100 jaar vrouwenkiesrecht

1970 tot 1990

Strijdbare vrouwen in de jaren '70

Verhalencafé: de Groninger vrouwenbeweging

De jaren zeventig was de tijd van de flower power en liefde, maar ook van strijd en emancipatie. In Groningen ontkiemde in de tweede feministische golf de vrouwenbeweging: een vrouwenhuis, vrouwenboekhandel en een vrouwencafé, maar ook lesbische (actie) groepen, strijdbare bands, emancipatiecursussen, een lesbische moedergroep en nog veel meer. De vrouwen van de jaren zeventig blijken anno 2019 nog altijd strijdbaar wanneer ze op 23 mei 2019 in de bibliotheek aan de Oude Boteringestraat spreken over die tijd.

De avond kende twee startpunten: een verhaal van Aly Freije over haar coming out als lesbische vrouw en de herinneringen van Inez Grondhuis aan de vooravond van de opening van vrouwencultuurcentrum/café Dikke Trui, 26 mei 1979.

Strijdbare vrouwen in de jaren '70

Vrolijkheid en gelach tijdens het vrouwenverhalencafé, 23 mei 2019. - Foto: Stella Dekker, De Verhalen van Groningen

Coming out

Het was voor lesbische vrouwen niet gemakkelijk om gelijkgestemden te vinden. In 1971 plaatsten twee vrouwen in het blad Vrij Nederland een oproep onder nummer 7152. Ze zochten contact met andere lesbische vrouwen. Op de advertentie kwam zoveel respons, dat de Groep 7152 werd opgericht, een landelijk netwerk dat lesbische vrouwen met elkaar in contact brengt.

Hanneke Dantuma (1947): 'Ik ben met nog drie anderen naar die eerste bijeenkomst geweest. Toen hebben we een advertentie geplaatst in de Emancipatiekrant. Als je niet je nek uitstak kon er niets veranderen. Het was een beetje eng, zo met naam, adres en telefoon in dat krantje, maar het was ook leuk en spannend.’
Gineke Heerema (1952): 'Ik heb er wel vijf jaar tegenaan gehikt om via 7152 contact te zoeken met lesbische vrouwen. Maar die eerste bijeenkomst was een grote opluchting: geen donkere holen, geen enge vrouwen...'
Inez Grondhuis (1956): 'Hooguit een tuinbroek!'
Heerema: ‘Ik herinner me een bijeenkomst in de Hoekstraat, bij een van de leden van de groep. Tien tot vijftien vrouwen, je keek je ogen uit. En als de bijeenkomst was afgelopen, gingen we naar de Duke [homobar].'
Dantuma: 'De groep werd voor sommigen enkel een ontmoetingsplek, maar anderen wilden actie voeren, dingen veranderen. Dat botste soms.'
Grondhuis: 'Er waren vrouwen die alleen een vriendin zochten. En er waren vrouwen die een ideaal hadden, daadwerkelijk wat wilden veranderen door zelf veel werk te verzetten: bouwen, actie voeren, in het vrouwencultuurcentrum/café of in de boekhandel werken.’
Heerema: 'Het was een heel belangrijk moment toen het Vrouwenhuis er in 1975 kwam. Ik had mijn eigen telefoonnummer in de krant staan! Tegenwoordig zou je dat nooit doen. Maar met de komst van het Vrouwenhuis kon je nu dat adres in de krant zetten.'

Dantuma: 'Naar die huiskamerbijeenkomsten van 7152 kwamen ook vrouwen uit de provincie. Het was ook voor hen een grote stap.'
Marlite Halbertsma (1947): 'Nou, die dames uit de provincie hadden het goed voor elkaar. Ze hadden auto's, geld en brachten heel veel bier mee.'
Hesper Griep (1956): 'Maar die eerste stap zetten was voor iedereen lastig.'
Fenna Besijn (1955): 'Ik was een provinciaaltje uit Veendam en ontdekte op mijn zeventiende dat ik op vrouwen viel. Ik ging stiekem met de bus naar Groningen naar zo'n praatgroep. Daarna naar La Ronde, een ruig homocafé, een dan bleef ik bij de leidster van de praatgroep slapen – nee, níét in haar bed! – en dan de volgende dag weer terug en zeggen dat ik huiswerk had gemaakt bij een vriendin in Kiel-Windeweer.'

Vrouwenboekhandel Dikke Trui

Lydia Hollander (1957): 'Ik kwam hier in 1974 studeren en wonen als zeventienjarige. In reguliere boekhandels waren boeken van vrouwelijke auteurs niet tot weinig verkrijgbaar. Dat kun je je nu nog amper voorstellen. Er bleek veel behoefte aan boeken/literatuur door vrouwen geschreven. De Plattelandsvrouwen waren ook in die tijd erg actief, ook op emancipatorisch vlak. Een aantal vrouwen uit de stad Groingen nam contact op met het CPNB, die de in- en verkoop van boeken in Neerland ook toen al verzorgde. De vraag werd als vreemd ervaren, maar wat er was kon, weliswaar met moeite, worden besteld. Een mobiele boekhandel werd opgericht en bij bijeenkomsten van de Plattelandsvrouwen en andere activiteiten voor vrouwen in de stad en provincie werd een kraam ingericht waar de boeken gekocht konden worden. Vrij snel werd ons een voorkamer van een bevriende vrouw in de Visserstraat aangeboden en de eerste echte Groningse Vrouwenboekhandel was geboren: Dikke Trui. Al in 1978 was de voorkamer te klein en werd de boekhandel verhuisd naar de Oude Kijk in ’t Jatstraat/hoek Muurstraat.
Op verschillende plaatsen in het land werden vrouwenboekhandels opgericht. Deze hadden altijd als doel zichzelf weer op te heffen als in de reguliere boekhandels de boeken van vrouwelijke auteurs volop verkrijgbaar zouden zijn. Dat doel is bereikt.’

Een kleine stad

Hollander: 'Wat Groningen uniek maakt, is dat de lesbiennes veel samenwerkten met anarchisten, krakers en punkers.'
Grondhuis: 'De samenwerking met de kraakscene was naast ideologisch ook pragmatisch. Na de sluiting van het (legale) vrouwencafé Dikke Trui zochten wij een ruimte. De krakers hadden die in het gekraakte Oude Politiebureau aan het Martinikerkhof. Wij zochten een plek voor een vrouwencafé, zij hadden het oude politiebureau gekraakt. Toen kwam daar vrouwencafé De Del in, van ca. 1981 tot ca. 1985.’
Fiona van den Bergh: 'Het is niet zo vreemd dat de vrouwenbeweging en de anarchisten elkaar vonden. Anarchisten strijden tegen onrechtmatige hiërarchie.'
Besijn: 'Je vindt elkaar omdat je allebei tegen bepaalde dingen strijdt.'
Grondhuis: ‘Bij de eerste Roze Zaterdag in Groningen moesten een vrouwenfeest, een gemengd feest en een anarchistenfeest worden georganiseerd.’
Margriet ter Steege (1950):"Het leuke van de vrouwenbeweging in Groningen vond ik altijd dat, ook al waren de verschillen in denkbeelden over feminisme nog zo groot, iedereen elkaar toch steeds tegenkwam waardoor je niet alleen bij je geestverwanten bleef hangen. Ik denk dat het er ook mee te maken had dat Groningen een relatief kleine stad was en er niet zoveel ontmoetingsplaatsen waren als bijvoorbeeld in Amsterdam."
Halbertsma: 'Er stonden allerlei panden leeg. Kraken was zo gemakkelijk, er was ruimte genoeg. Daardoor kon iedereen wat doen, het kostte allemaal niets.'
Hollander: 'Denk ook eens aan de diverse Vrouwenfestivals en de Zomeruniversiteit Vrouwenstudies [1985], allebei hier in Groningen. De openheid van de Groningers was erg mooi, heel fijn ook dat de universiteit haar locaties beschikbaar stelde. Ik zie het nog voor me: de bodes die door de faculteitskamer liepen, waar een crèche was ingericht! Het mooie was ook dat alle richtingen meededen. Jong, oud, hoogopgeleid of niet. Bijstandsvrouwen konden gratis meedoen aan de Zomeruniversiteit.'
Grondhuis: 'En we zaten niet langer in kraakpanden. We hoorden nu bij de gevestigde orde.'

<p>Het eerste Vrouwenfestival in 1979 was razend druk. - Foto: Frank Straatemeier, Collectie Groninger Archieven</p>

Het eerste Vrouwenfestival in 1979 was razend druk. - Foto: Frank Straatemeier, Collectie Groninger Archieven

‘Daar dansten de vrouwen bloot’

Dicky Ybema (1952): ‘Er werden ook vrouwenfestivals georganiseerd voor vrouwen van alle leeftijden. Hier kwamen veel vrouwen op af, ook onze moeders. Op het hoogtepunt waren er wel 7500 vrouwen. Er was voortdurend discussie met mannen die zich gediscrimineerd voelden. Nu wordt er normaler naar gekeken. Maar ook tegen biseksuele vrouwen werd vreemd aangekeken. Dat was toen een issue.’
Sanne Meijer (1993): 'Je ziet nu wel dat feminisme ook bij mannen gestimuleerd wordt. Hoe zat dat toen?'
Hollander: 'Bij vrouwencafé Dikke Trui kwamen de mannen binnen om rotzooi te trappen.'
Grondhuis: 'De gordijnen waren 's avonds dicht, een beetje om onszelf te beschermen. Maar er was een buschauffeur die zijn halte vlakbij had en precies wist te vertellen wat wij achter die gordijnen uitspookten: 'daar dansten de vrouwen bloot!'
Besijn: 'Het is zo jammer: het blijft niet normaal om te zeggen dat je lesbisch bent, of homo. Zelfs op de jeugdtheaterschool waar ik werk, en dat zou toch een verlichte omgeving moeten zijn.'
Grondhuis: 'Op het VMBO in Groningen waar ik werk zie ik leerlingen openlijk homo of lesbisch zijn. Prima toch?’
Ik heb een tijdje rondleidingen gegeven door het Vrouwenhuis aan de Hereweg. Daar hingen tientallen affiches en ook eentje van de Lesbische Beweging. Er werd àltijd gevraagd: 'Zijn alle vrouwen hier lesbisch?' Het ging altijd daarover, niet over de abortuskliniek of over de klussenhulp, terwijl daar toch ook posters van hingen.'

Dantuma: Ik was begin jaren tachtig coördinator van het VOS-project Drenthe. (VOS: Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving). VOS-cursussen waren gericht op vrouwen met weinig vervolgopleiding na de lagere school. Doel was vrouwen te stimuleren zich verder te ontwikkelen, maatschappelijk actief te worden. De angst dat vrouwen door de VOS zouden worden opgezet tegen mannen zat vrij diep. Een te strijdbaar rood of te lesbisch imago voedde die angst nogal.
De cursus werd soms ook wel ‘Vrouwen Oriënteren zich op de Scheiding’ genoemd.'

Stammenstrijd

Gineke Heerema: 'Na mijn coming out voelde ik me aangetrokken tot de meer radicale lesbische groepen. Paarse september, Lesbian Nation. Ik richtte samen met enkele anderen de Lesbische Beweging Groningen op. We maakten er een enorm theoretische toestand van, wilden de hele maatschappij over de kop halen. Maar dat we uiteindelijk met thema-avonden de vrouwen een plekje konden bieden, was iets dat gewaardeerd werd. Laatst was ik bij de opening van de tentoonstelling rondom 100 jaar vrouwenkiesrecht in het Groninger Museum. De hele strijd om vrouwenkiesrecht heeft ook jaren geduurd. Het viel me in het museum op dat cultuur ook toen een heel belangrijke rol speelde: muziek, theater, cabaret, enzovoort. Ik herkende dat van de jaren zeventig. We hadden vrouwenbandjes: Wonder Woman, Aversa, Claire Obscure.

Ik dook in in de politieke beweging, maar die stortte eind de jaren tachtig in: 'waar is iedereen?' vroeg ik me toen af. Het actievoeren was naar de achtergrond verdwenen. In 1992 hebben we met zo’n vijftien vrouwen de Lesbus opgericht. We toerden met een bus door Europa – het Schengen-akkoord was net gesloten – en we brachten lesbische kunst 'omdat het kan, mag en nog leuk is ook'. Dat was een mooie tijd. Maar het politieke denken is helemaal verdwenen.'
Aly Freije (1944): 'Dat komt wel terug.'
Fenna Besijn: 'Het persoonlijke is politiek en het politieke is persoonlijk, dat was toen de leus. Ik vond het wel mooi, want de twee staan niet los van elkaar. Maar je ziet dat ze nu wel helemaal van elkaar losgetrokken worden.'

Grondhuis: 'Je moest zuiver in de leer zijn. In het vrouwencafé hadden we diverse stromingen. Je had o.a. de kunstzinnige, de politieke en de lijfwerkvrouwen. Dat wilde wel eens botsen, met zelfs een vechtpartij tot gevolg op het slotfeest. Hier zal zeker drugsgebruik een rol hebben gespeeld.’
Besijn: 'Als je bezig bent strijd te voeren, dan hecht je belang aan de doelen die je voor ogen hebt. En als een ander denkt dat het op een andere manier moet, dan krijg je ruzie. Maar dit kwam niet door snuiven.'
Grondhuis: 'Het snuiven leidde alleen tot oververhitting, de stammenstrijd was er al.'
Besijn: 'Ik was er zelf bij. Er was daar geen drugs. Wel wijn. En jenever en beerenburg.'
Grondhuis: 'Maar in Groningen moest je uiteindelijk toch altijd naar dat ene café. Ook na ruzies moest je toch met elkaar door.'
Dantuma: 'We hebben zoveel gedemonstreerd. Je had je eigen leven helemaal niet op een goed spoor, maar je was wel steeds aan het demonstreren.'

Successen

De Groninger vrouwenbeweging van de jaren zeventig heeft heel veel voor elkaar gekregen. Het Vrouwenhuis, verschillende vrouwencafé’s en de vrouwenboekhandel, die zo succesvol was dat ze zichzelf overbodig heeft gemaakt.
Anneke Wiggemans (1959): 'Kinderen krijgen was ook een succes. Ik heb met wat anderen een lesbische moedergroep opgericht. We bespraken onze wensen en zochten samen uit hoe het kon. We discussieerden over de zaaddonoren; anoniem of niet? Maar het kón, dat was een succes. En alle kinderen van de moeders in de groep kenden elkaar, dat gaf ook steun.'
Hollander: 'De Open School, waar Aly Freije ook bij was, gaf lessen aan vrouwengroepen, een soort tweedekansonderwijs, moedermavo. Dat was ook een groot succes.'
Freije: 'Het waren groepen vrouwen en het was logisch ze mee te nemen in het feminisme. Maar bij de arbeidersvrouwen lukte dat eerst helemaal niet. Ze werden pas langzaam actiever.'
Wiggemans: 'Wij hebben ook gezorgd voor Blijf-van-mijn lijf en een opvanghuis voor incestslachtoffers.'

Wensen

Toch is de emancipatie nog niet voltooid, vinden veel vrouwen.
IJbema: 'Gelijke beloning. Hoewel er al veel werk is verzet, zijn we er nog lang niet. Daarnaast wordt in taal vaak gebruik gemaakt van de mannelijke vorm terwijl de tekst dan ook voor vrouwen bedoeld is. Er is pas echt gelijkheid tussen mannen en vrouwen als we in teksten praten over 'haar' terwijl iedereen daarmee bedoeld wordt en dat de man dan denkt: daar hoor ik ook bij.'
Halbertsma: 'We kunnen heel veel leren van de eerste feministische golf. Hun eisen zijn te vergelijken met die van ons, maar toch anders omdat we in een andere tijd leven. Vrouwenstrijd is nu verbreed tot gender. Emancipatie is naast de individuele emancipatie ook de acceptatie van diversiteit in alle verschijningen. Dat is een taaie strijd die in één generatie niet gewonnen zal worden.’
Dantuma: 'Ik wil het belang van archivering benadrukken. Iemand moet hierin het voortouw nemen. We hebben allemaal dozen op zolder staan met spullen uit die tijd, maar het moet op een goede manier bewaard worden. Het zou mooi zijn als dat wordt aangestuurd.' Voor wat betreft lesbisch archiefmateriaal kun je ook terecht bij IHLIA in Amsterdam.’
Grondhuis: 'Tja, wij hebben vanwege onze aard nu eenmaal weinig kinderen, die belang hebben bij onze geschiedenis.'
Fiona van den Bergh (1989): ‘Misschien geen biologische kinderen, maar er komen aldoor nieuwe generaties lesbische vrouwen bij. Voor wie jullie altijd relevant zullen blijven.’

In de bibliotheek aan de Oude Boteringestraat was het een weerzien van veel oude bekenden. De herinneringen aan een dynamische periode buitelden over elkaar heen met verrassende, pijnlijke, grappige en soms onvoorstelbare verhalen, over discriminatie, strijd, vooroordelen, saamhorigheid en liefde. 'Hoe je het ook bekijkt, de vrouwenbeweging van de jaren zeventig was uiteindelijk gewoon een groot feest!'