Macht & Pracht

1815 tot 1939

Hardloper Huizenga - een vergeten volksheld

Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog wist iedereen in Groningen en wijde omgeving wie Louwe Huizenga was. De hardlopende slagersknecht groeide na zijn entree op de atletiekbanen, in mei 1915, in recordtempo uit tot een volksheld. Maar na het vroegtijdige einde van zijn carrière raakte ‘Haardloper Huzengoa’ in de vergetelheid. Job van Schaik ondernam een zoektocht naar de vergeten wonderatleet en schreef een boek over hem.

Hardloper Huizenga - een vergeten volksheld

Louwe Huizenga tijdens een wedstrijd in 1923, toegejuicht door massaal toegestroomd publiek. - Foto uit archief GVAV Rapiditas

1.

Zondagmiddag 22 oktober 1916 was het ongekend druk in de straten van Groningen. Overal in het centrum en ook daarbuiten, in de richting van Haren, stonden dikke rijen mensen langs de kant van de weg. Het was een mooie nazomerdag, al stond er een stevige zuidooster. De ruim 50.000 mensen waren echter niet voor het aangename herfstweer de straat op gegaan. Ze kwamen voor één man: Louwe Huizenga, de hardlopende slagersknecht uit Wehe. ‘Haardloper Huzengoa’, zoals hij in de volksmond genoemd werd, had aangekondigd in een solowedstrijd een aanval te doen op het wereldrecord op de marathon. En iedereen wilde daar bij zijn.

Huizenga was in anderhalf jaar tijd uitgegroeid tot een levende legende. In mei 1915 had de toen 22-jarige atleet zijn debuut gemaakt bij wedstrijden op het Noordersportterrein in Groningen. Hij versloeg meteen de toppers van toen. In de maanden erna won Huizenga alle wedstrijden waaraan hij meedeed en maakte ook de rest van Nederland kennis met zijn uitzonderlijke talent. Nadat hij in oktober 1915, bij de eerste marathon die ooit in Groningen werd gehouden, meteen het wereldrecord verbeterde tot 2 uur 32 minuten en 40 seconden, werd Huizenga door de Nederlandse atletiekkenners als serieuze medaillekandidaat gezien voor de Olympische Spelen van 1916, die in Berlijn gehouden zouden worden.

Huizenga’s wereldrecord is nooit erkend omdat er geen officiële tijdopnemers aanwezig waren en de Spelen werden door het voortduren van de oorlog afgelast. Het is tekenend voor de tragiek van Huizenga’s korte carrière. De Goningse wonderatleet, misschien wel de meest getalenteerde langeafstandloper die Nederland ooit heeft voortgebracht, had de omstandigheden en de tijd niet mee. Door de Eerste Wereldoorlog bleven krachtmetingen met de internationale top uit en door zijn uiterst eigenzinnige karakter kwam hij al snel in conflict met atletiekofficials, journalisten en andere mensen die er toe deden in de atletiekwereld.

Toen hij eind 1915 – hij was net een half jaar serieus met atletiek bezig – kenbaar maakte dat hij als professioneel atleet naar de Verenigde Staten wilde om daar fortuin te maken, had hij voor vele sportliefhebbers alweer afgedaan. Ook al kwam hij – mede op advies van Jaap Eden, die andere Groningse superster – terug op zijn plannen, het kwaad was geschied. Het amateurisme was in die tijd heilig en steeds weer doken geruchten op dat Huizenga ook bij sommige wedstrijden in Nederland voor geld zou hebben lopen.

2.

‘Haardloper Huzengoa’ gold enkele jaren lang in Groningen en wijde omgeving als een grote bezienswaardigheid. Het Noordersportterrein liep steevast vol met zo’n vier- à vijfduizend toeschouwers als Huizenga liep en hij werd regelmatig uitgenodigd op volksfeesten in de provincie. ‘Is “Huizenga loopt” hét machtwoord om de menschen naar het sportterrein te trekken,’ vroeg een verslaggever van de Provinciale Groninger Courant zich af in 1916.

‘We weten het niet, maar wel, dat hij zondag weer de held van den middag was. Als hij in de baan verschijnt, dan jubelt heel de massa, bij elke passage voorbij de tribune dondert het applaus over de “reuzenprestatie” van den hardlooper.’

De Groningers haden twintig jaar na de successen van schaatser/wielrenner Jaap Eden weer een sporter om trots op te zijn. En in tegenstelling tot de wat elitaire Eden was Huizenga een echte volksjongen die plat Gronings sprak.  

Zijn enorme populariteit had Huizenga mede te danken aan zijn eigenzinnige gedrag op de atletiekbaan. Hij was een echte entertainer en maakte een show van zijn wedstrijden. Zo marcheerde hij een keer bij een race over 5 Mijl op het Schuttersveld in Rotterdam hele stukken op de maat van de muziek over de baan, tot groot vermaak van het dolenthousiaste publiek. Dan weer hield hij even in om zijn tegenstanders op te wachten om ze vervolgens met een fenomenale tussensprint te kijk te zetten. Bij andere wedstrijden stopte hij wel eens om zijn schoeisel even te controleren of om een praatje te maken met een bekende in het publiek. Ook liep hij regelmatig met een bolknak in zijn mond over de baan. Hij was zo oppermachtig dat hij toch wel won.

Wat ook bijdroeg aan zijn populariteit, was zijn gedrag buiten de atletiekbaan. Huizenga werkte in die jaren als slagersknecht en had zich de gewoonte aangewend om hardlopend vlees rond te brengen, waarbij hij ook wel eens bestellingen in Haren en Bedum afleverde. Slager De Noord, waar hij in 1915 en 1916 voor werkte, trok veel extra klanten door zijn knecht. In de regionale en landelijke kranten werd uitgebreid verslag gedaan van Huizenga’s wedervaren, waarbij – zoals het bij een ster betaamt – ook zijn privéleven werd belicht. Als Huizenga weer eens een wedstrijd in het verre Holland had gewonnen en zijn lauwerkrans werd in de etalage van een sigarenzaak tentoongesteld, dan trok dat drommen mensen aan. De Groningers waren trots op hun hardloper, die de arrogante Hollanders telkens weer zijn hielen liet zien.

Louwe Huizenga was een natuurtalent. Hij had de ideale lichaamsbouw voor een langeafstandloper, vergelijkbaar met die van de Keniaanse lopers van nu. Bovendien had hij, zonder het zich bewust te zijn, de juiste ‘trainingsmethodes’ gevolgd. Hij groeide op in Wehe waar hij als jongetje regelmatig voor zijn plezier kilometerslang in een gestaag tempo achter de paardentram aanliep, tussen Winsum en Ulrum. Ook ontwikkelde hij de merkwaardige gewoonte om op boerenschuren te klimmen en daaroverheen te rennen. Het was alsof het lopen hem in het bloed zat en zijn familie stimuleerde zijn hobby, ook al was hardlopen voor je plezier eind negentiende, begin twintigste eeuw een volstrekt onbekend fenomeen. Als veertienjarige verdiende Huizenga zelfs een keer honderd gulden voor zijn vader, door vanuit Wehe hardlopend sneller in Groningen te zijn dan zijn vader en een herenboer - die een weddenschap hadden afgesloten op de jonge Louwe - met paardentram en trein. Later draafde Huizenga als slagersknecht in Groningen grote afstanden zonder tot een maximale inspanning te komen, wat een uitstekende manier is om duurconditie op te doen.

Op die zondagmiddag in oktober 1916, toen hij het wereldrecord wilde verbeteren, ging Huizenga aan zijn eigen populariteit ten onder. In tegenstelling tot bij eerdere recordpogingen was dit keer het parkoers van te voren bekend gemaakt en dat bleek een grote fout. Door de enorme mensenmassa viel er niet fatsoenlijk hard te lopen. Tijdens zijn solorace moest Huizenga duwend en om zich heen stompend zijn weg zoeken door de opdringerige menigte. ‘Met moeite kon Huizenga van Haren af zich met behulp der auto’s een weg banen en dat heeft hem tijd gekost,’ schreef het Nieuwsblad van het Noorden in zijn verslag.

‘Doch erger nog was het volledig doellooze meetrappen van wel een zeshonderd fietsers, gedeeltelijk voor, gedeeltelijk achter hem, waardoor Huizenga als ’t ware stof at. Afgezien van een paar maal hinderen door een hond. Een groote St. Bernhard dwong hem zelfs een oogenblik te stoppen. Maar dat alles heeft Huizenga zich zelf te wijten, die de bekendheid, en nog wel op een zondagmiddag, heeft gewild.’

Links: Huizenga op de Grote Markt in Groningen in de drukte voor op de start van zijn laatste marathon (op 22 oktober 1916). Rechts: Tussen Vries en Assen heeft hij eindelijk de ruimte om echt vaart te maken. - Foto's uit Revue der Sporten
Links: Huizenga op de Grote Markt in Groningen in de drukte voor op de start van zijn laatste marathon (op 22 oktober 1916). Rechts: Tussen Vries en Assen heeft hij eindelijk de ruimte om echt vaart te maken. - Foto's uit Revue der Sporten

Ondanks de overlast van het publiek en een frisse tegenwind brak Huizenga die zondagmiddag op de heenweg vijf Nederlandse records. Halverwege zat hij ook nog ruim onder het wereldrecordschema van Kenneth McArthur, die bij de marathon op de Olympische Spelen van 1912 in Stockholm een tijd van 2 uur 36 minuten en 54 seconden had neergezet. Op de terugweg werd Huizenga echter gekweld door hevige dorst, mede als gevolg van het vele stofhappen. Het leek erop dat hij zich in het eerste deel van zijn race, in de jacht op records en vechtend tegen de wind, had geforceerd. Ook de belachelijke hoeveelheid kilometers die Huizenga dat najaar gemaakt had – hij had in de zes weken voor zijn recordpoging al drie andere marathons gelopen – brak hem op.

Vlak na de mislukte recordpoging werd er door enkele Groninger notabelen – onder wie grootindustrieel Jan Evert Scholten – een fonds opgericht waarmee de wonderatleet financieel ondersteund zou worden. De goedwillende, vermogende Groningers die niets wisten van de uiterst strenge amateurregels die destijds golden, leidden daarmee het einde van Huizenga’s loopbaan in. De atletiekbond en de toonaangevende sportjournalisten reageerden furieus op het Huizenga-fonds, dat door de geschrokken initiatiefnemers schielijk weer werd opgeheven. Toch werd Huizenga in juni 1917 door de atletiekbond geschorst voor drie maanden. Hij maakte later dat jaar nog wel zijn rentree maar eind 1917, tweeëneenhalf jaar na zijn entree op de atletiekbanen, beëindigde hij, volledig verbitterd door de in zijn ogen onrechtvaardige manier waarop hij door de Nederlandse sportbobo’s was behandeld, zijn hardloopcarrière.

4.

Het jaar erna liep Huizenga nog wel eens wilde wedstrijden op kermissen in de provincie, waarbij hij soms uitkwam tegen renpaarden en wielrenners. Ook werd hij regelmatig door caféhouders uitgenodigd om voor een envelop met inhoud een demonstratieloop te houden in een belendend weiland, wat de uitbaters steevast een enorme hoeveelheid extra klandizie opleverde. Als hij dan toch beschuldigd werd van het lopen voor geld, dan kon hij er maar beter voor zorgen dat hij ook echt wat aan zijn hardloperij overhield, was Huizenga’s idee. Eind 1918 deed hij nog één keer mee aan een officiële wedstrijd, ter gelegenheid van het eenjarig bestaan van atletiekvereniging Rapiditas. Ook die race liep weer volledig uit de hand door de massale publieke belangstelling die Huizenga’s aanwezigheid bewerkstelligde.

In 1919 vertrok hij naar Meppel om aan de slag te gaan bij een joodse slager en enkele jaren later opende Huizenga een eigen slagerij in Ruinerwold. In 1923 keerde hij nog één keer terug naar Groningen voor een atletiekwedstrijd. De Nederlandse kampioenschappen atletiek vonden dat jaar plaats op de nieuwe sintelbaan in het Stadspark en Huizenga had zich ingeschreven voor de 5000 meter, het nummer waarop hij in 1916 Nederlands kampioen werd. Het nieuws van Huizenga’s deelname leidde tot grote opwinding in Groningen. Op de dag van de wedstrijd was de belangstelling zo overweldigend dat in allerijl politiemannen te paard naar het Stadspark togen om de mensenmassa in het gareel te houden. Tevergeefs, want vijfhonderd man braken met geweld door het politiekordon heen om Huizenga maar te kunnen zien lopen. Huizenga’s rentree bleek een publiciteitsstunt van de organisatie, want de volksheld van weleer staakte al na anderhalve ronde de strijd.

Toegejuicht door het massaal opgekomen publiek neemt Huizenga bij zijn rentree in 1923 resoluut de leiding op de 5000 meter. In derde positie de latere winnaar Jan Zeegers. - Foto uit archief GVAV Rapiditas
Toegejuicht door het massaal opgekomen publiek neemt Huizenga bij zijn rentree in 1923 resoluut de leiding op de 5000 meter. In derde positie de latere winnaar Jan Zeegers. - Foto uit archief GVAV Rapiditas

Daarna verdween Louwe Huizenga volledig uit beeld. In Ruinerwold bouwde hij een reputatie op als een fenomenale slager, maar op de atteltiekbanen liet hij zich niet meer zien. Hij liep een enkele keer nog wel eens hard voor zichzelf. Zijn knechten droeg hij dan op om hem op de fiets te volgen en zijn tijd op te nemen. Maar Huizenga raakte ook aan de drank, teleurgesteld door het leven: zijn vroegtijdig afgebroken atletiekcarrière, een ongelukkige liefde en een slecht huwelijk maakten van hem een verbitterd man. Vlak voor de oorlog werd hij lid van de NSB. Ondanks het feit dat hij tijdens de bezetting ook onderduikers in huis had en gratis vlees weggaf aan de armen, werd hij in 1946 veroordeeld tot anderhalf jaar internering in kamp Westerbork. Tot vlak voor zijn dood hing hij dagelijks in de rekstokken in de tuin achter zijn huisje in Ruinerwold om zijn ijzersterke lichaam te onderhouden. Maar hij verstouwde ook ongelofelijke hoeveelheden drank. In oktober 1973 stierf Louwe Huizenga op 80-jarige leeftijd, eenzaam en vergeten.

5.

Na zijn atletiekcarrière is er maar heel weinig over Huizenga gepubliceerd. Hij leefde vooral voort via de mondelinge overlevering. Ook nu nog zijn er oudere Groningers die bij het horen van de naam ‘Haardloper Huzengoa’ meteen verhalen over de oervader van het Nederlandse langeafstandlopen kunnen vertellen, die ze nog gehoord hebben van hun ouders. Hardloper Huizenga schittert echter door afwezigheid in publicaties over de Groningse geschiedenis. In de officiële geschiedschrijving is Huizenga tot nu toe doodgezwegen. Tijdens het werken aan mijn boek heb ik me vaak afgevraagd waarom. Ik vermoed dat onwetendheid een belangrijke rol heeft gespeeld, alsmede een zeker dédain onder geschiedschrijvers jegens sport. Maar Huizenga was veel meer dan een groot sporter. Uit mijn boek blijkt dat hij ook het eerste echte idool van Noord-Nederland was en dat zijn optreden flink bijgedragen heeft aan het gevoel van eigenwaarde van veel Groningers. Het is op zijn zachtst gezegd merkwaardig dat historici dat tot nu toe niet onderkend hebben.

 ‘Hardloper Huizenga – Het verhaal van een vergeten wonderatleet’ geschreven door Job van Schaik, is verschenen bij uitgeverij L.J. Veen (ISBN 978 90 204 0817 1). Het boek is niet meer in roulatie en alleen nog bij de auteur zelf te bestellen. Prijs 12,50 euro (174 blz.). Zie voor meer informatie: www.hardloperhuizenga.nl.