Groningen Stad
Sint Martinus: van bedeltocht tot kinderfeest
Het 'lichtje lopen' zoals wij dat nu kennen – kinderen die zingend langs de deuren gaan met verlichte lampions om traktaties op te halen – kent een lange geschiedenis in onze provincie.

Kinderen staan met zelfgemaakte lampionnen voor de deur, Sint Maarten 2014. - Foto: Karin Kleiverda
Sint Martinus is de beschermheilige van de stad Groningen en van de landlopers en bedelaars. De Martinikerk, de oudste en grootste kerk van de stad, is aan hem gewijd. Niemand weet meer wanneer de traditie begon, maar al in de zestiende en zeventiende eeuw liepen arme kinderen op 11 november, de naamdag van Sint Martinus, een soort bedeltocht langs de huizen van hun rijke plaatsgenoten.
Hoe Sint Martinus vroeger gevierd werd, weten we niet precies, omdat het altijd een volkse traditie is geweest en vroeger alleen de verhalen van de elite werden vastgelegd. Maar we weten wel dat Sint-Martinuslopen in Groningen nooit verboden is geweest, wat erop wijst dat het altijd als een onschuldig kindervermaak is gezien: de protestantse gezagsdragers keurden paapse superstitiën (katholiek bijgeloof) streng af, vooral als het om gezellige volksfeesten met alcohol ging.
Martinsgans
Traditioneel werd er op 11 november een Martinsgans gegeten, maar dat werd in 1631 verboden door het stadsbestuur. De gans was het symbool van de heilige Martinus, die zich in een ganzenhok verstopt zou hebben toen men hem tot bisschop wilde benoemen. Het gakken van de dieren verried hem. In de negentiende eeuw was het gebruik al zo goed als uitgestorven; alleen in Westerwolde at men nog Martinsganzen.
Langzaam veranderde het Sint-Martinuslopen van een bedeltocht in een feest. Aan het einde van de achttiende eeuw ontstond waarschijnlijk het gebruik om met een zelfgemaakte lampion te lopen. Eerst was die gemaakt van een uitgeholde voederbiet of mangelwortel, maar in de negentiende eeuw werd die verdrongen door een papieren lampion. Vooral schoolkinderen liepen langs de deuren. Opgeschoten jongens wilden nog wel eens 'lopen om segoaren'. Vroeger kreeg men fruit of geld, wat doet herinneren aan de bedeltocht, maar tegenwoordig krijgen de kinderen snoep of zelfs kleine cadeautjes.

Kinderen zingen Sint-Maartenliedjes aan de Korreweg, Groningen, 1959. - Foto: Fotobedrijf Piet Boonstra, www.beeldbankgroningen.nl (2248-046731)
Sunter-Meerten bisschop,
Roem van alle lannen,
Dat wie hier mit lichtjes lopen,
Is veur ons gain schannen
Rood vuur, braandvuur,
Sunter-Meerten hele hier.
Hier woont n rieke man,
Dij ons wel wat geven kan ....
Geven, geven duurt nait laank,
Òf ons keerske is opgebraand.
De heilige Sint Martinus
Martinus werd aan het begin van de vierde eeuw geboren in Hongarije. Zijn vader diende in het Romeinse leger en de jonge Martinus volgde dezelfde weg. Als ruiter trok hij door Gallië (het huidige Frankrijk) en op een avond zag hij een naakte bedelaar bij de stadspoort van Amiens. Omdat hij niets dan zijn wapen bij zich had, gaf Martinus hem een stuk van zijn soldatenmantel door die met zijn zwaard in tweeën te snijden. Wettelijk gezien was het uniform maar voor de helft persoonlijk bezit: de andere helft behoorde aan de keizer. In een droom verscheen Christus vervolgens aan Martinus met de boodschap: “Wat je voor de geringste van mijn broeders hebt gedaan, dat heb je aan Mij gedaan". Vanaf dat moment zette Martinus zich in voor de verdere verspreiding van het christelijke geloof in Europa.
Martinus werd monnik, leefde sober en stichtte het eerste klooster van Frankrijk. Toen de bisschop van Tours overleed, wilde de bevolking Martinus graag als opvolger hebben. Deze zag dat echter niet zitten en verstopte zich in een ganzenhok, maar het lawaai van de dieren verried zijn schuilplaats en Martinus werd toch tot bisschop gewijd.
Martinus zou vele wonderen verricht hebben, waaronder enkele wonderbaarlijke genezingen. Dat hij keihard optrad tegen ongelovigen en ketters, wordt graag vergeten. Op tachtigjarige leeftijd stierf hij in Tours en op 11 november 397 werd hij daar begraven. Een bot van zijn arm ging als relikwie naar de Dom van Utrecht. Omdat Groningen in de middeleeuwen onderdeel was van het bisdom Utrecht, kregen we ook hier Sint Martinus als beschermheilige van de stad. De Martinikerk en -toren, met als windvaan het paard van Sint Martinus, herinneren hier nog altijd aan.
