Grensland

1940 tot 1945

Het verhaal van Ruth Kottek, verteld door Gonny Raat-Zeller

In april 2010 las Gonny Raat-Zeller uit Helpman in Het Harener Weekblad dat in Haren Stolpersteine geplaatst zouden worden, ook voor de familie Kottek, die in de oorlog aan de Emmalaan woonde. Gonny ging er naartoe en trof de schrijvers van het boek Van kwaad tot onvoorstelbaar erger. Ze bracht belangrijk nieuws: Ruth Kottek is nog in leven.

Het verhaal van Ruth Kottek, verteld door Gonny Raat-Zeller

Ruth Kottek aan de Rijksstraatweg . - Rechten foto: Wil Legemaat

Salomon Kottek was arts in een kuuroord in Bad Homburg. In 1937 vluchtte het gezin (Duitse vader, Nederlandse moeder) naar Nederland - naar Groningen - waar familie van moeder Anneliese Kottek-Loeb woonde. In Nederland mocht Kottek zijn beroep als arts niet uitoefenen. Hij ging aan de slag op kantoor in de meubelzaak van zijn schoonfamilie, Firma Winter in de Boteringestraat, waar zijn zwager Frits Loeb leiding gaf. Ook de vader van Gonny Zeller werkte in deze meubelzaak en zo leerden de beide families elkaar kennen. Kottek stuurde zijn dochtertje Ruth naar de school, waar ook de dochter van Zeller -  Gonny - naar toeging: de GSV in de Muurstraat. Ruth heeft er tot en met de tweede klas gezeten.

Trots

Gonny en Ruth speelden graag met elkaar en met Hansje Loos, dochter van Willy Loos uit de Boteringestraat. Ze gingen vaak naar het huis van Ruth aan de Rijksstraatweg, waar ze een zandbak in de tuin hadden. Salomon Kottek was religieus: op sabbat moest Gonny soms het licht aandoen. Lange tijd weigerde Salomon een Jodenster te dragen, tot het te gevaarlijk was om zonder ster de straat op te gaan. Hij was een trotse man, die niet wilde onderduiken.

Vanaf het schooljaar 1941-1942 mocht Ruth niet meer naar school. Kort daarna verhuisde ze met haar familie naar de Emmalaan in Haren. Ook daar kwam Gonny vaak spelen, tot haar vader op een dag vertelde dat Ruth er niet meer was.

Spanning

Voor de familie Zeller veranderde veel in die dagen. De familie Kottek was verdwenen en in de meubelzaak aan de Boteringestraat kwam een Verwalter, een zetbaas van de Duitsers, die met zijn vrouw in de winkel sliep. Hij ruilde meubels voor vlees. Vader Zeller kreeg al snel ruzie met hem en moest onderduiken in Uithuizermeeden en Zeeland. Moeder Zeller en Gonny (plus nog een kind) doken onder aan de Parkweg in Groningen. Het was ook voor Gonny een angstige tijd: er stond altijd een koffertje klaar om te vluchten. Na de bevrijding mocht ze van alle spanningen bijkomen in een pleeggezin in Denemarken.

Brieven

Na de oorlog kreeg de familie Zeller een brief van meneer Kottek. Daarin stond dat het goed ging met Ruth en dat ze erg flink was, maar dat ze helaas samen haar moeder begraven hadden. Ruth stond een paar weken later opeens bij de familie Zeller voor de deur. Dat was het enige adres dat zij zich nog kon herinneren. Gonny herkende haar wel, maar schrok erg van hoe ze er uitzag. Ruth bleef een week bij haar vriendin. Ze sliep met Gonny in een tweepersoonsbed en droomde veel. Toen ging ze naar haar oma in Den Haag en naar haar oom Frits in Amsterdam. Die hadden allebei ondergedoken gezeten. Later ging ze naar de meisjes-hbs in Den Haag. Gonny logeerde een keer bij haar en toen Gonny in Denemarken zat, schreef Ruth haar briefjes.

Toen Ruth Kottek in 1953 met haar oma naar het Zwitserse kuuroord Lenk ging, ontmoette ze bij de receptie Hans Nebel, een Duitse Jood uit Augsburg, die ook in kampen had gezeten. Ze maakten een praatje en van het één kwam het ander. In 1956 trouwden ze en gingen wonen in Zwitserland. Hans Nebel zat daar in de textiel, voor ziekenhuizen en instellingen. Het echtpaar kreeg één zoon, Rolf: hij is inmiddels getrouwd met een violiste; er zijn twee kleinzoons, die heel muzikaal zijn.

Hernieuwd contact

Lange tijd hadden Gonny en Ruth geen contact. Ruth’s oom Frits vond het beter dat ze afstand van elkaar namen. Zijn nichtje moest een nieuw leven opbouwen. Maar tientallen jaren later zag Gonny, bij het aardappelen schillen opeens de overlijdensadvertentie van Frits Loeb in een krant die onderin het aardappelmandje lag. Ze schreef een brief naar de vrouw van Frits Loeb, maar kreeg geen antwoord. In de advertentie zag Gonny ook de naam van Ruth staan en zo kwam ze te weten dat haar vriendin in Zwitserland woonde. Toen ze niet veel later op wintersport ging, zocht Gonny daar in telefoonboeken naar Ruths adres. Zo kwamen de twee vriendinnen uiteindelijk weer met elkaar in contact.

Ruth en haar man Hans hebben afgesproken niet meer over de oorlogservaringen te praten. Het is te moeilijk en haalt te veel overhoop.