Grensland

1 tot 2020

Westerwolde in vijf gedichten

Sjoerd Visser (Nijmegen, 1949) werkt al 30 jaar als advocaat in Stadskanaal en woont in Sellingen. Tijdens de coronacrisis waren de rechtbanken dicht en had Visser tijd om gedichten te schrijven. Hij heeft respect voor de dichters in het Gronings - maar hij is import en schrijft in het Nederlands. Inmiddels zijn er zo'n 50 gedichten over wat zijn streek is geworden: Westerwolde. Over hoe mooi het land is, het weer, geschiedenis, de veenontginningen en kanalen. Sprookjesfiguren spreken de dichter aan op zijn milieuvervuilende gedrag. Wat is er nog over van hun wereld? 

Westerwolde in vijf gedichten

Het Ruiten-A-Kanaal. - Foto Sanne Meijer

Teruggekronkeld

Van rationeel recht
is de Ruiten Aa teruggelegd
in oude bochten hermeanderd
wat dat niet allemaal verandert:

paaigronden voor vissen, natuur
de ecologische hoofdstructuur
wandelpaden, biodiversiteit
en vanuit de vergetelheid
in onbruik geraakt
zijn de sagen ontwaakt.

Oude zaken nemen een keer
Westerwolde is er weer
uit hun winterslaap gewekt
hebben kabouters zich uitgerekt
een fee hervond
haar landschap, ritselt rond
stemmen uit de spookboerderij
de zwarte ruiter rijdt voorbij
monniken, hoofdelingen staan op.

De Ruiten Aa ging op de schop
kiepkeerl met de korf op zijn rug
het sagenland is terug.

Jipsingboertange/-mussel

Jipsingboertange en Jipsingboermussel
staan tot elkaar als Moskou en Brussel
met zulke namen is het een puzzel
ook zijn er Bourtange, Jipsinghuizen, Mussel
wat is dat voor een gehussel?
Jipsingboertange is een dorp tussen
Jipsinghuizen en Mussel
Jipsingboermussel een ander verhaal
rijtje huizen langs het kanaal
Jipsingboermussel zit het niet mee
opgeslokt door Avebe
maar zo'n groot industrieterrein
geeft banen, doet geen pijn
over een tange kwam je voorheen
door het moerassige hoogveen
van Mussel Aa komt Mussel
dat riviertje lost de puzzel
van Jipsingboertange en Jipsingboermussel
op.

Noabers

Langs de weg
naar Bellingwolde
staan
drie gedaantes
spreken mij aan
wie ben je ?
waar kom je vandaan ?
van wie ben je er een ?
hoe moeten we dat verstaan ?
die gedichten allemaal
in Hollandse taal
is dat normaal ?
je schrijft over ons
ons gebied
dus waarom niet
in Groninger taal ?

Jullie hebben gelijk
ik voel respect
voor je dialect
ik versta het wel
maar als ik het schrijf
heeft dat
een belachelijk effect
ik ben import
dat is klaar
maar ik woon hier
al 30 jaar
jullie land is prachtig
fabelachtig
laat mij het bezingen
in mijn eigen taal.

De zon rolde
in een vlammende hemel
naar de horizon
van Westerwolde
zo volmaakt als ze kon
in het schemerlicht
de gedaantes gezwicht
ogen zijn opgelicht
ze krijgen gezicht
op mijn schouders
voel ik hun handen
laten me begaan
zijn naobers geworden
die naast me staan.

Munnekemoer

Munnekemoer
bij eerste beschouwing
lintbebouwing
aan weerskanten
van het kanaal
het was
een veenmoeras
van klooster Ter Apel
gingen monniken erheen
om turf te graven ?
iets om je af te vragen
ze hadden het Kloosterveen.

Munnekemoer
zo ver je kunt kijken
velden en weiden
en ergens daar door
stroomt de Runde
daarmee begon de
Ruiten Aa
als rivier
maar was hier
ondertussen
genoeg water
om de veenbrand
van Barnflair
te blussen ?

Munnekemoer
de laatste huizen
de grens, de rand
hierna alleen nog maar
Drenthe, Duitsland.

Fabelschubdier

Ik ben
het fabelschubdier
in Wedde
op het kasteel hier
was ik de draak
had tot taak
in lengte van dagen
het wapenschild
van de familie Addinga
te dragen
hoofdelingen die solden
met de vrije boeren
van Westerwolde
als onderdrukkers
waren ze berucht
naar de slotkelder
ben ik gevlucht
voor hun orde en tucht
bang kwam ik
in hun onderaardse gang
waar doorheen ze
met vereende krachten
gevangenen
naar de Giezelbaarg brachten
om daar vonnis te vellen
hen terecht te stellen
al die gruwelen
zijn vergeten
niemand zou nog weten
van de onderaardse gang
maar daar zit ik
al heel lang
in het donker
ben ik tevreden
ik heb mijn rust
daar beneden
alles beter
dan met een plechtig gezicht
het wapenschild te zeulen
van de Addinga's
die beulen