Macht & Pracht

1869 tot 1966

‘Juffrouw, ik zie je roze onderbroek’

Winschoten eert een telg uit een roemrucht geslacht niet met een laan of singel maar met een smal straatje, Mr. Jan Freseman Viëtor (1842-1881). Nazaat van een rijke Winschoter familie. Rijk aan kinderen en rijk aan geld. Eén van hen is zijn enige dochter, Anna Catharina Tromp Meesters-Viëtor. Een herinnering.

Ze is sober opgevoed, weelde staat haar tegen hoewel haar familie steenrijk is. Feesten zijn aan haar niet besteed. Haar liefde ligt in de natuur, in fietsen, in lezen, in de kunst. Anna Catharina Viëtor is een vastberaden vrouw, ernstig met soms een vleugje humor.

Al vroeg treft het noodlot haar. In 1878, als zij negen jaar oud is, overlijdt haar moeder, pas 36 jaar. En drie jaar later bezwijkt haar vader, hoogleraar/rechter/notaris van beroep, op 39-jarige leeftijd. Ze is dan twaalf jaar oud en wees. In haar eentje moet zij het verlies van beide ouders zien te verbijten en dat doet ze volgens kleindochter Hanske Kortenoever-Tromp Meesters 'met vaste wil en gedisciplineerd.'

In haar boekje De Vlecht schetst zij haar oma als 'een sterke vrouw en een voorbeeld voor velen.' Over emoties spreekt ze niet. Gevoelens houdt zij binnenskamers. Haar verdriet verwerkt zij beheerst. 'Ook op latere leeftijd heb ik haar nooit over het verlies horen praten', schrijft haar kleindochter.

Ondanks dat verlies heeft de jeugdige Anna ook oog voor de humoristische kant van het leven, zo memoreert zij. Haar kleindochter haalt een treffende anekdote aan uit haar jeugd. Fietsend over de dijk ontwaart zij een stel jongens die haar nakijken als ze met wapperende rokken langsrijdt en haar toeroepen: 'Hé juffrouw, ik zie je roze onderbroek.' Waarop zij gevat terugroept: 'Wat een zegen dat ik er één aan heb.'

Elite

Anna’s voorouders zijn niet de eersten de besten. Zij geven de toon aan in Winschoten en maken fortuin in de tijd dat Napoleon de Nederlanden regeert. De stad wordt in de Franse tijd het centrum van allerlei ambtelijke instellingen zoals rechtbank, kadaster, advocatuur, gemeentebestuur en hoger onderwijs. Dat lokt ongetwijfeld overopa Jan Freseman Viëtor (1784-1852) om na zijn studie aan de universiteit van Groningen de functie van griffier bij het kantongerecht te aanvaarden.

De jonge meester in de rechten, inmiddels ook nog notaris, trouwt in 1813 de niet onbemiddelde dochter van de industrieel Berend Haitzema. Via zijn vrouw Jantien erft Jan Freseman een vermogen, zijnde de veengebieden rondom Nieuw Buinen. Met plaatsgenoot Johann Christian Anton Thöne investeert hij daar in een glasfabriek. Jan Freseman is een ondernemend man. Met zijn oudste zoon Berend Haitzema Viëtor (1817-1874) richt hij een rederij op. Vader & zoon laten tientallen schepen zoals galjoten en kofschepen bouwen die de Noord- en Oostzee bevaren.

Zijn andere zoon, Hendrik, is actief als steenfabrikant en herbouwt het landgoed Oude Werf in Winschoten waar zijn moeder Jantien tot haar dood in 1860 woont. Hij boert zo goed dat hij in de tweede helft van de 19e eeuw de rijkste man van Winschoten is. Naar zijn 'borgje' loopt in die tijd een statige oprijlaan. Hij verzoekt de gemeente die te verharden en in ruil daarvoor mag de gemeente er een openbare weg van maken. De raad weigert en uit woede kapt Hendrik Viëtor de majestueuze bomen.

Broche

Wellicht hier ten huize van Hendrik Viëtor, op landgoed Oude Werf, ontmoet Anna haar achterneef Jan Hendrik Tromp Meesters. Hij, zoon van de schatrijke houthandelaar Salco uit Steenwijk, is op slag verliefd en geeft haar met Sinterklaas een presentje, een broche in de vorm van een A. Hmm, niet haar smaak, vindt zij en doet het haar zus cadeau. In die tijd geven aanbidders slechts bloemen of een doos bonbons en niet zoiets kostbaars als een sieraad. In overleg met haar stiefmoeder stuurt Anna hem toch een bedankje.

Anna zwicht toch voor zijn avances en op 3 juli 1889 geeft ze Jan Hendrik het jawoord. Van zijn vader erft hij na diens dood drie miljoen. Op een guldentje meer of minder kijkt hij niet als hij in 1899 de Jugendstil villa Rams Woerthe in Steenwijk laat bouwen. Zijn vrouw Anna, sober opgevoed in Winschoten,vindt de villa over de top, maar Jan Hendrik is verguld. Als de villa klaar is, bestelt hij een taart met als opschrift: ''t Grootste geluk van mijn woning ruil ik met geen vorst of koning.'

<p>De Jugendstilvilla Rams Woerthe in Steenwijk waar Anna Catharina Vi&euml;tor jarenlang woonde. De villa is voor publiek te bezichtigen. &ndash; Foto: Archief Rams Woerthe</p>

De Jugendstilvilla Rams Woerthe in Steenwijk waar Anna Catharina Viëtor jarenlang woonde. De villa is voor publiek te bezichtigen. – Foto: Archief Rams Woerthe

Lang geniet hij niet van zijn geluk op aarde. Kort na de bouw sterft hij op 27 september 1908, slechts 53 jaar oud. Anna verzorgt hem tijdens zijn langdurig ziekbed en noteert in haar dagboekje zijn laatste woorden: 'Neem geen besluiten voor ná je dood. Laat de levenden oordelen. Een goed en eerlijk karakter is ’t hoogste.'

Kaartjes verkopen

Jan Hendrik staat in Steenwijk en omstreken bekend als filantroop. Hij schenkt de HBS een ton, hij richt de Ambachtsschool op, hij bekostigt het kanaliseren van de Steenwijker Aa en hij zet zich in voor een beter spoor naar Oosterwolde. Anna verblijft nu alleen in de immense villa. De kinderen zijn het huis uit. Wat moet zij met een landhuis en een veertien hectare groot park, met paden, laantjes, vijvers en 45 soorten bomen? Ze stelt het park open voor publiek en reikt eigenhandig kaartjes uit aan de bezoeker.

Maar Rams Woerthe is eigenlijk een blok aan haar been. In 1917 verkoopt ze het landgoed aan de gemeente. Haar vermogen is flink ingeteerd; de aandelen in de Russische spoorwegen zijn na de Oktoberrevolutie waardeloos geworden. Ze keert terug naar het Noorden.

De dood van haar man Jan Hendrik grijpt haar zó aan dat ze een jaar en zes weken in de rouw blijft. Haar kleindochter Hanske haalt in haar boekje nog een tekenend voorval van oma aan. Rond haar tachtigste is voor haar een japon gemaakt, gevoerd met een lila zijde. Haar jongste zoon Chris reageert opgetogen: 'Moeder, wat werelds', waarop ze prompt het lila laat vervangen door grijs.

Anna Catharina Tromp Meesters-Viëtor overleeft al haar vijf kinderen en overlijdt in 1966, 97 jaar oud, in De Steeg.