Pioniersgeest

Philips’ eisenlijstje voor Stadskanaal

Het is al meer dan tien jaar geleden dat de fabrieken van Philips in Stadskanaal de poorten voorgoed sloten. Elders in de wereld kon het bedrijf goedkoper produceren. Op het toppunt van de werkzaamheden vonden maar liefst drieduizend mannen en vrouwen er een baan. 

Philips’ eisenlijstje voor Stadskanaal

Een medewerker van Philips aan het werk in de beeldbuizenfabriek. – Foto: Collectie Streekhistorisch Centrum Stadskanaal

Het wereldberoemde bedrijf bracht het veenkoloniale dorp en de wijde omgeving vanaf midden jaren vijftig van de vorige eeuw grote voorspoed. Niet alleen de werknemers hadden het goed, ook de toeleverende bedrijven, de plaatselijke middenstand, scholen, verenigingen en natuurlijk het dorp zelf. Door de komst van de multinational breidde de plaats zich in rap tempo uit. Compleet nieuwe woonwijken verrezen, de infrastructuur werd sterk verbeterd, landelijke winkelketens vestigden er zich en Stadskanaal kreeg een ziekenhuis, een theater en zelfs een vliegveld. Het gebied, waar eerder de landbouw de grootste werkgever was, veranderde snel in een industriële kern die veel medewerkers nodig had.

Voorwaarden

Maar de vestiging van het immense bedrijf had wel wat voeten in de aarde. Destijds moest worden onderhandeld met de gemeente Onstwedde, waar het gebied Stadskanaal toen nog onder viel. Burgemeester Knottnerus en zijn wethouders deden hun uiterste best om Philips binnen de poorten te krijgen. In eerste instantie leek Winschoten meer kans te maken. Die plaats was groter, had al wat industrie en kende tevens betere verbindingen, met name via spoor en water. De gesprekken met de Oost-Groningse gemeente verliepen echter veel stroever dan die met Onstwedde en uiteindelijk werd gekozen voor Stadskanaal.

De ontwikkeling van het dorp en zijn omgeving kon beginnen. De gevraagde voorzieningen, door Philips ‘desiderata’ genoemd, logen er niet om; de directie eiste een meer gedifferentieerde woningbouw in een aantrekkelijke omgeving, met buurthuizen en wijkcentra. Er moesten betere wegverbindingen komen met het zuiden en westen van Nederland. Hotel Dopper moest grondig worden gerestaureerd. Er moest een vliegstrip komen, alsook aansluiting op het spoorwegnet met Assen en Groningen. Verder werd een sporthal geëist en meer sportvelden. Tevens wilde men een middelbare technische school en er moest een ziekenhuis en een theater worden gebouwd.

De vestiging van andere grote bedrijven als bijvoorbeeld autoassemblage moest echter door de gemeente worden verboden. Dit laatste in verband met mogelijke concurrentie in de vraag om technisch personeel.

<p>De Philips-fabriek in Stadskanaal, ca. 1964. &ndash; Foto: Collectie RHC Groninger Archieven</p>

De Philips-fabriek in Stadskanaal, ca. 1964. – Foto: Collectie RHC Groninger Archieven

Philips Stadskanaal stond bekend om de productie van halfgeleiders en beeldbuizen. Mannen en vrouwen die bij Philips hebben gewerkt, spreken vrijwel zonder uitzondering van een uitstekende werkgever. Er werd een goed loon betaald. Mensen in de ploegendienst en later in de ‘volcontinu’ hadden uiteraard nog meer salaris. Maar vooral belangrijk was de onderlinge, zeer goede verstandhouding, niet alleen op de werkvloer maar ook met de leidinggevenden. Het bedrijf kende een eigen pensioenfonds, waarvan alle aangesloten ex-medewerkers nog steeds profiteren. Voor personeel met studerende kinderen was een apart fonds beschikbaar en er konden volop scholingen worden gevolgd op het gebied van de techniek. Binnen het bedrijf waren verder veel mogelijkheden om zich in de vrije tijd te ontspannen. Zo ontstonden er diverse sportclubs, maar er was bijvoorbeeld ook een eigen fanfare, een groep biljarters en een groep die zich toen al met computers bezighield.

Cultuur

Philips zorgde goed voor het personeel. Zo was het vervoer van en naar de fabrieken uitstekend geregeld. Nog maar weinig mensen hadden destijds een eigen auto. Daarom stond dagelijks een groot aantal bussen klaar om de medewerkers die verder weg woonden van en naar de fabrieken te rijden. De komst van het grote bedrijf gaf de plannen om in Stadskanaal een ziekenhuis te bouwen een laatste duw in de juiste richting. 

De leiding van Philips vond cultuur eveneens belangrijk en het nieuwe Theater Geert Teis zou daarin een belangrijke rol gaan spelen. De nieuwe woonwijken veranderden het centrum en de omliggende gedeelten van Stadskanaal door de forse groei van de bevolking. Lag het centrum in eerste instantie rond de Gele Klap en zouden eventuele nieuwe woonwijken in de richting van Nieuw-Buinen worden aangelegd, door de sterke aanwas van inwoners schoof het centrum verder op in zuidelijke richting en kwamen de nieuwe woongebieden Maarsstee en Maarswold meer in noordoostelijke richting te liggen. Rond 1970 was in Stadskanaal en wijde regio sprake van grote welvaart.