsterdam, waarna verscheidene kunstenaars zich bij Ten Harmsen van der Beek voegden op Jagtlust.

Literaire sensatie en de Van der Hoogtprijs

In 1965 publiceerde Frederike Ten Harmsen van der Beek haar eerste dichtbundel, ‘Geachte Muizenpoot en achttien andere gedichten’. Het werd een literaire sensatie en recensenten kwamen superlatieven tekort. Zo werd ze onder andere ‘de beste hedendaagse dichter’ genoemd door Hugo Claus, de meest bekroonde auteur uit de Nederlandse taal. In 1971 werd Ten Harmsen van der Beek het landhuis uitgezet en trok ze zich terug in Groningen. Haar dichtbundel ‘Kus of ik schrijf’ ontving in 1975 de Van der Hoogtprijs, een aanmoedigingsprijs in de literatuur.

Grootste dichters van Nederland

Ondanks haar relatief kleine oeuvre was Ten Harmsen van der Beek één van de grootste dichters van Nederland. Zo werd haar werk tot de beste en origineelste naoorlogse poëzie gerekend. In tegenstelling tot de onstuimige periode op Jagtlust, bracht ze de laatste jaren van haar leven kluizenaarsachtig door in het Groningse dorpje Garnwerd.

<p>Illustratie: &quot;Frederike&quot; door Nienke Siegers</p>

Illustratie: "Frederike" door Nienke Siegers