Pioniersgeest

1815

Pekelders inventief in bouw van transportmiddelen

In de gemeente Pekela zijn vroeger nogal wat uitvindingen gedaan op het gebied van het transport. In eerste instantie veel ontwikkelingen die te maken hadden met het vervoer over water. Pramen, bollen, tjalken, klippers, schoeners en meer scheepstypes. Na de bloeitijd van rederijen en aanverwante ondernemingen als zeilmakerijen, smidsen en touwslagerijen, verlegden diverse bedrijven hun activiteiten vervolgens naar het transport over de weg. Vroegere schippers werden beurtschipper, smederijen gingen over op bijvoorbeeld het maken van onderstellen en chassis en stelmakers gingen landbouwwagens maken.

Pekelders inventief in bouw van transportmiddelen

Een oplegger van Zwalve Trailerbouw. – Foto: Collectie Veenkoloniaal Museum, Veendam

Zwalve

De familie Zwalve staat in Pekela en ver daarbuiten nog altijd het best bekend als bouwer van geavanceerde trailers. Daarvóór werd voornamelijk smeedwerk verricht. Aanvankelijk om paarden te beslaan. Toen de scheepsbouw in met name Oude Pekela zich steeds verder ontwikkelde, pikte het bedrijf daarvan een graantje mee. Het ontwikkelen en maken van scheepsuitrustingen als kettingen, mastringen en ankers werd vervolgens een belangrijke pijler. Wat later vervaardigde Zwalve kleine metalen schepen en was het bedrijf tevens actief in de constructiebouw. Onderhoud aan machines in de strokartonindustrie vormde een andere bron van inkomsten, evenals de fabricage van de eerste aardappelrooimachines. In 1920 begon het Pekelder bedrijf met de bouw van opleggers. Zwalve was een van de eersten in Nederland die dit soort voertuigen maakte en verder ontwikkelde. Het bedrijf slaagde erin de opleggers steeds lichter te maken. De uitvinding van luchtvering en meedraaiende achterwielen maakten het bedrijf tot ver over de landsgrenzen bekend. Op de luchtvering werd zelfs een patent verleend.

Motorcarrier

Een wel heel speciaal voertuig dat Zwalve ontwikkelde was de driewielige motorcarrier, een motor op drie wielen met een laadbak op beide voorwielen. Het vehikel had niet het stuur van de huidige motoren, maar een stuurwiel als dat van auto’s. In 1949 werd het voor het eerst tentoongesteld tijdens het 350-jarig bestaan van Oude Pekela. De motorcarrier maakte het niet lang: er werden er zo’n dertig van verkocht aan melk- en groenteventers uit de regio, aan enkele gemeenten als vuilnis- en veegwagen en eentje aan verffabriek Ferwerda te Groningen.

Machinefabriek

In 1952 onderging de onderneming een naamsverandering. Het bedrijf ging toen verder als Machinefabriek en Constructiewerkplaats W.J. Zwalve. Vanaf dat moment werden tevens stalen silo’s, opslagtanks en bruggen gemaakt. In de daaropvolgende jaren kwam er stagnatie. Onderdelen die besteld waren, konden niet meer op tijd worden geleverd. In het bedrijf ontstond mede daardoor ruzie tussen twee broers Zwalve. Edzard en Jans besloten de zaken derhalve te scheiden. Jans in Wagenborgen met een garagebedrijf en Edzard In Pekela waar hij Zwalve verder deed groeien en bloeien. De trailerbouw kende zijn beste tijd rond 1970. Daarna volgde een periode van neergang. De competitie met bedrijven als Daf was niet meer vol te houden. In 1981 volgde, na financiële problemen, pogingen tot fusie en interne strubbelingen, het faillissement.

<p>Advertentie van de fa. Dijkhuizen. &ndash; Foto: Siepco</p>

Advertentie van de fa. Dijkhuizen. – Foto: Siepco

Dijkhuizen

Het bekende garagebedrijf Dijkhuizen aan de Bosgrastraat in Oude Pekela bestaat sinds 1895. Zoals zoveel van dit soort ondernemingen startte ook dit bedrijf als smederij. Rond 1920 werden de werkzaamheden uitgebreid met de reparatie van voertuigen, motorfietsen en landbouwapparatuur. Ook werden toen drie- en vierwielige landbouwwagens gemaakt. De firma Waarheid, destijds de achterbuurman van Dijkhuizen, had een betonfabriek en produceerde onder andere zware rioleringsbuizen. Waarheid vroeg Dijkhuizen een heftruck te ontwikkelen die deze loodzware elementen kon heffen en transporteren over onverhard en oneffen terrein.

Degelijke machine

De heftruck moest dus grote wielen hebben, waardoor hij niet kon wegzakken. Verder moest het apparaat makkelijk zijn te bedienen en veel vermogen hebben. Besloten werd om motoren te gebruiken van de toenmalige A-Ford. Dijkhuizen had al een vergasser ontwikkeld die paste en die op goedkope petroleum kon draaien. De assen voor de zware heftruck kwamen van de dump en moesten door de werklieden flink worden bewerkt. Dat was ook het geval met de hefmast. De ombouw van het voertuig werd gevormd door middel van veel buig-, zaag- en laswerk. Met ijzerresten en dun zand moest worden gezorgd voor een juiste balans. Op enkele onderdelen na werd alles in eigen huis gemaakt, zelfs de brandstof- en olietanks. In de praktijk bleken de DOP-heftrucks – Dijkhuizen Oude Pekela – onverwoestbaar. Er werden er vele tientallen verkocht.

Weer terug

De huidige eigenaar van het bedrijf, Henk Jan Dijkhuizen, is momenteel op zoek naar de heftrucks die door zijn voorzaten zijn gemaakt. Inmiddels heeft hij er zes gevonden en teruggehaald. Vier staan er in het eigen bedrijf en twee zijn gelokaliseerd bij de stichting Siepco in Oude Pekela, die zich bekommert om het Pekelder industriële erfgoed. Vrijwilligers bij Siepco met een technische achtergrond zijn op dit moment bezig om van twee oude exemplaren weer een nieuwe te maken. Ze zijn met de klus al flink gevorderd. Belangstellenden kunnen op maandag- en woensdagmiddag een kijkje komen nemen.

Met dank aan: Ayold Kuiper, het Museum Kapiteinshuis Nieuwe Pekela en Henk Jan Dijkhuizen