75 jaar vrijheid

De bunkers bij Nansum

Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte de Eems- en Dollardkust deel uit van de Duitse Atlantikwall. De luchtafweerbatterij bij Nansum was één van de zwaarste op Nederlands grondgebied en diende vooral ter verdediging van de Duitse havenstad Emden. De bunkers die na de bevrijding achterbleven, zoals die in Nansum, herinneren aan deze militaire strijd.

De bunkers bij Nansum

Bunkers van de ‘batterie’ Nansum. Nansum, 1960-1970. Fotograaf onbekend, collectie Gemeente Delfzijl
 

Delfzijl en omgeving waren onderdeel van de Atlantikwall. Deze meer dan 5000 kilometer lange verdedigingslinie moest een Geallieerde invasie verhinderen. De Atlantikwall strekte zich uit van Noorwegen tot aan de Spaans-Franse grens. Langs de hele Noordzeekust waren bunkers en luchtafweergeschut geplaatst, en waren mijnenvelden en tankversperringen aangelegd. 

Luchtafweerbatterijen

In tegenstelling tot wat de locatie zou doen vermoeden, was het geschut langs de Eems- en Dollardkust niet bedoeld om een aanval van zee te verhinderen. De Wadden waren namelijk te ondiep voor een invasievloot. Het geschut in en rond Delfzijl moest vijandelijke jagers en bommenwerpers zien te bestrijden. Dit was vooral ter verdediging van de havenstad Emden, aan de overkant van de Eems, hemelsbreed nog geen 20 kilometer verderop.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Delfzijl een belangrijke Duitse versterking. Vlak na de Nederlandse capitulatie werd al begonnen met de inrichting van een luchtdoelbatterij aan de Eemskust: de Batterie Delfzijl. Enkele jaren later kwam er ook Duits geschut te staan bij Nansum, Fiemel (bij Termunten) en in de Carel Coenraadpolder.  De batterijen bij Nansum en Fiemel waren de zwaarste op Nederlands grondgebied. 

De ‘Stelling Nansum’

Op 31 augustus 1942 arriveerde in het gehucht Nansum een grote hoeveelheid hout, bestemd voor de bouw van een luchtdoelbatterij. De Duitse bezetter plaatste vier stukken geschut en twee snelvuurkanonnen in de dijk. Deze kanonnen werden een paar jaar later voorzien van een elektrische vuurleiding vanuit een vuurleidingspost. Vanuit deze post konden de soldaten Geallieerde vliegtuigen volgen die overvlogen om Duitse steden te bombarderen. Een eindje verderop werden vier houten camouflage kanonnen gebouwd, om de vijand te kunnen misleiden.  

Toch waren de kanonnen óók bedoeld om landinwaarts te schieten. Om die reden was bij iedere kanon een terreinschets aangebracht met daarop de kerktorens, molens en boerderijen van de omliggende dorpen. In het voorjaar van 1944 werden in die buurdorpen arbeidskrachten gevorderd om op de ‘Stelling Nansum’ te werken. Rondom Nansum ontstond een complex stelsel van draadversperringen, mijnenvelden en geweer- en mitrailleur opstellingen. Daarnaast begonnen de arbeiders eveneens met het uitgraven van tankgrachten, maar dit project is nooit afgemaakt.

<p>Canadese tank, gestrand op de Nansumerdijk.&nbsp;<em>Fotograaf onbekend, priv&eacute;collectie fam. W. de Boer.</em></p>

Canadese tank, gestrand op de Nansumerdijk. Fotograaf onbekend, privécollectie fam. W. de Boer.

Bunkers

Naar aanleiding van de Geallieerde landing in Normandië, begon de Duitse bezetter in de zomer van 1944 met de bouw van bunkers bij artillerieopstellingen aan de Eems- en Dollardkust. Zo ook in Nansum. De betonnen onderkomens moesten tijdens luchtaanvallen bescherming bieden aan soldaten en munitie. Duidelijk is dat een aanval over land werd verwacht, want de ingangen van de bunkers bevonden zich aan de kant van de dijk. 

Die aanval kwam in het voorjaar van 1945. Na de bevrijding van de stad Groningen op 16 april trokken de Canadezen verder naar de ‘Delfzijl Pocket’. Zo noemden de Canadezen het gebied rondom Delfzijl, waar de Duitse soldaten ingesloten zaten. Er werd twee weken lang hevig gevochten, maar op 2 mei 1945 klonk in Farmsum het laatste schot van de oorlog. De achtergebleven bunkers langs de Eems- en Dollardkust, zoals in Nansum, herinneren aan deze zware militaire strijd.