Thuis in Groningen
Woudbloem

(melodie New York, New York; Frank Sinatra)
Bel ‘t Bokkeblad op
Ik kom er nu aan
Ben onderweg naar ‘t platteland
Woudbloem, Woudbloem
Die onrust in mij
Is nu echt voorbij
Ik kom terug naar ‘t platteland
Woudbloem, Woudbloem
Ik word wakker
op een plek zonder enige roem
En hoef mijn naam niet te spellen
als ik die noem
‘t Heeft even geduurd
Ben terug in mijn buurt
Weer op mijn stee aan Scharmer Ae
Op de Woudbloem
Als ik
hier niet weer aard
Is het leven
Echt niets waard
Maak het nu waar
Woudbloem, Woudbloem
Woudbloem, Woudbloem
Ik word weer wakker
op een plek zonder enige roem
Waar mijn Gronings dialect
zo lekker bekt
Vind mezelf terug,
hier op de brug
‘t Heeft even geduurd
Ben terug in mijn buurt
Weer op mijn stee
Op de Woudbloem
Als ik hier niet weer aard
Is het leven niets waard
Maak het nu waar
Woudbloem, Woudbloem
Woudbloem!
Toelichting
Bijna dertig jaar geleden, ik was toen 24, verhuisde ik van de stad Groningen naar Maastricht. Voor mijn werk, de NS. Ik was jong, ambitieus en alle mogelijke bezwaren veegde ik achteloos opzij. Met de studentenfiets achterin mijn grijze Suzuki Alto reed ik voor de eerste keer in mijn leven verder dan Zwolle, richting het zuiden. Net voor de verhuizing had ik op vakantie een leuke man kennen, Limburger nog wel, dus dat paste goed. Ik had al snel enorme heimwee, maar alleen teruggaan was geen optie.
We verhuisden naar Vught en de dochters werden geboren. Hoewel carnaval nog steeds niet aan mij was besteed, aardde ik beter in Brabant. Op de elfde van de elfde hield ik vast aan een andere traditie: Sint Maarten. Ik knutselde met de meiden een lampion in elkaar en we liepen over een donkere, winderige Woudbloemlaan langs het huis van mijn vader en onze oude buren. Onderweg had ik ze een aantal Sint Maartenliedjes geleerd. De Woudbloemers keken niet eens zo raar op: ze wisten al lang van mijn verlangen naar het noorden. In 2004 schreef ik samen met mijn vader en zijn vrouw een boekje, Honderd jaar Woudbloem. Bij de boekpresentatie ontmoette ik weer mijn eerste liefde, Herman. Journalist bij ‘t Bokkeblad en freelance zanger. We hielden contact en een aantal jaren later liet ik hem bijgaande songtekst lezen: ‘Woudbloem Woudbloem’ op de melodie van ‘New York New York’. Ik hoopte dat Herman er wat in zou zien, zelfs in zijn repertoire zou opnemen! Helaas zag hij het niet zitten.... hij hield meer van het Nederlandstalig lied.
Weer vijftien jaar later tagt mijn vriendin me in het Facebookbericht over deze wedstrijd. Een paar dagen later kom ik bij toeval mijn songtekst weer tegen. Ik breng twee avonden luid karaokezingend door aan de keukentafel met Sinatra, verander her en der nog iets dat schuurt. 'Op de Woudbloem' blijft staan want mijn opa, geboren in 1904 gelijk met de bouw van aardappelmeelfabriek De Woudbloem, noemde het dorpje altijd De Woudbloem. Mijn verkering uit het noorden treft mij zo aan op een van die avonden en zingt spontaan mee. Samen struikelen we eerst over de inzet en de melodie, maar een geoefend zanger kan het zeker. Herman kan ik het niet meer vragen... Pé Daalemmer is wel een ander uiterste en Erwin de Vries zingt alleen Gronings. Maar eh… als die zanger gevonden is… kunnen we hem dan laten optreden in Theaterboerderij Erf en Weide, mijn geboortehuis? Dan is de cirkel rond. En mijn overplaatsing naar het noorden heb ik deze week in gang gezet trouwens.