Pioniersgeest

1929

Hou 't was - Herman Ronde, kapper

Een montage van een interview met een oudere Groninger, meestal in het Gronings, over hun beroep of iets dat ze hebben meegemaakt in het verleden, in 2009 uitgezonden op RTV Noord. Deze aflevering ‘Knoalster’ Herman Ronde: kapper, maar niet alleen dat.

Herman Ronde is geboren in 1929 in Stadskanaal. Vanaf zijn twaalfde zit hij in het kappersvak. Uit nood geboren. Hij kan zich niet herinneren dat hij kapper wilde worden. Hij moest in de tweede klas van school om zijn vader in de kapperssalon te helpen, omdat twee personeelsleden vanwege de oorlog naar Duitsland moesten of moesten onderduiken. Het ging eigenlijk iets te snel. Hij knipte al terwijl hij het eigenlijk nog niet kon.

Heren lieten zich scheren

Ronde komt uit een echt katholiek gezin. Hij constateert dat de kerkgang hard terugloopt. Bij alle kerken trouwens.

Voor Kerst was het enorm druk in de dameskapsalon. Iedereen moest nog even het haar laten doen: krullen, watergolven en knippen natuurlijk. Rondes vader was een goede dameskapper. Zijn broer nam de damessalon op een gegeven moment over en Ronde zelf was herenkapper en had de tabakswinkel erbij. Het knippen was overigens bijzaak. Heren lieten zich scheren. De notaris drie keer in de week, een boer twee keer en een arbeider alleen op zaterdag. Zaterdag was dan ook de meest gezellige dag. De klanten konden dan ook onderling een beetje bekvechten.

Er waren 13 herenkappers en drie dameskappers in Stadskanaal. Er was dus wel veel concurrentie. Desondanks gingen ze eenmaal per jaar met elkaar op stap. Op maandagmiddag als ze vrij waren gingen veel kappers samen biljarten. Ze konden het dus best aardig vinden samen.

Knippen kostte een dubbeltje en scheren vijf cent, toen Ronde begon in de oorlog. In de jaren zeventig raakte lang haar in de mode. Toen moest Ronde zijn laatste bediende ontslaan. De ouderen kwamen nog wel in zijn zaak, maar de jongere generatie niet. Die lieten hun haar groeien. Dat scheelde in de omzet.

Er was ook een tijd dat pruiken in waren. Ook voor dames. Daar heeft Ronde nog wel wat mee verdiend. Hij was een echte broodkapper. Hij deed het niet echt uit liefhebberij. Ronde deed ook wel mee aan wedstrijden, maar won nooit een prijs. Dat maakte hem niet veel uit.

Toneel en operette

Zijn echte liefhebberij was toneel en operette. Hij had in zijn leven liever als acteur op de voorgrond gestaan. Alleen kun je daar als amateur niet van leven. Hij heeft heel veel rollen gespeeld. Met veel succes speelde hij in de toneelstukken ‘Dizzepie-dizzepu’, ‘Potas en Perlemoer’ en de operette ‘Les Cloches de Corneville’. Vaak speelde Ronde de humoristische rollen.

Zijn vrouw en hij hebben 60 jaar bij de toneelvereniging gespeeld en 25 jaar bij de operette. Daar ging dus veel tijd in zitten. Ronde heeft het leven altijd van de zonnige zijde bekeken. Het ging niet altijd vanzelf, maar het is altijd wel goed gekomen, uiteindelijk.